Typologie(ën)

woning

Ontwerper(s)

Eugène FROIDEBISEarchitect1901-1902

Stijlen

Eclectisme
Art nouveau

Inventaris(sen)

  • Actualisatie van de Urgentie-Inventaris (Sint-Lukasarchief - 1993-1994)
  • Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
  • Permanente actualisatie van de inventaris van het Bouwkundig Erfgoed (DPC-DCE)
  • Het monumentale erfgoed van België. Anderlecht-Kuregem (Archistory - 2017-2019)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

  • Artistiek
  • Esthetisch
  • Historisch
  • Stedenbouwkundig

Onderzoek en redactie

2016, 2019

id

Urban : 36971
lees meer

Beschrijving

Vijf huizen in eclectische stijl met art-nouveau-invloed, ontworpen door architect Eugène Froidebise voor eigen rekening, nr. 18 en 20 in 1901 als geheel met nr.16 (verbouwd), nr. 24 en 26 in datzelfde jaar, als geheel met nr. 28 (verhoogd), nr. 22 in 1902.

Gebouwen van drie bouwlagen. Decor van sgraffiti in art-nouveaustijl op de borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust., de timpanen en sommige friezenHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). op het hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel.. Nr. 18 en 26 enerzijds en 20 en 24 anderzijds hadden oorspronkelijk identieke gevels volgens spiegelbeeldschema.

Op nr. 22, opstand van drie ongelijke traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), de tweede smaller en met de ingang, de twee overige in risaliet. Gevel in witsteen met elementen in roze steen en hardsteen. Muuropeningen onder steekboog met archivoltGeprofileerde of versierde omlijsting van een boog., onder rondboogBoog waarvan de kromming een halve cirkel beschrijft. of met getande latei op uitgesneden kussenblokken onder ontlastingsboogBoog boven een venster- of deuropening die druk van het muurwerk op de stijlen afwentelt en zo het linteel ontlast.. Op de eerste traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), oude inrijpoort die toegang gaf tot een werkplaats achter nr. 16 tot 20 (herwerkt met sheddak vóór 1930). Boogvormig Frans balkonBorstwering tussen de dagkanten van een naar binnen openslaand venster dat tot de vloer doorloopt. op de eerste verdieping. Gekoppelde venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. met een gezamenlijke pilastervormige stijl op de tweede. Op de derde traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), muuropening op de benedenverdieping met verwijderde borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. en met smeedijzeren traliewerk. Twee gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. glasdeurenDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat. op de eerste verdieping, achter een balkon. Drielicht op de derde verdieping, met centraal balkon en leuningen in smeedijzerTaai, ‘kneedbaar’ ijzer dat ambachtelijk wordt ‘gesmeed’ (gehamerd bij hoge temperatuur) tot decoratieve bouwonderdelen als tuinhekken, borstweringen…. Gietijzeren borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. Reliëfs met haakmotieven onder het hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel.. Architraaf met tandlijst op de toegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht.. Schrijnwerk vervangen.
Grote uitbreiding onder plat dak aan de achtergevel.

Op nr. 18 en 26, bakstenen gevels, thans beschilderd, oorspronkelijk wellicht rode baksteen, misschien aangevuld met enkele witte bakstenen en met elementen in similiBepleistering ter imitatie van natuursteen. en hardsteen. Drie rondboogopeningen met spitse boogrugBuitenwelfvlak; buitenste kromming van een boog; wanneer deze boog getrapt is, spreekt men van een hanenkam. op de benedenverdieping; in 1911 werden de venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. op nr. 18 verbouwd tot een etalage onder I-balkIJzeren latei met I-profiel.. VensterLicht- en/of luchtopening in een muur. en glasdeurDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat. op de eerste verdieping, met latei op kussenblokken1. Dekplaat dat ligt tussen de drager (kapiteel) en het gedragene (balk of boog); 2. Kwartronde kraagsteen van een venster- of deurboog., onder ontlastingsboogBoog boven een venster- of deuropening die druk van het muurwerk op de stijlen afwentelt en zo het linteel ontlast. met spitse boogrug. Balkon met gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. Op de tweede verdieping, vier smalle venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. met pilastervormige stijlen onder latei. Sgraffiti beschadigd op nr. 26. Centrale houten dakkapelUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. op nr. 18. Oorspronkelijke kroonlijstenStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). en deuren.

Op nr. 20 en 24, opstanden met twee ongelijke traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), de hoofdtraveeën onder topgevelHoogste deel van een gevel, vaak driehoekig en/of getrapt.. Bakstenen gevels, met invloed van de Vlaamse Renaissance, met elementen in similiBepleistering ter imitatie van natuursteen. en hardsteen. De meeste muuropeningen onder I-balkIJzeren latei met I-profiel. op kussenblokken of stenen latei onder ontlastingsboogBoog boven een venster- of deuropening die druk van het muurwerk op de stijlen afwentelt en zo het linteel ontlast., de overige onder rondboogBoog waarvan de kromming een halve cirkel beschrijft.. Op de hoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel., venster van de benedenverdieping op nr. 20 verbouwd tot etalage. Balkon met consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. gevormd door een pijler1. Muurstut zonder entasis (kromming), mogelijk met basis en kapiteel; - 2. Massief gemetseld of betonnen steunelement met gewoonlijk rechthoekige doorsnede (vb. bruggepijler,…) en colonnet; gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust., op nr.20 vervangen. De top van de traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) is behandeld als Brugse travee(Neo-) Vlaamse renaissance gevelordonnantie, bestaande uit nisvormige traveeën., met een rondbogige boogfries. De geveltoppen zijn thans bepleisterdMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. en zijn voorzien van schouderstukken, een rond topstuk en een toppilasterOverhoekse pilaster ter bekroning van gevel. op druiper (waarvan het bovengedeelte is verdwenen); het rechter aandak van de geveltop op nr.20 is beschadigd. Sgraffiti op nr. 24 thans bepleisterdMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen.. Kroonlijst bewaard op nr. 20, vervangen op nr. 24. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ...  vervangen, behalve de deur op nr. 24.




Bronnen

Archieven
GAA/DS
 16 tot 20: 8652 (08.10.1901); 18: 12900 (07.03.1911); 22: 9153 (21.11.1902), 12267 (11.08.1909), 13446 (s.d.); 24 tot 28: 8704 (22.11.1901).