Typologie(ën)

sociale woonblok

Ontwerper(s)

Jean-Baptiste DEWINarchitect1930

Gaston BRUNFAUTarchitect1930

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Art deco
Modernisme

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2016

id

Urban : 35839
lees meer

Beschrijving

Op een lang doorlopend perceel, complex van vijf gebouwen met modernistische sociale woningen ontworpen in 1930 voor de Société Anonyme des Habitations à Bon Marché de l’Agglomération bruxelloise; de twee blokken aan de laan, met invloed van de art decoTendens tot de geometrisering van vormen en architecturale ornamenten die zich uitdrukt in het materiaal- en kleurgebruik., werden ontworpen door architect Jean-Baptiste Dewin, de drie aan de straat door architect Gaston Brunfaut.

In 1954 ontwierp de Groupe Structures voor dezelfde maatschappij twee nieuwe gebouwen op met elkaar verbonden percelen, een aan de Jean Heymansstraat (nr. 7), het andere aan de Prins Leopoldsquare (nr. 48). Dezelfde architecten vergrootten ook, naar links, het gebouw aan de Pierre Strauwenstraat (nr. 19) met twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Tussen 2012 en 2015 werd dit geheel grondig verbouwd.

Op nr. 568 de Smet de Naeyerlaan, twee gebouwen van Jean-Baptiste Dewin verbonden door een overdekte galerij, het ene, aan straatzijde, met zeven bouwlagen waarvan de laatste, inspringend, in 1951 werd toegevoegd (n.o.v. architect Ernest Picquet), het andere gebouw achteraan gelegen, met vijf bouwlagen waarvan de eerste lager is. Symmetrische opstanden; de voorgevel van het blok aan de laan is fraaier uitgewerkt.

Het voorste blok wordt achteraan verlengd door twee fijne haakse vleugels van zes bouwlagen, met daartussen een klein volume van twee bouwlagen, daar waar de overdekte galerij begint.
Voorgevel in bruine baksteen en grof bewerkte simili van hardsteen (simili-pierre bleue grosse ciselure), vooral op de benedenverdieping, met hardstenen elementen. Opstand van vijf traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), waarvan de zijtraveeën per twee zijn gekoppeldTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. en een brede gestapelde erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. over alle verdiepingen vormen; platform met Dorische klossenKraagstuk van een kroonlijst met verfijnd uitgesneden en/of gefreesd hangend element of drop. en kwartronde hoekconsoles. Centraal, deur geflankeerd door twee venstersLicht- en/of luchtopening in een muur., het geheel bekroond door een imposant impostvensterVenster boven een deur en ervan gescheiden door een stenen dorpel, een entablement of een muurvlak.; benedenverdieping belijnd door een kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). op klossen. Op de eerste vier verdiepingen van de centrale traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), kleine, per vier gekoppelde vensters, die aan de zijkanten langer; vijfde verdieping bepleisterdMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. en behandeld als attiekMuur of bouwlaag boven de kroonlijst die meestal het dak aan het gezicht onttrekt. boven een kroonlijst. Benedenverdieping versierd met verdiepte schijnvoegenImitatievoeg in metsel - of pleisterwerk, aangebracht om regelmatige verdeling te bewerkstelligen of bijvoorbeeld natuurstenen parement (simili) te suggereren.. Friezen van opstaande bakstenen boven de muuropeningen. Op de consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. en tussen de gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), gebeeldhouwde panelen met pelikanen op de eerste verdieping en bloemenmotieven op de volgende verdiepingen. Schrijnwerk vervangen, behalve de beglaasde smeedijzeren deur en het raamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. van de flankerende venstersLicht- en/of luchtopening in een muur., met roedeverdeling en glas-in-lood.
Achtergevels in bruine baksteen versierd met beraapte zones, waaronder de laatste verdiepingen. Decor van opstaande bakstenen boven de muuropeningen. Schrijnwerk vervangen.
Binnen, inkomhal met vloer en trap in granito. Centraal trappenhuis. Drie appartementen op de benedenverdieping: links de conciërgewoning met loge uitgevend op de inkomhal, gevolgd door een appartement; een derde appartement neemt het hele rechtergedeelte in. Drie appartementen per verdieping, waarvan een vooraan met drie of vier kamers, afhankelijk van de verdieping, dat de centrale traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) inneemt.

Het achterste blok heeft een kruisvormige plattegrond, lange gevels van zes traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder licht hellend schilddakDak met twee driehoekige dakvlakken aan de smalle zijde en twee trapeziumvormige aan de lange zijde.. Gevels in dezelfde materialen als de achtergevels van het voorste blok. De gevel aan de laan heeft een centrale voorbouw van twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) die de hoeken innemen en het trappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht. verlichten, de linkertravee met verspringende bouwlagen. Aan weerszijden daarvan, traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) met ongelijke smalle, per twee gekoppelde vensters (badkamers en stookruimten). Op de zijtraveeën, waar zich de keukens bevinden, balkons met borstwering van opengewerkt beton. Schoorsteenkoker in de as van de achtergevel. Schrijnwerk vervangen.
Binnen, twee appartementen per verdieping.

Op nr. 19 en 21-21a-21b Pierre Strauwenstraat, drie gebouwen van Gaston Brunfaut, met vier bouwlagen onder plat dak. Blok aan de straatkant verbouwd, met aan deze zijde oorspronkelijk een bakstenen gevel. Centraal blok en blok achteraan met bepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. gevels versierd met hardstenen elementen. Onderbouw in baksteen. In elke bouwlaag, groepen venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. gevat in eenzelfde lichte insprong en met doorlopende onderdorpels. Voor- en achtergevel met vijf tot zes traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Linkerzijgevels met drie symmetrische traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), de centrale met twee smalle gekoppelde vensters. Blinde rechterzijgevels.
Aan straatzijde, toegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht. in risalietRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden.. Deur met geprofileerde stijlen, onder een latei die een luifelAfdak boven de ingang van een huis of handelszaak. vormt. Erboven, smal doorlopend  vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. dat het trappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht. verlicht, eveneens met geprofileerde stijlen. Op het centrale blok, bredere toegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht. met smalle laterale vensters.
Hoofdgestellen thans bekleed met golfplaten. Schrijnwerk vervangen, behalve het raamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. met ijzeren roedeverdeling van het vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. van het trappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht..
Binnen, oorspronkelijk, zestien appartementen in het blok aan straatzijde, dus vier per bouwlaag, twaalf in het centrale blok, dus drie per bouwlaag, en acht in het blok achteraan, dus twee per bouwlaag.

Bronnen

Archieven
Archief van de Lakense Haard.

SAB/OW de Smet de Naeyerlaan 56843959 (1930), 66154 (1951); Jean Heymansstraat 7 en Prins Leopoldsquare 48: 68117 (1952-1955).

Publicaties en studies
MOUTURY, S., CORDEIRO, P., HEYMANS, V., Le logement ouvrier et social à Laeken. Etude historique et architecturale débouchant sur des propositions de mesures de protection, Cel Historisch Erfgoed van de Stad Brussel, Brussel, 1997, pp. 95-97.