Typologie(ën)

sociale woonblok

Ontwerper(s)

François VAN STICHELarchitect1932

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Art deco

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2016

id

Urban : 35727
lees meer

Beschrijving

Geheel van vijf gebouwen met sociale woningen in art-decostijl, ontworpen door architect François Van Stichel i.o.v. de Lakense Haard in 1932.

Dit geheel maakt deel uit van een groot complex van sociale woningen dat in 1921 en in 1932 werd ontworpen en dat het grootste deel inneemt van het bouwblok afgebakend door de Charles Ramaekersstraat, de Duikerstraat en de Terplaststraat. Het geheel omvat 254 woningen en werd in 1980-1982 gerenoveerd (n.o.v. architecten Ph. Samyn en M. Vanden Bossche). De achtergevels werden voorzien van een voorbouw en volledig met baksteen bekleed. De binnenkant van het blok, toegankelijk via inrijpoorten tussen nr.11 en 13 Duikerstraat en op nr.35 Alfred Stevensstraat, werd heringericht, met kronkelige wegen en een overdekte centrale zone, inrichtingen die in 2010 werden gerenoveerd, toen ook een gemeenschapshuis werd ingericht.

Gebouwen van vier bouwlagen onder zadeldakDak met twee hellende dakvlakken., die aan de zijkant volledig of gedeeltelijk aan de straatkant gevestigd, de centrale inspringend t.o.v. de rooilijn. Ze hebben een doorlopende  gevel in baksteen versierd met hardstenen elementen, bepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. zones, oorspronkelijk in “kunststeen”, en met elementen in watergroene, zwarte, witte en bruine geëmailleerde zandsteen. Blokken van twee of drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), elk – behalve op nr.33 – met een toegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht. die bepleisterdMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. is op de verdiepingen, de kroonlijst lichtjes doorbreekt en voorzien is van met een hoog vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. dat het trappenhuis verlicht. Dit vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. heeft een omlijsting in zandsteen en borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. in hetzelfde materiaal; op de eerste traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) wordt het van de zijvensters gescheiden door een muurdamParement tussen twee muuropeningen (vensters of deuren) in dezelfde bouwlaag. in geëmailleerde zandsteen met geometrisch motief. Platte lijsten van opstaande bakstenen, sommige doorlopend. Ingangen onder een platte luifelAfdak boven de ingang van een huis of handelszaak. en met een stenen omlijsting afgeboord door een rand gemaakt van zwarte geëmailleerde zandsteen. Schrijnwerk vervangen.

Op nr.27 en 29, identieke gevels met drie symmetrische traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...).

Op nr.25, gevel van drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), de rechtertravee aan de rooilijn. De eerste travee is op de verdiepingen behandeld als een asymmetrische voorstevenvormige erker. Op de tweede traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), uitspringende inkom die de hoek inneemt, onder een plat dak en met één deur per zijde. De derde traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), met bepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. hoek, doorbreekt de kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). en wordt beklemtoond door een rand in bruine zandsteen die bovenaan door twee korte pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. wordt geflankeerd.

Op nr.31 en 33, opstanden met een analoge compositie aan die van nr. 25, met uitzondering van het aan de straat gelegen gedeelte. Dat heeft twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), met centrale toegang, op de hogere verdiepingen behandeld als een asymmetrische voorstevenvormige erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld., volgens spiegelbeeldschema.

Achteruitbouwstrook afgesloten door een laag hardstenen muurtje. Het plan voorzag in een afsluiting in baksteen en natuursteen met traliewerk.

Interieur. Oorspronkelijk, twee woningen per bouwlaag, met een kamer vooraan en een keuken achteraan, sommige vergezeld van een tweede kleine kamer uitgevend op een terras met toilet. Op nr. 31, één woning per bouwlaag. Op nr. 33, trappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht. achteraan.

Bronnen

Archieven
SAB/PP 48565 (1932), 94532 (1979).

Publicaties en studies
MOUTURY, S., CORDEIRO, P., HEYMANS, V., Le logement ouvrier et social à Laeken. Étude historique et architecturale débouchant sur des propositions de mesures de protection, Cel Historisch Erfgoed van de Stad Brussel, Brussel, 1997, pp. 84-91.

Tijdschriften
“Coup de jeune à l’îlot Ramaekers”, Toc-Tok, 19, herfst 2010, pp. 4-5.