Voormalige telefooncentrale van de Regie voor Telegraaf en Telefoon (RTT)
Houba de Strooperlaan 292
Typologie(ën)
telecommunicatie
kantoorgebouw
kantoorgebouw
Ontwerper(s)
Gaston BRUNFAUT – architect – 1953-1955
Juridisch statuut
Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024
Stijlen
naoorlogs modernisme
Functionalisme
Inventaris(sen)
- Actualisatie van de Urgentie-Inventaris (Sint-Lukasarchief - 1993-1994)
- Inventaris van het Hedendaags Erfgoed (Urbat - 1994)
- Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
- Permanente actualisatie van de inventaris van het Bouwkundig Erfgoed (DPC-DCE)
- Inventaris van het Bouwkundig Erfgoed 1939-1999 (ULB)
- Het monumentale erfgoed van België. Laken (Archistory - 2016-2019)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek Het ontwerp van een onroerend goed (gebouw) door een gerenommeerde kunstenaar (architect) kan maar zeer zelden als criterium worden beschouwd. Om het belang van de selectie van dit onroerend goed te beoordelen, en de plaats dat het inneemt in het oeuvre van een kunstenaar (architect), is dit een criterium dat moet worden afgewogen met de architectonische kwaliteit (compositie en interne structuur), de uitvoering (materialen, technische beheersing), de plaats in de architectuurgeschiedenis dewelke een getuigenis zijn van een fase of aspect van landschapsarchitectuur of de bouwkunst in het verleden. Zodoende gelden koppelingen naar volgende criteria: zeldzaamheid (typologie, stijl, materiaalgebruik, bronnen), representativiteit (idem) en integriteit (idem + kwaliteit van uitvoering).
- Esthetisch Het onroerend goed heeft een esthetische waarde als het de waarnemer zintuigelijk prikkelt op een positieve manier (‘ervaring van schoonheid). Historisch gezien werd deze waarde aangewend om waardevolle natuurlijke of semi-natuurlijke gebieden aan te duiden, maar het kan ook gelden voor grote gehelen van gebouwen in een stedelijk gebied, met of zonder natuurlijke elementen, of monumenten die het stadslandschap markeren. Automatisch dringt een afweging met andere waarden zich op, de artistieke in de eerste plaats, maar ook de landschappelijke (integratie van het werk in het stedelijk landschap, oriëntatiepunten in de stad) en stedenbouwkundige waarde (spontane of rationele stedelijke gehelen), en dienen koppelingen naar selectiecriteria worden gemaakt: representativiteit, ensemblewaarde en contextuele waarde. Criteria die met andere (met name artistieke) criteria moeten worden gecombineerd.
- Historisch Het onroerend goed heeft een historische waarde als het getuigt van een bijzondere periode in de geschiedenis van de streek of de gemeente, of als bijzonder belangrijke ouderdom en zeldzame ontwikkeling voor een periode (bv. tuinstad die representatief is voor een bouwwijze die werd toegepast in het kader van de grote bouwcampagnes na de Tweede Wereldoorlog; dorpskernen die de eerste gegroepeerde bouwwerken van de gemeenten van de tweede ring illustreren; Hallepoort als overblijfsel van de tweede omwalling; enz.), of als getuigenis van een bepaalde stedelijke (en/of landschappelijke) ontwikkeling van de stad (bv. gebouwen aan de centrale boulevards of in de Leopoldswijk), of wanneer het een band vertoont met een belangrijke historische figuur - met inbegrip van persoonlijke huizen van architecten en kunstenaarsateliers (b.v. het geboortehuis van Constantin Meunier, het huis van Magritte), of in verband kan worden gebracht met een belangrijke historische gebeurtenis (b.v. huizen van de wederopbouw na het bombardement van 1695, Congreskolom), of een typologische representativiteit vertoont die kenmerkend is voor een commerciële of culturele beroepsactiviteit (bv. kerken, bioscopen, industriële architectuur, apotheken).
- Technisch Onder de technische waarde van een onroerend goed kan men het vroeg gebruik van een bepaald materiaal of een bepaalde techniek verstaan (> engineering), ook gebouwen met een constructief of technologisch belang, een technisch hoogstandje of een technologische innovatie kunnen in aanmerking komen. Het kan eveneens industrieel-archeologisch waardevol worden begrepen zoals getuigenissen van verouderde bouwmethodes. Vanzelfsprekend dringt een koppeling zich aan mbt een wetenschappelijke waarde.
- Stedenbouwkundig Sommige bouwkundige goederen spelen, meer dan andere bouwkundige goederen, een prominente rol in de planmatige inrichting van de bebouwde ruimte in het verleden. Meestal determineren zijn andere stedenbouwkundige (plan)vormen zodat er zich een wisselwerking voortdoet tussen bebouwde en niet-bebouwde (of open) ruimte. Die inrichting omvat ook de samenhang tussen verschillende schaalniveaus. Een onroerend goed heeft stedenbouwkundige waarde wanneer het hierin een rol speelt, bijvoorbeeld hoekgebouwen, coherente pleinen of (straatwanden), deskundig ingeplante torens (hoogbouw) en hun relatie tot hun onmiddellijke kwaliteitsvolle omgeving die coherent kan zijn, maar ook contrastrijk, maar ook relicten van stedenbouwkundige concepten en hoe deze architecturaal (en typologisch) zijn of werden ingevuld, zoals bijvoorbeeld de nog bewaarde eclectische stadspaleizen en/of herenhuizen in de Leopoldswijk.
Onderzoek en redactie
2016
id
Urban : 35974
Beschrijving
Op de hoek met de
Stiénonlaan, voormalige telefooncentrale van de RTT (Regie voor Telegraaf en
Telefoon), ontworpen in 1953 en gesigneerd en gedateerd op de benedenverdieping
“GASTON BRUNFAUT / ARCHITECTE / 1955”.
Het L-vormige complex bestaat uit twee volumes van drie bouwlagen, aan de Houba de Strooperlaan trapezoïdaal, aan de Stiénonlaan rechthoekig en groter, op de hoek met elkaar verbonden door een cilindervormige traptoren. Tegen de achterzijde van het tweede volume, aan de rechterkant, is een vleugel van twee bouwlagen onder plat dak aangebouwd, bestemd voor de stookruimte. Deze vleugel wordt door middel van een lange L-vormige luifelAfdak boven de ingang van een huis of handelszaak. verbonden met de vleugel aan de Houbalaan, en het geheel ligt rond een binnenplaats. Op het rechteruiteinde van het perceel aan de Stiénonlaan geeft een portiek1. Open galerij of zuilengang waarvan het dak op zuilen of arcades rust; - 2. Classicistische ruimte vóór een toegangsdeur die terugspringt of niet gelijk is met de voorgevel; - 3. Samenstel van twee zuilen onder architraaf die overgang tussen twee ruimtes accentueert. toegang tot een laterale binnenplaats.
Complex met een geraamte van gewapend beton, dat van het volume aan de Stiénonlaan bestaande uit portieken1. Open galerij of zuilengang waarvan het dak op zuilen of arcades rust; - 2. Classicistische ruimte vóór een toegangsdeur die terugspringt of niet gelijk is met de voorgevel; - 3. Samenstel van twee zuilen onder architraaf die overgang tussen twee ruimtes accentueert. van vier niveaus met twee naar binnen verschoven hoofdpijlers en twee tussenpijlers tot aan de eerste verdieping. Buitenste gevels bekleed met Euvillesteen, hardsteen op de onderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen., en aan de binnenplaatsen in roomwitte baksteen van Fouquembert, versierd met hardstenen elementen. Breed uitkragende kroonlijstenStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). aan deze zijde. Opstanden met lange vensterregistersDoorlopende horizontale aaneenschakeling van vensters.. Sommige muuropeningen zijn versierd met glasstenen van Saint-Gobain. Schrijnwerk vervangen. Het oorspronkelijke schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... was van metaal, met talrijke verdelingen die vierkanten vormden rond thermopaneglas. De deuren waren van een lichte legering gemaakt.
Volume aan de Houbalaan voorzien van een klein venster, een inrijpoort, de hoofdingang voor voetgangers en een vensterregister boven een keldervenster met glasstenen, het geheel onder een luifelAfdak boven de ingang van een huis of handelszaak. op drie schuine pijlers1. Muurstut zonder entasis (kromming), mogelijk met basis en kapiteel; - 2. Massief gemetseld of betonnen steunelement met gewoonlijk rechthoekige doorsnede (vb. bruggepijler,…) die de stijlen van de ingangen vormen. Op de achtergevel, linkertravee met brede vrije muuropening. Rechts, smalle traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) in risalietRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden. met een hoog raam van glasstenen dat het hoofdtrappenhuis verlicht.
Volume aan de Stiénonlaan met drie lange, naar de hoek verschoven vensterregistersDoorlopende horizontale aaneenschakeling van vensters.. Gevel aan de binnenplaats met muuropeningen met glasstenen op de benedenverdieping, onder twee vensterregistersDoorlopende horizontale aaneenschakeling van vensters.. Links, boven de vleugel met de stookruimte, voorbouw met één extra bouwlaag bestemd voor een trappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht., verlicht door talrijke gestapelde venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. met glasstenen. Op de gevel aan de laterale binnenplaats, ingang geflankeerd door vlakken gemaakt van glasstenen, het geheel onder luifelAfdak boven de ingang van een huis of handelszaak.. Muuropening met twee monelenStenen vensterstijl. op elke verdieping.
Traptorent op de hoek gemaakt van in geprefabriceerde betonpanelen ingewerkte glasstenen.
Op de vleugel met de stookruimte, gevels van twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) met lage venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. van glassteen in het onderste gedeelte en met vensterregisters op de verdieping.
Binnen, volgens oorspronkelijk plan, “kabels” en “luchtbehandelingsinstallatie” in het souterrainHoge kelder of half verzonken verdieping.. Op de benedenverdieping, aan de Stiénonlaan, grote zaal van de “verdeler” vooraan, technische lokalen achteraan, langs een lange gang. Op de eerste verdieping, aan de Stiénonlaan, “apparatenzaal” van bijna 600 vierkante meter met pijlers1. Muurstut zonder entasis (kromming), mogelijk met basis en kapiteel; - 2. Massief gemetseld of betonnen steunelement met gewoonlijk rechthoekige doorsnede (vb. bruggepijler,…) die inspringen t.o.v. elke gevel, thans ingedeeld in kantoren. Refter en kantoor aan de Houbalaan. Op de tweede verdieping, tweede apparatenzaal, kantoor en conciërgewoning boven de refter.
Lambrisering van tegels in witte of beige zandsteen op de muren en de pijlers1. Muurstut zonder entasis (kromming), mogelijk met basis en kapiteel; - 2. Massief gemetseld of betonnen steunelement met gewoonlijk rechthoekige doorsnede (vb. bruggepijler,…) van de zalen. De vloeren van de doorlopen zijn betegeld. Oorspronkelijk, parket in kambalahout in de apparatenzaal op de eerste verdieping. In de hoek, wenteltrapTrap die rond een centrale, verticale as of opening spiraalvormig omhoog loopt. met treden van beige ijzeraarde van Wasserbillig en een buisreling. De twee overige trappen met eenzelfde bekleding en met volle leuningen in granito, eveneens met buisreling.
Het L-vormige complex bestaat uit twee volumes van drie bouwlagen, aan de Houba de Strooperlaan trapezoïdaal, aan de Stiénonlaan rechthoekig en groter, op de hoek met elkaar verbonden door een cilindervormige traptoren. Tegen de achterzijde van het tweede volume, aan de rechterkant, is een vleugel van twee bouwlagen onder plat dak aangebouwd, bestemd voor de stookruimte. Deze vleugel wordt door middel van een lange L-vormige luifelAfdak boven de ingang van een huis of handelszaak. verbonden met de vleugel aan de Houbalaan, en het geheel ligt rond een binnenplaats. Op het rechteruiteinde van het perceel aan de Stiénonlaan geeft een portiek1. Open galerij of zuilengang waarvan het dak op zuilen of arcades rust; - 2. Classicistische ruimte vóór een toegangsdeur die terugspringt of niet gelijk is met de voorgevel; - 3. Samenstel van twee zuilen onder architraaf die overgang tussen twee ruimtes accentueert. toegang tot een laterale binnenplaats.
Complex met een geraamte van gewapend beton, dat van het volume aan de Stiénonlaan bestaande uit portieken1. Open galerij of zuilengang waarvan het dak op zuilen of arcades rust; - 2. Classicistische ruimte vóór een toegangsdeur die terugspringt of niet gelijk is met de voorgevel; - 3. Samenstel van twee zuilen onder architraaf die overgang tussen twee ruimtes accentueert. van vier niveaus met twee naar binnen verschoven hoofdpijlers en twee tussenpijlers tot aan de eerste verdieping. Buitenste gevels bekleed met Euvillesteen, hardsteen op de onderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen., en aan de binnenplaatsen in roomwitte baksteen van Fouquembert, versierd met hardstenen elementen. Breed uitkragende kroonlijstenStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). aan deze zijde. Opstanden met lange vensterregistersDoorlopende horizontale aaneenschakeling van vensters.. Sommige muuropeningen zijn versierd met glasstenen van Saint-Gobain. Schrijnwerk vervangen. Het oorspronkelijke schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... was van metaal, met talrijke verdelingen die vierkanten vormden rond thermopaneglas. De deuren waren van een lichte legering gemaakt.
Volume aan de Houbalaan voorzien van een klein venster, een inrijpoort, de hoofdingang voor voetgangers en een vensterregister boven een keldervenster met glasstenen, het geheel onder een luifelAfdak boven de ingang van een huis of handelszaak. op drie schuine pijlers1. Muurstut zonder entasis (kromming), mogelijk met basis en kapiteel; - 2. Massief gemetseld of betonnen steunelement met gewoonlijk rechthoekige doorsnede (vb. bruggepijler,…) die de stijlen van de ingangen vormen. Op de achtergevel, linkertravee met brede vrije muuropening. Rechts, smalle traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) in risalietRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden. met een hoog raam van glasstenen dat het hoofdtrappenhuis verlicht.
Volume aan de Stiénonlaan met drie lange, naar de hoek verschoven vensterregistersDoorlopende horizontale aaneenschakeling van vensters.. Gevel aan de binnenplaats met muuropeningen met glasstenen op de benedenverdieping, onder twee vensterregistersDoorlopende horizontale aaneenschakeling van vensters.. Links, boven de vleugel met de stookruimte, voorbouw met één extra bouwlaag bestemd voor een trappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht., verlicht door talrijke gestapelde venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. met glasstenen. Op de gevel aan de laterale binnenplaats, ingang geflankeerd door vlakken gemaakt van glasstenen, het geheel onder luifelAfdak boven de ingang van een huis of handelszaak.. Muuropening met twee monelenStenen vensterstijl. op elke verdieping.
Traptorent op de hoek gemaakt van in geprefabriceerde betonpanelen ingewerkte glasstenen.
Op de vleugel met de stookruimte, gevels van twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) met lage venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. van glassteen in het onderste gedeelte en met vensterregisters op de verdieping.
Binnen, volgens oorspronkelijk plan, “kabels” en “luchtbehandelingsinstallatie” in het souterrainHoge kelder of half verzonken verdieping.. Op de benedenverdieping, aan de Stiénonlaan, grote zaal van de “verdeler” vooraan, technische lokalen achteraan, langs een lange gang. Op de eerste verdieping, aan de Stiénonlaan, “apparatenzaal” van bijna 600 vierkante meter met pijlers1. Muurstut zonder entasis (kromming), mogelijk met basis en kapiteel; - 2. Massief gemetseld of betonnen steunelement met gewoonlijk rechthoekige doorsnede (vb. bruggepijler,…) die inspringen t.o.v. elke gevel, thans ingedeeld in kantoren. Refter en kantoor aan de Houbalaan. Op de tweede verdieping, tweede apparatenzaal, kantoor en conciërgewoning boven de refter.
Lambrisering van tegels in witte of beige zandsteen op de muren en de pijlers1. Muurstut zonder entasis (kromming), mogelijk met basis en kapiteel; - 2. Massief gemetseld of betonnen steunelement met gewoonlijk rechthoekige doorsnede (vb. bruggepijler,…) van de zalen. De vloeren van de doorlopen zijn betegeld. Oorspronkelijk, parket in kambalahout in de apparatenzaal op de eerste verdieping. In de hoek, wenteltrapTrap die rond een centrale, verticale as of opening spiraalvormig omhoog loopt. met treden van beige ijzeraarde van Wasserbillig en een buisreling. De twee overige trappen met eenzelfde bekleding en met volle leuningen in granito, eveneens met buisreling.
Bronnen
Archieven
SAB/OW 67446 (1953).
Tijdschriften
DE NEUVILLE, L., “Le nouveau central téléphonique de Bruxelles-Laeken”, La Technique des Travaux, 9-10, 1957, pp. 285-291.
Centrales Téléphoniques à Bruxelles. Architecte: Gaston Brunfaut in Habitat et Habitations, 8-9, 1957, pp. 90-92.
Opmerkelijke bomen in de nabijheid