Typologie(ën)

station
Spoorwegerfgoed

Ontwerper(s)

Alphonse BALATarchitect1880

Juridisch statuut

Beschermd sinds 26 september 1996

Stijlen

Neoclassicisme

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2021

id

Urban : 36543
lees meer

Beschrijving

Koninklijk Station (ook gekend als Koninklijke halte) in neoclassicistischeArchitectuurstroming (vanaf eind 18e eeuw tot ca. 1914) met voorliefde voor orde en symmetrie, gekenmerkt door bepleisterde en wit beschilderde lijstgevels die het stadsbeeld uniformiseren. Verhoudingen en vormentaal van deze stroming evolueren met de tijd. stijl, n.o.v. architect Alphonse Balat, 1880.

Toen koning Leopold II in 1865 de troon besteeg, koesterde hij de ambitie om van zijn Kasteel van Laken een “paleis der natie” te maken, met zalen en ruimten voor congressen, festiviteiten en officiële recepties, iets wat nog ontbrak in Brussel. Om de verbinding met het kasteel te verzekeren, dacht hij aanvankelijk aan een ondergrondse spoorlijn die aan de eretrap van het kasteel zou uitmonden. Hoewel dit plan uiteindelijk werd opgegeven, werd een klein privéstation gebouwd langs het Koninklijk Domein dat als perron voor de gasten van de koning diende. Het werd in gebruik genomen op spoorlijn 28 van Schaarbeek naar Brussel-Zuid en werd uitsluitend door de koninklijke familie en haar bezoekers gebruikt. Het station is thans buiten gebruik.

Station bestaande uit een klein rechthoekig paviljoen in neoclassicistischeArchitectuurstroming (vanaf eind 18e eeuw tot ca. 1914) met voorliefde voor orde en symmetrie, gekenmerkt door bepleisterde en wit beschilderde lijstgevels die het stadsbeeld uniformiseren. Verhoudingen en vormentaal van deze stroming evolueren met de tijd. stijl bekleed met witsteen.
Op de onderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen., die enkel aan parkzijde zichtbaar is, benedenverdieping geflankeerd door twee terrassen; balustradeHekwerk van spijlen of balusters. rondom het gehele gebouw.
Naar de sporen, benedenverdieping geflankeerd door twee loodrecht uitspringende vleugels waartussen de gevel een voorbouw vormt. Deze voorbouw en de gevel aan parkzijde zijn identiek: drie rondboogopeningen geflankeerd door pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel., onder een hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel. en een frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening. (monogram van Leopold II) bekroond door een standbeeld. Een zadeldakDak met twee hellende dakvlakken. verbindt de twee frontonsDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening. van de zijgevels. Daken van de vleugels ook tot boven twee kleine frontonsDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening. op de zijgevels.


Bescherming 26.09.1996

Bronnen

Publicaties en studies
“Gare royale”, Art et architecture publics, Mardaga, 1999, pp. 137-139.
GOEDLEVEN, E., De Koninklijke Serres van Laken, Lannoo, Tielt, 1988, pp. 77-85.
VAN YPERSELE de STRIHOU, A., P., Laken: een kasteel in het verlichte Europa, Lannoo, Tielt, 1991.
VAN YPERSELE de STRIHOU, A., P., Laken, een huis voor keizer en koning, Arcade, 1970.