Typologie(ën)

portiek/poort
woning of opbrengsthuis (onbepaald)

Ontwerper(s)

INCONNU - ONBEKEND1690-1710

Édouard PELSENEERarchitect1927

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Barok
Neobarok

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2016

id

Urban : 33697
lees meer

Beschrijving

Samenstel van twee panden. Links, neobarokNeobarok (ca 1860-1914): Historiserende architectuur die verwijst naar de barok (17e tot 18e eeuw) en die naar haar vormentaal teruggrijpt door middel van het gebruik van voluut- en klokgevels, kolossale pilasters, zware decoratie (bossage, zware omlijstingen, enz.). halsgevelGevel waarvan de geveltop rechthoekig is en geflankeerd wordt door (gebeeldhouwde) vleugel- of klauwstukken. van natuur- en hardsteen, n.o.v. architect Edouard Pelseneer, 1927; opgetrokken als nieuwe toegangspartij tot het belendende hoekpand. RondboogBoog waarvan de kromming een halve cirkel beschrijft. met cartoucheOmlijsting van een uitspringend vlak in de vorm van ingesneden en omkrullend papier of leer; vaak met opschrift of intern versierd. tussen geblokte pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. op benedenverdieping; rechthoekige bovenvensters; tweeledige top met volutenSpiraalvormig ornament; meestal gebruikt als aanzetstuk van topgevels, bij deur- en vensteromlijstingen of als steunbeer. en frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening..

Rechts, diephuis op hoek met Beenhouwersstraat, met drie bouwlagen en vier traveeën onder zadeldakDak met twee hellende dakvlakken.. BepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. en beschilderde, barokgevel met in- en uitgezwenkte top, te dateren eind
17e – begin 18e eeuw. Boven verdieping met door kolossale penanten gemarkeerde hoekrisalieten; aangepaste rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. met lekdrempel. Geveltop van twee geledingen, gemarkeerd door waterlijstenVooruitspringende rand in het gevelvlak die regenwater buiten gevel laat afdruppelen. en platbandbelijning; rechthoekige vierlicht met hogere centrale venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. in eerste geleding, spiegelboogvenster in tweede; bekronend frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening.. Op benedenverdieping winkelpui met verplaatste ingang (1927).

Zijgevel van vijf traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), aangegeven door lelie-ankers met gekrulde spie; oorspronkelijke kruiskozijnen in 1818 aangepast tot venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. met lekdrempels in regelmatige ordonnantie; klimmende dakkapelDakkapel met overkapping die in dezelfde richting helt als het dakvlak..

 Achtergevel met aandak.

Bronnen

Archieven
SAB/OW 34311 (1927); AA, 1818. vol. 17, z.n.

Websites
BALat KIK-IRPA