Typologie(ën)
burgerwoning
Ontwerper(s)
Jean L'ANCRE – architect – 1927
Stijlen
Beaux-Artsstijl
Inventaris(sen)
- Actualisatie van de Urgentie-Inventaris (Sint-Lukasarchief - 1993-1994)
- Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
- Permanente actualisatie van de inventaris van het Bouwkundig Erfgoed (DPC-DCE)
- Het monumentale erfgoed van België. Koekelberg (DPC-DCE - 2020-2023)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek
- Esthetisch
- Historisch
- Stedenbouwkundig
Onderzoek en redactie
2020-2022
id
Urban : 35678
Beschrijving
Burgerwoning
in Beaux-ArtsstijlArchitectuurstroming (ca. 1905-1930) met reminiscenties aan de grote Franse architectuurstijlen uit de 18e eeuw. Rijk en zorgvuldig gedecoreerde gevels in natuursteen en/of simili of in combinatie met baksteen. Borstweringen en poorten in fraai uitgewerkt smeedwerk., naar ontwerp van architect Jean l'Ancre, 1927.
Opstand van twee bouwlagen en drie gevels waarvan twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) langs de Sint-Agatha-Berchemselaan, drie hoektraveeën (die de hoofdgevel vormen) en twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) langs de Pantheonlaan. Geheel onder pseudomansarde met dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap., onder plat dak. Bakstenen gevel met elementen in hardsteen en natuursteen of similisteen. BreukstenenMetselwerk bestaande uit brokken onregelmatige natuursteen. onderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen., doorlopend in het tuinmuurtje. . Muuropeningen op de benedenverdieping onder zwenkende boogConstructie waarvan de beschrijvende lijnen delen van cirkels of gebogen lijnen zijn en waarin alle drukkrachten optreden., op de verdieping met gedrukte boog of rondboogBoog waarvan de kromming een halve cirkel beschrijft.. ToegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht. in de hoofdgevel met bovenaan een zwenkend dakvenster met topgevelHoogste deel van een gevel, vaak driehoekig en/of getrapt. en ovale muuropening; smeedijzeren deur voor portaal met zuilen en bekroond door balkon met smeedijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. Smeedijzeren borstweringen voor de venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. op de verdieping. OnderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen. aan de kant van de Sint-Agatha-Berchemselaan met twee garages. Smeedijzerwerk en kroonlijst bewaard; overig schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... vervangen.
Hoofdgevel met vooraan een tuintje, afgesloten met een breuksteenmuurtje met daarop het bewaarde smeedijzeren traliewerk.
Opstand van twee bouwlagen en drie gevels waarvan twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) langs de Sint-Agatha-Berchemselaan, drie hoektraveeën (die de hoofdgevel vormen) en twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) langs de Pantheonlaan. Geheel onder pseudomansarde met dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap., onder plat dak. Bakstenen gevel met elementen in hardsteen en natuursteen of similisteen. BreukstenenMetselwerk bestaande uit brokken onregelmatige natuursteen. onderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen., doorlopend in het tuinmuurtje. . Muuropeningen op de benedenverdieping onder zwenkende boogConstructie waarvan de beschrijvende lijnen delen van cirkels of gebogen lijnen zijn en waarin alle drukkrachten optreden., op de verdieping met gedrukte boog of rondboogBoog waarvan de kromming een halve cirkel beschrijft.. ToegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht. in de hoofdgevel met bovenaan een zwenkend dakvenster met topgevelHoogste deel van een gevel, vaak driehoekig en/of getrapt. en ovale muuropening; smeedijzeren deur voor portaal met zuilen en bekroond door balkon met smeedijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. Smeedijzeren borstweringen voor de venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. op de verdieping. OnderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen. aan de kant van de Sint-Agatha-Berchemselaan met twee garages. Smeedijzerwerk en kroonlijst bewaard; overig schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... vervangen.
Hoofdgevel met vooraan een tuintje, afgesloten met een breuksteenmuurtje met daarop het bewaarde smeedijzeren traliewerk.
Bronnen
Archieven
GAK/DS 1852-48 (1927), 6591-52 (1989).