Typologie(ën)

burgerwoning

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Eclectisme met pittoresk karakter

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2016-2017

id

Urban : 35774
lees meer

Beschrijving

Op de hoek met de Tuinbouwersstraat, burgerhuis in eclectischeVeel voorkomende stijl (ca. 1850-1914) die inspiratie put uit verschillende architectuurstijlen uit het verleden. Komt door de combinatie van enerzijds verschillende stijlelementen en anderzijds nieuwe technieken en materialen tot een unieke eigentijdse creatie. stijl met pittoreskeCottagestijl (eind 19e tot midden 20e eeuw): Verwijst naar de Engelse ‘cottage’ en is aldus geinspireerd op landelijke architectuur. Gekenmerkt door het decoratief aanwenden van hout in puntgevels, balkons, loggia’s, enz. Pittoreske vormgeving en volumewerking vaak benadrukt in het dakenspel. inslag, ontworpen door architect François Van Stichel i.o.v. weduwe C. Carbon, 1912. Gesigneerd op de benedenverdieping aan Tuinbouwersstraat “F. VAN STICHEL / ARCHITECTE / BRUXELLES”. Dit huis werd bekroond in de gevelwedstrijd die de gemeente voor de jaren 1913 tot 1915 organiseerde.

Gevels in oranjekleurige baksteen versierd met witte geverniste bakstenen en met hardsteen. Onderbouw met breuksteenMetselwerk bestaande uit brokken onregelmatige natuursteen. van mauve zandsteen. Bovendeel versierd met vakwerk (thans wit geschilderd). Halfopen gebouw van twee bouwlagen onder afgewolfdeZadeldak waarvan de nok niet tot de geveleinden doorloopt, maar met korte driehoekige eindschilden (wolfeinden) wordt afgewolfd. schilddakenDak met twee driehoekige dakvlakken aan de smalle zijde en twee trapeziumvormige aan de lange zijde..
Aan de Tuinbouwersstraat, twee gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) met venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. onder lateiBalkvormig element van hout, steen, beton of metaal dat een muuropening overspant en bovenliggend metselwerk steunt. en een of twee ontlastingsbogenBoog boven een venster- of deuropening die druk van het muurwerk op de stijlen afwentelt en zo het linteel ontlast.; klimmende houten dakkapelUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap.. Op de hoektraveeTravee op de hoek (meestal 45°) van een gebouw., trapezoïdale gestapelde erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. vanaf de begane grond, het tweede niveau volledig in hout; drieledig dak op elk niveau. Aan de Chrysantenstraat, gevel bekroond door een veelhoekige afgewolfdeZadeldak waarvan de nok niet tot de geveleinden doorloopt, maar met korte driehoekige eindschilden (wolfeinden) wordt afgewolfd. topgevelHoogste deel van een gevel, vaak driehoekig en/of getrapt. en opengewerktOpengewerkt, voorzien van een stelsel van kleine, decoratieve openingen. met een vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. met twee monelenStenen vensterstijl., achter een boogvormige uitbouw van drie verspringende bouwlagen met daarin het trappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht.. De bovenste borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. waren vroeger met een plantendecor versierd.
Op de zijgevel, aan de kant van de binnenplaats, grote voorbouw onder een veelhoekige afgewolfdeZadeldak waarvan de nok niet tot de geveleinden doorloopt, maar met korte driehoekige eindschilden (wolfeinden) wordt afgewolfd. topgevelHoogste deel van een gevel, vaak driehoekig en/of getrapt., opengewerktOpengewerkt, voorzien van een stelsel van kleine, decoratieve openingen. met een drielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere.. Dito vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. op de benedenverdieping. Op de hoek, verhoogde toegangsportiek, toegankelijk via een trap aan straatzijde, onder een tweeledig dak dat rust op een houtstructuur met korbelen1. Diagonale houten balk ter ondersteuning van overkragende elementen zoals een luifel, een kroonlijst,…; 2. Balk om de verbinding tussen trekker en spantbeen in een kapspant te versterken. en hardstenen postamenten1. Rechthoekig voetstuk van een standbeeld; - 2. Balkvormige stenen bekroning; - 3. Stenen zijstukken van een balkonborstwering.; houten borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. In de onderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen., dienstingang aan de kant van de binnenplaats.
Schrijnwerk grotendeels bewaard. Kroonlijsten op korbelen1. Diagonale houten balk ter ondersteuning van overkragende elementen zoals een luifel, een kroonlijst,…; 2. Balk om de verbinding tussen trekker en spantbeen in een kapspant te versterken., sommige dubbel. Het meeste raamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. met bovenlichtBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden. met roedeverdelingDunne houten of metalen staaf in een kozijn waarin glasruiten worden bevestigd. en gekleurd reliëfglas.
Smeedijzeren tuinhek met geometrisch motief; de panelen1. Dunne (houten) plaat, gevat in een omlijsting van stijlen en regels van deuren, lambriseringen en plafonds; - 2. Gevelversiering in de vorm van een in- (spiegel) of uitspringende (paneel) rechthoekige omlijsting. van strekmetaal zijn gedeeltelijk door traliewerk vervangen. Houten toegangsportiek onder zadeldakDak met twee hellende dakvlakken., waarvan slechts de twee pijlers1. Muurstut zonder entasis (kromming), mogelijk met basis en kapiteel; - 2. Massief gemetseld of betonnen steunelement met gewoonlijk rechthoekige doorsnede (vb. bruggepijler,…) zijn bewaard. Het rechterdeel is gewijzigd voor de bouw van een inrijpoort. Garage gebouwd in de hoek van de binnenplaats in of na 1950.

Bronnen

Archieven
SAB/IP II 684 (1903-1915).

SAB/OW Laken 697 (1912), 67684 (1950).