Typologie(ën)

burgerwoning

Ontwerper(s)

Eugène A. LINSSENarchitect1911

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Beaux-Artsstijl

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

1993-1995

id

Urban : 15231
lees meer

Beschrijving

Herenhuis in Beaux-ArtsstijlArchitectuurstroming (ca. 1905-1930) met reminiscenties aan de grote Franse architectuurstijlen uit de 18e eeuw. Rijk en zorgvuldig gedecoreerde gevels in natuursteen en/of simili of in combinatie met baksteen. Borstweringen en poorten in fraai uitgewerkt smeedwerk. met vier bouwlagen en drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder zadeldakDak met twee hellende dakvlakken., waarvoor bouwaanvraag van 1911, n.o.v. arch. E.A. LINSSEN, getekend op de gevel.

Lijstgevel in natuur- en similisteen, horizontaal geaccentueerd door kordonlijsten en schijnvoegenImitatievoeg in metsel - of pleisterwerk, aangebracht om regelmatige verdeling te bewerkstelligen of bijvoorbeeld natuurstenen parement (simili) te suggereren. in de eerste twee bouwlaag. Begane grond met rechts "cour anglaise" waarboven rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. ; links ijzeren inrijpoort. Bel-etage geaccentueerd door bow-windowErker (afk. Engels, van bow: buiging, en window: venster) die door haar gebogen vorm integrerend deel uitmaakt van de gevel en de achterliggende ruimte. met bekronend balkon, drie steekboogvensters gevat in verdiepte rechthoekige velden. Derde bouwlaag met drie rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. in geriemde omlijsting, waaronder centraal deurvenster. Drie rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. met doorgetrokken lekdrempels in de vierde bouwlaag ; muuropeningen in platte omlijsting met orenUitstekend deel van sommige bouwelementen of -constructies, meestal louter decoratief. ; panelen en festoenenAan strikken of linten opgehangen slinger van gehouwen of gesneden vruchten en loofwerk, vaak met neerhangende uiteinden. op de borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. Geriemde architraafHoofdbalk; het onderste, dragende deel van een klassiek hoofdgestel, meestal geleed door banden.. KroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). met tandlijst, klossenKraagstuk van een kroonlijst met verfijnd uitgesneden en/of gefreesd hangend element of drop. en hoekconsoles. Twee dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. in het zadeldakDak met twee hellende dakvlakken..

Bronnen

Archieven

GAEtt./OW 1179 (1911).