Typologie(ën)
appartementsgebouw
Ontwerper(s)
Jean DELHAYE – architect – 1951
Jean DELHAYE – architect – 1952
Stijlen
naoorlogs modernisme
Inventaris(sen)
- Permanente actualisatie van de inventaris van het Bouwkundig Erfgoed (DPC-DCE)
- Het monumentale erfgoed van België. Koekelberg (DPC-DCE - 2020-2023)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek
- Esthetisch
- Historisch
- Stedenbouwkundig
Onderzoek en redactie
2020-2022
id
Urban : 40241
Beschrijving
Ensemble van twee identieke appartementsgebouwen
in spiegelbeeldschema, in modernistische stijl, architect Jean Delhaye 1951
(nr.19) en 1952 (nr. 21).
Opstand van zes bouwlagen, de laatste als attiekverdiepingVerdieping (soms halve verdieping), gelegen net boven de kroonlijst of als terugspringende hoogste verdieping van een gebouw. , in kunststeen met hardstenen plint. Eerste en laatste traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), smaller, met loggia’s op de verdiepingen. Centrale traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) met gebogen erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld.. Portiek1. Open galerij of zuilengang waarvan het dak op zuilen of arcades rust; - 2. Classicistische ruimte vóór een toegangsdeur die terugspringt of niet gelijk is met de voorgevel; - 3. Samenstel van twee zuilen onder architraaf die overgang tussen twee ruimtes accentueert. met deur, op nr. 19 aan de rechterzijde geflankeerd door een garagedeur die naar de ondergrondse parking leidt. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... grotendeels vervangen; garagedeur en deur bewaard.
Interieur. Twee woningen per verdiepingen, met telkens één en twee slaapkamers. De grotere woningen omvatten de traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) met de loggiaOverdekte, halfopen ruimte; schaduwrijke inham in de gevel van een gebouw. en erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld..
Opstand van zes bouwlagen, de laatste als attiekverdiepingVerdieping (soms halve verdieping), gelegen net boven de kroonlijst of als terugspringende hoogste verdieping van een gebouw. , in kunststeen met hardstenen plint. Eerste en laatste traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), smaller, met loggia’s op de verdiepingen. Centrale traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) met gebogen erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld.. Portiek1. Open galerij of zuilengang waarvan het dak op zuilen of arcades rust; - 2. Classicistische ruimte vóór een toegangsdeur die terugspringt of niet gelijk is met de voorgevel; - 3. Samenstel van twee zuilen onder architraaf die overgang tussen twee ruimtes accentueert. met deur, op nr. 19 aan de rechterzijde geflankeerd door een garagedeur die naar de ondergrondse parking leidt. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... grotendeels vervangen; garagedeur en deur bewaard.
Interieur. Twee woningen per verdiepingen, met telkens één en twee slaapkamers. De grotere woningen omvatten de traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) met de loggiaOverdekte, halfopen ruimte; schaduwrijke inham in de gevel van een gebouw. en erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld..
Bronnen
Archieven
GAK/DS 19: 3784-13 (1951); 21: 3890-58 (1952).