Typologie(ën)

appartementsgebouw

Ontwerper(s)

H. LEDRUT1932

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Art deco

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2016

id

Urban : 35854
lees meer

Beschrijving

Op de hoek met de Emile Wautersstraat, appartementsgebouw in art-decostijl, n.o.v. architect H. Ledrut, 1932.

Op een waaiervormige plattegrond, gebouw van vier bouwlagen onder mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken. en met vier gevels van elk één traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Benedenverdieping in granito, op een hardstenen sokkel met uitspringende onderzijde. Bakstenen verdiepingen versierd met bepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. en beschilderde elementen. Op de benedenverdieping, garagepoort en vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. op de eerste traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), twee venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. op de tweede, deur met geprofileerde stijlen geflankeerd door twee venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. op de derde en een tweede, identieke deur op de laatste traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Op de verdiepingen, traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) verbonden door een gewelfd muurvlak en elk behandeld als trapezoïdale gestapelde erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. op gebombeerde druiper. De eerste drie erkersRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. hebben zijvlakken versierd met uitspringende bakstenen en vensters met stijlen in de vorm van een doorlopende  veelhoekige zuil; per twee gekoppelde venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. op de eerste en de derde traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Muurdammen en kapitelenKopstuk van een zuil, pijler of pilaster; algemeen om de gedragen last op een smaller draagvlak over te brengen. met geometrisch decor. Gecanneleerde borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. Hoofdgestel met voorstevenvormige uitsprongen en een blindeZonder opening; blind venster, schijnopening. friesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…)., onder een platte kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). die de vorm van de erkersRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. volgt. Gemetselde dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. in het onderschild, op de tweede traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) de kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). doorbrekend, met gebogen Frans balkonBorstwering tussen de dagkanten van een naar binnen openslaand venster dat tot de vloer doorloopt. met smeedijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust., pilastervormige stijlen en gewelfde bekroning. Beglaasde smeedijzeren toegangsdeuren en raamwerk van de benedenverdieping bewaard.

Binnen, deur op de derde traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) naar een veelhoekige hal waarop kantoren uitgeven, en trap naar de eerste verdieping. De deur op de laatste traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) geeft toegang tot het trappenhuis waarop alle bouwlagen uitkomen. Eén groot appartement per verdieping.

Bronnen

Archieven
SAB/OW 41260 (1932).