Onderzoek en redactie

2016-2019

 

Bekijk de weerhouden gebouwenDe Wielemans Ceuppenslaan vormt een recht, hellend tracé in het verlengde van de Luttrebruglaan en verbindt de Van Volxemlaan met het Rochefortplein of het park van Vorst. Ze werd aangelegd als een dubbele rijbaan gescheiden door een groene middenstrook met bomenrij. De laan doorkruist de Bondgenotenstraat, de Pierre Decosterstraat, de Berthelotstraat, de de Fierlantstraat en de Halvemaanstraat. De Edisonstraat komt erop uit.

De laan maakt deel uit van de Grote Ring rond Brussel opgesteld in het Plan d’ensemble pour l’extension et l’embellissement de l’Agglomération bruxelloise door Victor Besme in 1866. Ze reikt verder naar de Gerijstraat en de Luttrebruglaan langs de noordwestelijke zijde en de Koningin Maria-Hendrikalaan, de Besmelaan en de Albertlaan langs oostelijke zijde. De laan werd verder vastgelegd in het project van het Zuidpark en de villawijk getekend door Victor Besme in 1875 en bekrachtigd bij K.B. van 15.03.1876. Het project voorzag de aanleg van een nieuwe wijk bestaande uit het openbaar park van Sint-Gillis – Vorst, de omliggende straten en de verbinding naar het Zuidstation. Zo ontstonden gelijktijdig met de Wielemans Ceuppenslaan ook de Guillaume van Haelenlaan, de Canadastraat, het zuidelijk deel van de de Mérodestraat en de straten hiertussen ingesloten.
Het duurde echter nog tot ca. 1900 vooraleer de grondwerken, de voetpaden, de bestrating en de groene middenstrook met bomenrij van de prestigieuze laan werden aangelegd. De werken werden mede gefinancierd door de firma Wielemans Ceuppens en de Société Civile Immobilière de Forest (ook bekend als Compagnie Van Volxem). Sinds 1912 reed één van de eerste tramlijnen van de gemeente door de Wielemans Ceuppenslaan wat de commerciële functie van de laan versterkte.

De straatnaam werd gegeven tijdens de gemeenteraadszitting van 06.02.1903 en verwijst naar de brouwerij Wielemans Ceuppens die zich in 1879 aan de hoek van de Van Volxemlaan en de Luttrebruglaan vestigde.

De laan werd hoofdzakelijk bebouwd tussen 1900 en de Eerste Wereldoorlog met opbrengstwoningen in eclectische stijl. Het overgrote deel van de gevels zijn in polychrome baksteen met gebruik van banden, ontlastingsbogen en andere sierlijke elementen. Enkele voorbeelden bevinden zich op nr. 47 (1910, architect A. Andrieu), nr. 68 (1911) nr. 69 (1912, architect E. Tondeur) en nr. 115 (1914, architect Robert Lemaire). Andere opbrengstwoningen werden gebouwd in simili zoals deze op nr. 99 (1913, architect Léon Muller) of met een eerste bouwlaag in blauwe hardsteen zoals deze op nr. 46 (1913) en nr. 120 (1909, architect Edouard Huens). Een groot aantal benedenverdiepingen werden ingericht als handelszaken. Dit zijn bijvoorbeeld nr. 32-34 (1908), nr. 95 (bouwdatum onbekend), nr. 117-119 (1913, architect Léon David) en nr. 125 (1910, architect Borgers). Citeren we ook nog de wijkarchitect Jules Munster die enkele opmerkelijke opbrengstwoningen oprichtte in de straat (zie nr. 86 en 89-91-93).

Tijdens de interbellumperiode werden de nog leegstaande terreinen – die zich vooral op het einde van de laan bevonden - volgebouwd met appartementsgebouwen die vaak voorzien werden van handelszaken en die één of twee verdiepingen hoger reikten dan de gebouwen uit de voorgaande bouwperiode. Zo citeren we de huizenrij in eclectische stijl van nr. 180-182 t.e.m. 194 gebouwd tussen 1923 en 1928 door architect Robert Lemaire met uitzondering van nr. 194 n.o.v. architect A. Sauvage (zie nr. 194). Voorbeelden van appartementsgebouwen in modernistische stijl bevinden zich op nr. 150-152-154 (1939, architecten A. Foidart en P. Van Eyck).
Twee industriële gehelen met grote ateliers in de achterliggende percelen vestigden zich in de jaren 1920 in de laan. Dit zijn de voormalige neonfabriek op nr. 35-35a-35b gebouwd in 1925 (zie nr. 35-35a-35b) en het monumentaal gebouw met voormalige laboratorium voor farmaceutische producten op nr. 39-45 gebouwd in 1955 door architect J.B. Tilman.

Bronnen

Archieven
GAV, OW 45, AR 08-02-1912 en dossier 49, AR 15-03-1876.
GAV-DS 32-34: 4510 (1908); 39-45: 5966 (1912), 5992 (1912), 9508 (1927), 19382 (1969); 46: 6171 (1913), 6419 (1914), 25880 (2016); 47: 5198 (1910), 5477 (1911), 13751 (1938) 68: 5729 (1911), 17082 (1957), 25846 (2015); 69 5969 (1912), 95: 6326 (1913), 17570 (1959); 99: 6305 (1913), 6396 (1913), 24586 (2009); 115: 6537 (1914), 7273 (1923), 22456 (1999); 117-119: 6253 (1913), 23257 (2005); 120: 4834 (1909); 125: 5130 (1910), 22341 (1999); 150-152-154: 13914 (1939).

Publicaties en studies
CULOT, M. [dir.], Forest. Inventaire visuel de l'architecture industrielle à Bruxelles, AAM, Brussel, 1980-1982, fiche 72.
VAN LIL, A., Wegwijs te Vorst, Brussel, A. Van Lil, 1981, p. 88.
VERNIERS, L., Histoire de Forest-lez-Bruxelles, A. De Boeck, Brussel, 1949, pp. 183-184, 209-210, 249, 300.
VOKAER, J.P., Par les rues de Forest. Etude sur la toponymie locale, Brussel, 1954, pp. 68, 72.