Typologie(ën)
woning of opbrengsthuis (onbepaald)
Ontwerper(s)
Edgar DEMARTEAU – architect – 1913
Stijlen
Eclectisme
Art nouveau
Inventaris(sen)
- Actualisatie van de Urgentie-Inventaris (Sint-Lukasarchief - 1993-1994)
- Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
- Permanente actualisatie van de inventaris van het Bouwkundig Erfgoed (DPC-DCE)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek
- Esthetisch
- Historisch
- Stedenbouwkundig
Onderzoek en redactie
2016
id
Urban : 35842
Beschrijving
Huis in eclectische stijl
met invloed van de art nouveauInternationale beweging (1893 - ca. 1914) als reactie op de ‘neo’-stijlen, maar met sterk lokale verschillen. In België kent de stijl twee stromingen, namelijk de florale art nouveau met Victor Horta als boegbeeld en anderzijds de geometrische art nouveau beïnvloed door Paul Hankar of de Wiener Secession. en met asymmetrische compositieTypische gevelopstand bestaande uit twee ongelijke traveeën; in Brussel komt dit geveltype vaak voor met drie bouwlagen volgens verkleinende ordonnantie; de hoofdtravee is meestal breder, rijker uitgewerkt en wordt verder benadrukt door licht vooruit te springen en/of door één of meer balkons; de kelders zijn meestal hoog, wat zich vertaalt in een hoge onderbouw; het grondplan bestaat over het algemeen uit een aaneenschakeling van kamers., n.o.v.
architect Edgar Demarteau, 1913. Dit huis werd gelauwerd in de gevelwedstrijd
die de gemeente voor de jaren 1911-1913 organiseerde.
Bakstenen gevel met witstenen en hardstenen elementen. Rondboogdeur en korfboogvenster met twee monelenStenen vensterstijl. en traliewerk. Trapezoïdale houten erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. bekroond door een terras met smeedijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. Muuropeningen op de tweede verdieping onder archivoltGeprofileerde of versierde omlijsting van een boog.. Fries op het hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel. versierd met geometrisch bakstenen decor. Twee klimmende dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap.. Kroonlijst gewijzigd. Beglaasde metalen deur met smeedijzeren traliewerk in art-nouveaustijl.
Smeedijzeren tuinhek bewaard.
Bakstenen gevel met witstenen en hardstenen elementen. Rondboogdeur en korfboogvenster met twee monelenStenen vensterstijl. en traliewerk. Trapezoïdale houten erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. bekroond door een terras met smeedijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. Muuropeningen op de tweede verdieping onder archivoltGeprofileerde of versierde omlijsting van een boog.. Fries op het hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel. versierd met geometrisch bakstenen decor. Twee klimmende dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap.. Kroonlijst gewijzigd. Beglaasde metalen deur met smeedijzeren traliewerk in art-nouveaustijl.
Smeedijzeren tuinhek bewaard.
Bronnen
Archieven
SAB/IP II 684 (1903-1915).
SAB/OW Laken 1695 (1913).