Typologie(ën)

burgerwoning

Ontwerper(s)

Pierre NETELSarchitect1928

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Beaux-Artsstijl

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2018

id

Urban : 38407
lees meer

Beschrijving

Burgerwoning in Beaux-ArtsstijlArchitectuurstroming (ca. 1905-1930) met reminiscenties aan de grote Franse architectuurstijlen uit de 18e eeuw. Rijk en zorgvuldig gedecoreerde gevels in natuursteen en/of simili of in combinatie met baksteen. Borstweringen en poorten in fraai uitgewerkt smeedwerk. en met asymmetrische compositieTypische gevelopstand bestaande uit twee ongelijke traveeën; in Brussel komt dit geveltype vaak voor met drie bouwlagen volgens verkleinende ordonnantie; de hoofdtravee is meestal breder, rijker uitgewerkt en wordt verder benadrukt door licht vooruit te springen en/of door één of meer balkons; de kelders zijn meestal hoog, wat zich vertaalt in een hoge onderbouw; het grondplan bestaat over het algemeen uit een aaneenschakeling van kamers., n.o.v. architect Pierre Netels, 1928.

Gevel in oranjekleurige baksteen en similiBepleistering ter imitatie van natuursteen. en met hardstenen elementen. Onderbouw in breuksteenMetselwerk bestaande uit brokken onregelmatige natuursteen. van groene zandsteen. Muuropeningen onder steekboogBoog die minder dan een halve cirkel beschrijft; boog in de vorm van een cirkelsegment. Bij vensters spreekt men dan van een getoogd venster of steekboogvenster. op de benedenverdieping, onder rondboogBoog waarvan de kromming een halve cirkel beschrijft. op de verdieping. Omlijstingen met hoekblokkenAfwisselende opeenvolging van lange en korte zijden van natuurstenen hoekblokken of neggen (geprofileerd) in een bakstenen gevel.. Weelderig gebeeldhouwd plantendecor. Twee gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. op de benedenverdieping. Trapezoïdale erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. met drielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere., bekroond door een terras met smeedijzerenTaai, ‘kneedbaar’ ijzer dat ambachtelijk wordt ‘gesmeed’ (gehamerd bij hoge temperatuur) tot decoratieve bouwonderdelen als tuinhekken, borstweringen… borstwering voor een dakvensterUit het dakvlak opgaand stenen venster dat met de gevel in verbinding staat of er enkel door een kroonlijst van gescheiden is. met vleugelstukkenZijstuk, veelal in voluutvorm, van een topgevel, dakkapel of dakvenster. en een geveltop met holronde aandaken onder boogvormige kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement).. Kleine houten dakkapelUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap.. Kroonlijst in twee delen die de kromming van de vleugelstukkenZijstuk, veelal in voluutvorm, van een topgevel, dakkapel of dakvenster. van het dakvensterUit het dakvlak opgaand stenen venster dat met de gevel in verbinding staat of er enkel door een kroonlijst van gescheiden is. volgen, met uiteinden met volutenSpiraalvormig ornament; meestal gebruikt als aanzetstuk van topgevels, bij deur- en vensteromlijstingen of als steunbeer.. Getraliede deur met grote ramenVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn..

Bronnen

Archieven
SAB/OW 38194 (1928).