Typologie(ën)

herenhuis

Ontwerper(s)

Émile LAMBOTarchitect1930

Albert DEGANDarchitect1962

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Beaux-Artsstijl

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2016

id

Urban : 35840
lees meer

Beschrijving

Herenhuis in Beaux-Artsstijl, n.o.v. architect Emile Lambot, 1930. Vanaf 1962 was hier de zetel van het Aartsbisdom Mechelen-Brussel gevestigd en was dit de residentie van Mgr. Suenens.

Halfvrijstaand gebouw van twee bouwlagen onder mansarde en plat dak. Bakstenen gevels met elementen in witsteen en hardsteen.
Straatgevel met drie symmetrische traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Vensters onder hanenkamVlakke samengestelde latei, waarvan de stenen als boogstenen functioneren; in ruime zin slaat de term ook op een boog met een getrapte (pseudo-) boogrug., op de benedenverdieping gevat in een friesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). versierd met guirlandes en gegroefde sleutels die, op de verdieping, een hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel. met sleutel met bloemmotief vormen met, met dezelfde achtergrond als de friesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). van het bekronend hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel.. Op de zijtraveeën, twee gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. op de benedenverdieping en een vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. met borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. met balustersVaasvormige spijl van een borstwering. op de verdieping. Centrale travee in steen, met verdiepte schijnvoegenImitatievoeg in metsel - of pleisterwerk, aangebracht om regelmatige verdeling te bewerkstelligen of bijvoorbeeld natuurstenen parement (simili) te suggereren. op de benedenverdieping. Trapezoïdale toegangsportiek, met hanenkamVlakke samengestelde latei, waarvan de stenen als boogstenen functioneren; in ruime zin slaat de term ook op een boog met een getrapte (pseudo-) boogrug. op geprofileerde kussenblokken1. Dekplaat dat ligt tussen de drager (kapiteel) en het gedragene (balk of boog); 2. Kwartronde kraagsteen van een venster- of deurboog. en een trappenpartij, en geflankeerd door twee smalle getraliede venstersLicht- en/of luchtopening in een muur.. Op de verdieping, balkon met holronde zijvlakken en een stenen borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. met balusters, voor een T-vormige glasdeurDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat. geflankeerd door smalle ramen. Travee bekroond door een kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). doorbrekende halfcirkelvormige dakkapelUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. met venster met dezelfde vorm, met moneelStenen vensterstijl. en borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. met balustradeHekwerk van spijlen of balusters., geflankeerd door bewerkte vleugelstukken en bekroond door een imposante sleutelSluitsteen van een opening; weerhoudt de gewelfstenen in een boog of gewelf.. Kroonlijst met Dorische klossenKraagstuk van een kroonlijst met verfijnd uitgesneden en/of gefreesd hangend element of drop. die de omtrek van de dakkapelUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. volgt, voor een verhoging van de mansarde. Laterale dakkapellen met vleugelstukken. Beglaasde smeedijzeren deur.

Getrapte achtergevel. In 1962 werd het gebouw door architect Albert Degand uitgebreid, voor rekening van de Kerkfabriek van Sint-Jacob-op-Koudenberg.

Binnen, over twee bouwlagen, grote vierkante hal met wenteltrapTrap die rond een centrale, verticale as of opening spiraalvormig omhoog loopt. met smeedijzeren leuning, onder daklicht. Achteraan, voormalige salon-veranda, in 1962 verbouwd tot kapel met daarboven het kantoor van Mgr. Suenens.

Links, garage van één bouwlaag met gevel in dezelfde materialen: bakstenen muurvlak geflankeerd door twee inrijpoorten, onder attiekmuurtje met laterale balustradesHekwerk van spijlen of balusters.. Oorspronkelijk gaf enkel de linker toegang uit op een garage, terwijl die aan de rechterkant (waarvan de poort is bewaard) naar een binnenplaats leidde.

In de uitgestrekte tuin, groot bas-reliëf tegen de achtermuur, waarschijnlijk de Val van Phaëton voorstellende, dat tot 1962 de blindeZonder opening; blind venster, schijnopening. muur van het trappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht. op de eerste verdieping versierde.

Bronnen

Archieven
SAB/OW 41410 (1930), 73921 (1962).

Tijdschriften
Almanach du Commerce et de l’Industrie, “de Smet-de Naeyer (boulevard)”, 1965.