Typologie(ën)
appartementsgebouw
Ontwerper(s)
Albert JEANNIN – architect – 1902-1905
Gabriel VAN DIEVOET – sgraffitoschilder – 1902
Juridisch statuut
Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024
Stijlen
Art nouveau
Inventaris(sen)
- Urgentie-inventaris van het bouwkundig erfgoed van de Brusselse agglomeratie (Sint-Lukasarchief 1979)
- Actualisatie van de Urgentie-Inventaris (Sint-Lukasarchief - 1993-1994)
- Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
- Permanente actualisatie van de inventaris van het Bouwkundig Erfgoed (DPC-DCE)
- Het monumentale erfgoed van België. Anderlecht-Kuregem (Archistory - 2017-2019)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek Het ontwerp van een onroerend goed (gebouw) door een gerenommeerde kunstenaar (architect) kan maar zeer zelden als criterium worden beschouwd. Om het belang van de selectie van dit onroerend goed te beoordelen, en de plaats dat het inneemt in het oeuvre van een kunstenaar (architect), is dit een criterium dat moet worden afgewogen met de architectonische kwaliteit (compositie en interne structuur), de uitvoering (materialen, technische beheersing), de plaats in de architectuurgeschiedenis dewelke een getuigenis zijn van een fase of aspect van landschapsarchitectuur of de bouwkunst in het verleden. Zodoende gelden koppelingen naar volgende criteria: zeldzaamheid (typologie, stijl, materiaalgebruik, bronnen), representativiteit (idem) en integriteit (idem + kwaliteit van uitvoering).
- Esthetisch Het onroerend goed heeft een esthetische waarde als het de waarnemer zintuigelijk prikkelt op een positieve manier (‘ervaring van schoonheid). Historisch gezien werd deze waarde aangewend om waardevolle natuurlijke of semi-natuurlijke gebieden aan te duiden, maar het kan ook gelden voor grote gehelen van gebouwen in een stedelijk gebied, met of zonder natuurlijke elementen, of monumenten die het stadslandschap markeren. Automatisch dringt een afweging met andere waarden zich op, de artistieke in de eerste plaats, maar ook de landschappelijke (integratie van het werk in het stedelijk landschap, oriëntatiepunten in de stad) en stedenbouwkundige waarde (spontane of rationele stedelijke gehelen), en dienen koppelingen naar selectiecriteria worden gemaakt: representativiteit, ensemblewaarde en contextuele waarde. Criteria die met andere (met name artistieke) criteria moeten worden gecombineerd.
- Historisch Het onroerend goed heeft een historische waarde als het getuigt van een bijzondere periode in de geschiedenis van de streek of de gemeente, of als bijzonder belangrijke ouderdom en zeldzame ontwikkeling voor een periode (bv. tuinstad die representatief is voor een bouwwijze die werd toegepast in het kader van de grote bouwcampagnes na de Tweede Wereldoorlog; dorpskernen die de eerste gegroepeerde bouwwerken van de gemeenten van de tweede ring illustreren; Hallepoort als overblijfsel van de tweede omwalling; enz.), of als getuigenis van een bepaalde stedelijke (en/of landschappelijke) ontwikkeling van de stad (bv. gebouwen aan de centrale boulevards of in de Leopoldswijk), of wanneer het een band vertoont met een belangrijke historische figuur - met inbegrip van persoonlijke huizen van architecten en kunstenaarsateliers (b.v. het geboortehuis van Constantin Meunier, het huis van Magritte), of in verband kan worden gebracht met een belangrijke historische gebeurtenis (b.v. huizen van de wederopbouw na het bombardement van 1695, Congreskolom), of een typologische representativiteit vertoont die kenmerkend is voor een commerciële of culturele beroepsactiviteit (bv. kerken, bioscopen, industriële architectuur, apotheken).
- Stedenbouwkundig Sommige bouwkundige goederen spelen, meer dan andere bouwkundige goederen, een prominente rol in de planmatige inrichting van de bebouwde ruimte in het verleden. Meestal determineren zijn andere stedenbouwkundige (plan)vormen zodat er zich een wisselwerking voortdoet tussen bebouwde en niet-bebouwde (of open) ruimte. Die inrichting omvat ook de samenhang tussen verschillende schaalniveaus. Een onroerend goed heeft stedenbouwkundige waarde wanneer het hierin een rol speelt, bijvoorbeeld hoekgebouwen, coherente pleinen of (straatwanden), deskundig ingeplante torens (hoogbouw) en hun relatie tot hun onmiddellijke kwaliteitsvolle omgeving die coherent kan zijn, maar ook contrastrijk, maar ook relicten van stedenbouwkundige concepten en hoe deze architecturaal (en typologisch) zijn of werden ingevuld, zoals bijvoorbeeld de nog bewaarde eclectische stadspaleizen en/of herenhuizen in de Leopoldswijk.
Onderzoek en redactie
2016, 2019
id
Urban : 34841
Beschrijving
Vier gebouwen in eclectische stijl met art-nouveau-invloed,
ontworpen door architect Albert Jeannin voor Charles Rensonnet, eigenaar van
een reclamebureau gespecialiseerd in muurreclames.
In juli 1902 liet de opdrachtgever zijn persoonlijke woning ontwerpen, op nr. 10, versierd met sgraffiti toegeschreven aan Gabriel Van Dievoet, alsook een atelier van één bouwlaag op nr. 6-8. In oktober van datzelfde jaar werd het plan voor een atelier vervangen door een voor twee dubbelhuizenGebouw waarvan de kamers geordend zijn langs beide zijden van de centrale toegangsas.. Rensonnet vestigde zijn kantoren en ateliers in de drie gebouwen. In maart 1903 bestelde hij bij dezelfde architect, op nr. 2-4, een opbrengstpand op de hoek, met commerciële benedenverdieping die in 1905 werd voorzien van een markies1. Beglaasde metalen of houten afdak; 2. Opvouwbaar zonnescherm boven raam of deur. uitgevoerd door bouwmeester H. Vander Elst, thans verdwenen.
Gebouwen van drie bouwlagen, met tussenverdiepingLage verdieping tussen twee bouwlagen; vaak boven commerciële benedenverdieping gelegen. op de hoek, onder mansardedak. Bakstenen gevels versierd met witsteen en hardsteen. Bewerkte stenen consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief..
Op nr. 13-15 Rossinistraat – 2-4 Gevaertstraat, drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) aan elke straat, verbonden door een hoektraveeTravee op de hoek (meestal 45°) van een gebouw.. De benedenverdieping wordt geritmeerd door hardstenen pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. met groeven in het bovengedeelte en met knoppenkapiteel, onder een doorlopende I-balkIJzeren latei met I-profiel. met bewerkte bevestigingen. Winkelpuien aan de uiteinden (rechts verbouwd in 1969) en brasserie op de hoek, met deur op de hoektravee; op de tweede traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), brede muuropening met de private deur links en een tweede deur voor de brasserie rechts. Op de verdiepingen, traveeën geflankeerd door kolossale pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. die op de voorlaatste traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) boven de bekronende kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). uitkomen, rond een schoorsteenpijpHet boven het metselwerk of dak uitstekende deel van een schoorsteen. met vleugelstukken. Op de uiterste traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), balkon op de eerste verdieping en minder diep balkon op de tweede, op hoge consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. die de aanzetsteenGeprofileerd of versierd blok (natuur)steen waarop een boog of een strek steunt. vormen voor de onderliggende muuropening. GietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust., aan de Gevaertstraat vervangen. Op de twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) die de hoek flankeren, venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. van de tussenverdiepingLage verdieping tussen twee bouwlagen; vaak boven commerciële benedenverdieping gelegen. en van de eerste verdieping onder latei die een kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). op consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. vormt, die op de eerste onder de aanzet van een boogvormig frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening. met volutenSpiraalvormig ornament; meestal gebruikt als aanzetstuk van topgevels, bij deur- en vensteromlijstingen of als steunbeer.. Op de hoektravee, gestapelde houten erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. op hoge consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. die het vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. van de tussenverdieping flankeren. Bekronende kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). onder een veelhoekig torentje met dakraam en spits. Gewone venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. in de rest van het onderschild. Oorspronkelijke kroonlijst. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... vervangen, behalve de meeste bovenlichtenBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden. met roedeverdeling van de etalages.
Op nr. 6 tot 10 Gevaertstraat, opstanden met asymmetrische compositieTypische gevelopstand bestaande uit twee ongelijke traveeën; in Brussel komt dit geveltype vaak voor met drie bouwlagen volgens verkleinende ordonnantie; de hoofdtravee is meestal breder, rijker uitgewerkt en wordt verder benadrukt door licht vooruit te springen en/of door één of meer balkons; de kelders zijn meestal hoog, wat zich vertaalt in een hoge onderbouw; het grondplan bestaat over het algemeen uit een aaneenschakeling van kamers.. Onderbouwen in breuksteenMetselwerk bestaande uit brokken onregelmatige natuursteen. van zandsteen (beschilderd op nr. 6 en 8). Balkon in de tweede bouwlaag, glasdeurenDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat. met borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. in de eerste en derde. Traliewerk van de keldervensters, borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. van de benedenverdiepingen en die van de verdiepingen op nr. 10 in smeedijzerTaai, ‘kneedbaar’ ijzer dat ambachtelijk wordt ‘gesmeed’ (gehamerd bij hoge temperatuur) tot decoratieve bouwonderdelen als tuinhekken, borstweringen…, de overige borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. in gietijzerHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons.. Ankers tussen de verdiepingen, in palmetvorm op nr. 10. MansardedakenGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken. niet volgens de oorspronkelijke plannen. Oorspronkelijke kroonlijstenStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement)..
Op nr. 6 en 8, muuropeningen op de verdiepingen bekroond door respectievelijk rechthoekige spiegels en timpanenMonumentaal driehoekig of segmentvormig boogveld, meestal besloten in een fronton; vaak rijkelijk versierd. versierd met sgraffiti met plantenmotieven in art-nouveaustijl. VenstersLicht- en/of luchtopening in een muur. op de toegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht. met gewelfde onderdorpel. De overige muuropeningen tussen inspringende stijlen. Gevel thans beschilderd op nr. 8. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... vervangen.
Op nr. 10, deur tussen geriemde stijlen met volutenSpiraalvormig ornament; meestal gebruikt als aanzetstuk van topgevels, bij deur- en vensteromlijstingen of als steunbeer. onder onregelmatig uitgesneden latei, bekroond door een grote oculusKlein rond, ovaal of polygonaal venster. met fraai bewerkte omlijsting. De meeste venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. op kussenblokken1. Dekplaat dat ligt tussen de drager (kapiteel) en het gedragene (balk of boog); 2. Kwartronde kraagsteen van een venster- of deurboog. met volutenSpiraalvormig ornament; meestal gebruikt als aanzetstuk van topgevels, bij deur- en vensteromlijstingen of als steunbeer. waarop een onregelmatig uitgesnedenVerdiept aanbrengen, beitelen,… hardstenen latei die op de eerste verdieping een kroonlijst vormt, onder een entablementHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles. met blindZonder opening; blind venster, schijnopening. paneel, en op de tweede een gegroefde fries. Balkon met gewelfde balkonvloer, hoge consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. en geprofileerde postamenten. Panelen versierd met sgraffiti met plantenmotief in art-nouveaustijl onder het balkon, op de borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. van de eerste verdieping en tussen de consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. of gegroefde pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. op de hoge friesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). van het hoofdgestel; op deze friesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…)., centraal medaillonRonde of ovale cartouche. met de Gorgo Medusa links en medaillonRonde of ovale cartouche. met het monogram van de opdrachtgever “CR” rechts. Oorspronkelijk schrijnwerk; deur met stootstang en opening van de brievenbus in bewerkt metaal, oculus met glas-in-loodraam, en opmerkelijk raamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. met gebogen elementen, op de benedenverdieping eveneens met glas-in-loodramen.
Interieur. Decor grotendeels bewaard. In de voorkamer, plafond met ronde sierlijst en schoorsteen in grijs marmer. In het achterste vertrek, schoorsteen met mantel in art-nouveaustijl en lambrisering met motieven in dezelfde stijl, vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. met glas-in-loodraam met plantendecor en plafond met achthoekige sierlijst.
In juli 1902 liet de opdrachtgever zijn persoonlijke woning ontwerpen, op nr. 10, versierd met sgraffiti toegeschreven aan Gabriel Van Dievoet, alsook een atelier van één bouwlaag op nr. 6-8. In oktober van datzelfde jaar werd het plan voor een atelier vervangen door een voor twee dubbelhuizenGebouw waarvan de kamers geordend zijn langs beide zijden van de centrale toegangsas.. Rensonnet vestigde zijn kantoren en ateliers in de drie gebouwen. In maart 1903 bestelde hij bij dezelfde architect, op nr. 2-4, een opbrengstpand op de hoek, met commerciële benedenverdieping die in 1905 werd voorzien van een markies1. Beglaasde metalen of houten afdak; 2. Opvouwbaar zonnescherm boven raam of deur. uitgevoerd door bouwmeester H. Vander Elst, thans verdwenen.
Gebouwen van drie bouwlagen, met tussenverdiepingLage verdieping tussen twee bouwlagen; vaak boven commerciële benedenverdieping gelegen. op de hoek, onder mansardedak. Bakstenen gevels versierd met witsteen en hardsteen. Bewerkte stenen consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief..
Op nr. 13-15 Rossinistraat – 2-4 Gevaertstraat, drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) aan elke straat, verbonden door een hoektraveeTravee op de hoek (meestal 45°) van een gebouw.. De benedenverdieping wordt geritmeerd door hardstenen pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. met groeven in het bovengedeelte en met knoppenkapiteel, onder een doorlopende I-balkIJzeren latei met I-profiel. met bewerkte bevestigingen. Winkelpuien aan de uiteinden (rechts verbouwd in 1969) en brasserie op de hoek, met deur op de hoektravee; op de tweede traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), brede muuropening met de private deur links en een tweede deur voor de brasserie rechts. Op de verdiepingen, traveeën geflankeerd door kolossale pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. die op de voorlaatste traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) boven de bekronende kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). uitkomen, rond een schoorsteenpijpHet boven het metselwerk of dak uitstekende deel van een schoorsteen. met vleugelstukken. Op de uiterste traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), balkon op de eerste verdieping en minder diep balkon op de tweede, op hoge consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. die de aanzetsteenGeprofileerd of versierd blok (natuur)steen waarop een boog of een strek steunt. vormen voor de onderliggende muuropening. GietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust., aan de Gevaertstraat vervangen. Op de twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) die de hoek flankeren, venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. van de tussenverdiepingLage verdieping tussen twee bouwlagen; vaak boven commerciële benedenverdieping gelegen. en van de eerste verdieping onder latei die een kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). op consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. vormt, die op de eerste onder de aanzet van een boogvormig frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening. met volutenSpiraalvormig ornament; meestal gebruikt als aanzetstuk van topgevels, bij deur- en vensteromlijstingen of als steunbeer.. Op de hoektravee, gestapelde houten erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. op hoge consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. die het vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. van de tussenverdieping flankeren. Bekronende kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). onder een veelhoekig torentje met dakraam en spits. Gewone venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. in de rest van het onderschild. Oorspronkelijke kroonlijst. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... vervangen, behalve de meeste bovenlichtenBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden. met roedeverdeling van de etalages.
Op nr. 6 tot 10 Gevaertstraat, opstanden met asymmetrische compositieTypische gevelopstand bestaande uit twee ongelijke traveeën; in Brussel komt dit geveltype vaak voor met drie bouwlagen volgens verkleinende ordonnantie; de hoofdtravee is meestal breder, rijker uitgewerkt en wordt verder benadrukt door licht vooruit te springen en/of door één of meer balkons; de kelders zijn meestal hoog, wat zich vertaalt in een hoge onderbouw; het grondplan bestaat over het algemeen uit een aaneenschakeling van kamers.. Onderbouwen in breuksteenMetselwerk bestaande uit brokken onregelmatige natuursteen. van zandsteen (beschilderd op nr. 6 en 8). Balkon in de tweede bouwlaag, glasdeurenDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat. met borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. in de eerste en derde. Traliewerk van de keldervensters, borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. van de benedenverdiepingen en die van de verdiepingen op nr. 10 in smeedijzerTaai, ‘kneedbaar’ ijzer dat ambachtelijk wordt ‘gesmeed’ (gehamerd bij hoge temperatuur) tot decoratieve bouwonderdelen als tuinhekken, borstweringen…, de overige borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. in gietijzerHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons.. Ankers tussen de verdiepingen, in palmetvorm op nr. 10. MansardedakenGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken. niet volgens de oorspronkelijke plannen. Oorspronkelijke kroonlijstenStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement)..
Op nr. 6 en 8, muuropeningen op de verdiepingen bekroond door respectievelijk rechthoekige spiegels en timpanenMonumentaal driehoekig of segmentvormig boogveld, meestal besloten in een fronton; vaak rijkelijk versierd. versierd met sgraffiti met plantenmotieven in art-nouveaustijl. VenstersLicht- en/of luchtopening in een muur. op de toegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht. met gewelfde onderdorpel. De overige muuropeningen tussen inspringende stijlen. Gevel thans beschilderd op nr. 8. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... vervangen.
Op nr. 10, deur tussen geriemde stijlen met volutenSpiraalvormig ornament; meestal gebruikt als aanzetstuk van topgevels, bij deur- en vensteromlijstingen of als steunbeer. onder onregelmatig uitgesneden latei, bekroond door een grote oculusKlein rond, ovaal of polygonaal venster. met fraai bewerkte omlijsting. De meeste venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. op kussenblokken1. Dekplaat dat ligt tussen de drager (kapiteel) en het gedragene (balk of boog); 2. Kwartronde kraagsteen van een venster- of deurboog. met volutenSpiraalvormig ornament; meestal gebruikt als aanzetstuk van topgevels, bij deur- en vensteromlijstingen of als steunbeer. waarop een onregelmatig uitgesnedenVerdiept aanbrengen, beitelen,… hardstenen latei die op de eerste verdieping een kroonlijst vormt, onder een entablementHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles. met blindZonder opening; blind venster, schijnopening. paneel, en op de tweede een gegroefde fries. Balkon met gewelfde balkonvloer, hoge consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. en geprofileerde postamenten. Panelen versierd met sgraffiti met plantenmotief in art-nouveaustijl onder het balkon, op de borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. van de eerste verdieping en tussen de consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. of gegroefde pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. op de hoge friesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). van het hoofdgestel; op deze friesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…)., centraal medaillonRonde of ovale cartouche. met de Gorgo Medusa links en medaillonRonde of ovale cartouche. met het monogram van de opdrachtgever “CR” rechts. Oorspronkelijk schrijnwerk; deur met stootstang en opening van de brievenbus in bewerkt metaal, oculus met glas-in-loodraam, en opmerkelijk raamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. met gebogen elementen, op de benedenverdieping eveneens met glas-in-loodramen.
Interieur. Decor grotendeels bewaard. In de voorkamer, plafond met ronde sierlijst en schoorsteen in grijs marmer. In het achterste vertrek, schoorsteen met mantel in art-nouveaustijl en lambrisering met motieven in dezelfde stijl, vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. met glas-in-loodraam met plantendecor en plafond met achthoekige sierlijst.
Bronnen
Archieven
GAA/DS 10160 (20.01.1905); 2-4: 9460 (12.06.1903), 10287 (28.04.1905), 43716 (11.06.1969); 6 tot 10: 9221 (09.01.1903).
Publicaties en studies
SCHOONBROODT, B., Anderlecht. Les Chemins du Patrimoine, Cultureel Centrum van Anderlecht, s.d., pp. 53-54.
Tijdschriften
Almanach du Commerce et de l’Industrie, “Gevaert (rue)”, 1905.