Typologie(ën)

opbrengsthuis
historische lift

Ontwerper(s)

Émile HENRYarchitect1925

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Eclectisme
Beaux-Artsstijl

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2016-2019

id

Urban : 36534
lees meer

Beschrijving

Opbrengstwoning in eclectischeVeel voorkomende stijl (ca. 1850-1914) die inspiratie put uit verschillende architectuurstijlen uit het verleden. Komt door de combinatie van enerzijds verschillende stijlelementen en anderzijds nieuwe technieken en materialen tot een unieke eigentijdse creatie. stijl met Beaux-ArtselementenArchitectuurstroming (ca. 1905-1930) met reminiscenties aan de grote Franse architectuurstijlen uit de 18e eeuw. Rijk en zorgvuldig gedecoreerde gevels in natuursteen en/of simili of in combinatie met baksteen. Borstweringen en poorten in fraai uitgewerkt smeedwerk. n.o.v. architect Emile Henry, “anno 1925” gedateerd in de vazen onder de centrale boogvormige kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement).. Atelier achteraan het perceel gebouwd in hetzelfde jaar en door dezelfde architect dat oorspronkelijk dienstdeed als verlichtingsfabriek “Le Néon”.

Vier bouwlagen en drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) op de verdiepingen, onder mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken.. Gevel in geelgekleurde baksteen met elementen in similiBepleistering ter imitatie van natuursteen., wit- en hardsteen. Grotendeels rechthoekige muuropeningen, deze in de vierde bouwlaag en in de mansarde rondboogvormigBoog waarvan de kromming een halve cirkel beschrijft.. Nadruk op de centrale traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) door brede hoofdingang met gebeeldhouwde koofvormigeConvex gebogen lijst. omlijsting, balkon met stenen balusterborstwering op de eerste verdieping, twee volgende verdiepingen geflankeerd door monumentaleZuilen of pilasters die over de volle hoogte of over meer dan één verdieping opgaan, onafhankelijk van de door vensters en bouwlagen gegeven maten. pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. en bekroning met boogvormige kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). en postamenten1. Rechthoekig voetstuk van een standbeeld; - 2. Balkvormige stenen bekroning; - 3. Stenen zijstukken van een balkonborstwering. waaronder tweelichtTweedelige lichtopening, door deelzuiltje gesplitst.. Laterale traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) met trapezoïdale gestapelde erkersRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld.. Talrijke decoratieve elementen met arabeskenOrnament met slingerende grondlijn, bekleed met bladeren, bloemen, vruchten, gedeelten van mensen- of dierenbeelden in grillige vormen, maar op sierlijke wijze geschikt en aaneengestrengeld., vegetale motieven en waterjuffers. TweelichtTweedelige lichtopening, door deelzuiltje gesplitst. dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. in de zijdelingse traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Ingang naar de woningen in de eerste traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), ingang naar de burelen in de centrale traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) en koetspoort met toegang tot de koer in de laatste traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ...  deels bewaard.
Interieur: Op het oorspronkelijk bouwplan kleine lift aanwezig in de gang in het verlengde van de hoofdingang.

Atelier met twee bouwlagen en acht traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder plat dak. Gevel in baksteen. Brede rechthoekige muuropeningen. PenantenParement tussen twee muuropeningen (vensters of deuren) in dezelfde bouwlaag. geritmeerd door pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. die licht boven de gevel uitsteken. De koer werd in 1952 deels overdekt.

Bronnen

Archives
GAV/DS 8577 (1925), 8607 (1925), 8781 (1926), 15904 (1952).

Publicaties en studies
CULOT, M. [dir.], Forest. 
Inventaire visuel de l'architecture industrielle à Bruxelles, AAM, Brussel, 1980-1982, fiche 72.