Typologie(ën)

herenhuis
werkplaats (ambachtelijk)

Ontwerper(s)

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Eclectisme
Neogotiek

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2016, 2019

id

Urban : 37265
lees meer

Beschrijving

Herenhuis in eclectische stijl met gotische invloed, in 1905 ontworpen voor een dokter.

Symmetrische opstand van drie bouwlagen en vier gelijke traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Bakstenen gevel versierd met witsteen. Centrale balkons met opengewerkte stenen borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust., de tweede met oorspronkelijke bewerkte topstukken. Rijk decor van boogfriezenReeks van kleine (decoratieve) bogen, vaak steunend op kraagstenen. en maaswerk. Een drielobbige boogfries belijnt de eerste bouwlaag, een friesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). van spitsbootarcaturen de tweede. Op de eerste verdieping, borstweringen en ajourwerk van het balkon versierd met spitsboogramen met drielobbig maaswerk. Op de tweede verdieping, ajourOpengewerkt, voorzien van een stelsel van kleine, decoratieve openingen. met accoladevormig maaswerk; de venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. worden op het hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel. bekroond door een spitsboogvormige ontlastingsboogBoog boven een venster- of deuropening die druk van het muurwerk op de stijlen afwentelt en zo het linteel ontlast. met timpaanMonumentaal driehoekig of segmentvormig boogveld, meestal besloten in een fronton; vaak rijkelijk versierd. versierd met drielobbig maaswerk, een motief dat wordt hernomen en verdubbeld op de borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. Hoofdgestel versierd met een friesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). geritmeerd door vijf zuiltjes en benadrukt door vierkante elementen met driepas die een sleutelSluitsteen van een opening; weerhoudt de gewelfstenen in een boog of gewelf. vormen boven de ontlastingsbogenBoog boven een venster- of deuropening die druk van het muurwerk op de stijlen afwentelt en zo het linteel ontlast.. Oorspronkelijk schrijnwerk. Vleugeldeur met briefpanelen en spitsboogvensters met maaswerk; bovenlichten met spitsboogvormige arcadesEén of meerdere bogen, steunend op zuilen of pijlers; kan ook blind zijn. met zuiltjes.
Interieur. Decor met invloed van de Vlaamse Renaissancestijl. De koetsdoorgang leidt naar het centrale trappenhuis via een drieledige vrije muuropening met rondboogarcades met gecanneleerde zuilen en Korintisch kapiteelKopstuk van een zuil, pijler of pilaster; algemeen om de gedragen last op een smaller draagvlak over te brengen.; beglaasde bovenlichten. Voorkamer met plafond met gestucte balken, de moerbalken op consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. met mascaronGehouwen versiering onder de vorm van een (fantastisch) mensen- of dierenmasker.. Lambrisering met leeuwenkoppen. Tussen de midden- en achterkamer, zuilen en gecanneleerde pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. met Korintisch kapiteelKopstuk van een zuil, pijler of pilaster; algemeen om de gedragen last op een smaller draagvlak over te brengen..

Achteraan, industrieel gebouw van latere datum dat als rubberfabriek dienstdeed tijdens het interbellum.

Bronnen

Archieven
GAA/DS 10119 (03.01.1905).

Tijdschriften
Almanach du Commerce et de l’Industrie, “Van Lint (rue)”, 1930.