Typologie(ën)
herenhuis
Ontwerper(s)
G. MONDRON – Steenkapper – 1747
Cornelis VAN NERVEN – architect – 1747
J. BOULOUFFE – Steenkapper – 1747
Statut juridique
Stijlen
Régence
Inventaris(sen)
- Bouwen door de eeuwen heen in Brussel. Stad Brussel (1989-1993)
- Permanente actualisatie van de inventaris van het Bouwkundig Erfgoed (DPC-DCE)
- Urgentie-inventaris van het bouwkundig erfgoed van de Brusselse agglomeratie (Sint-Lukasarchief 1979)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Archeologisch
- Artistiek
- Esthetisch
- Historisch
- Stedenbouwkundig
Onderzoek en redactie
2016
id
Urban : 33691
Beschrijving
Dubbelhuis
in overgangsstijl régence/Lodewijk XV, in het friesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). gedateerd “1747”, doorgaans
toegeschreven aan Cornelis Van Nerven; met steenhouwersmerk van G.
Mondron en J. Boulouffe (Feluy, Arquennes, 18e eeuw).
Drie bouwlagen en vier traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder schilddakDak met twee driehoekige dakvlakken aan de smalle zijde en twee trapeziumvormige aan de lange zijde.. Hardstenen gevel. Regelmatige ordonnantie van muuropeningen in fijne geriemde omlijsting met gebeeldhouwde sluitsteen. Rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. voorzien van rocaillesleutels in de pui. Spiegelboogdeur in tweede traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) : geprofileerd kwarthol beloop met neuten en vrouwenhoofd als sluitsteen, onder gebogen waterlijstVooruitspringende rand in het gevelvlak die regenwater buiten gevel laat afdruppelen., doorlopend in de puilijst. Getoogde venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. op verdiepingen vrouwenhoofd als sluitsteen en sierlijke gedeeltelijk vergulde smeedijzeren borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust., op geprofileerde dorpels, in tweede bouwlaag; rocaillesleutel en panelen op de borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust., op lagere derde bouwlaag. Gevelbeëin- diging door architraafHoofdbalk; het onderste, dragende deel van een klassiek hoofdgestel, meestal geleed door banden., friesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). waarin jaartal “MD / CC / XL / VII” en kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). op gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd., met festoenAan strikken of linten opgehangen slinger van gehouwen of gesneden vruchten en loofwerk, vaak met neerhangende uiteinden. versierde consoles. Getoogde, naar boven toe versmallende dakkapelUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap., gemarkeerd door voluten en festoenenAan strikken of linten opgehangen slinger van gehouwen of gesneden vruchten en loofwerk, vaak met neerhangende uiteinden., met weinig gemarkeerde sluitsteen en gebogen waterlijst op voluutjes; voorheen bekronende rocaille1. Schelp- of rotsachtig, asymetrisch ornament, waaraan rococo haar naam dankt. - 2. Tuinfolies of rotsachtige tuinconstructies..
Interieur verbouwd.
Op de binnenplaats : L-vormig achterhuis van twee bouwlagen en drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Eenvoudige hardstenen spiegelboogdeur met geprofileerd beloop, neuten, schelpen in de zwikkenHoekstuk tussen een boog en de omlijsting waarin de boog gevat is. en vrouwenhoofd als sluitsteen; steekboogvensters en dito deur in geblokte omlijsting. Fraaie hardstenen pomp; zelfde steenhouwersmerk.
Drie bouwlagen en vier traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder schilddakDak met twee driehoekige dakvlakken aan de smalle zijde en twee trapeziumvormige aan de lange zijde.. Hardstenen gevel. Regelmatige ordonnantie van muuropeningen in fijne geriemde omlijsting met gebeeldhouwde sluitsteen. Rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. voorzien van rocaillesleutels in de pui. Spiegelboogdeur in tweede traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) : geprofileerd kwarthol beloop met neuten en vrouwenhoofd als sluitsteen, onder gebogen waterlijstVooruitspringende rand in het gevelvlak die regenwater buiten gevel laat afdruppelen., doorlopend in de puilijst. Getoogde venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. op verdiepingen vrouwenhoofd als sluitsteen en sierlijke gedeeltelijk vergulde smeedijzeren borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust., op geprofileerde dorpels, in tweede bouwlaag; rocaillesleutel en panelen op de borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust., op lagere derde bouwlaag. Gevelbeëin- diging door architraafHoofdbalk; het onderste, dragende deel van een klassiek hoofdgestel, meestal geleed door banden., friesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). waarin jaartal “MD / CC / XL / VII” en kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). op gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd., met festoenAan strikken of linten opgehangen slinger van gehouwen of gesneden vruchten en loofwerk, vaak met neerhangende uiteinden. versierde consoles. Getoogde, naar boven toe versmallende dakkapelUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap., gemarkeerd door voluten en festoenenAan strikken of linten opgehangen slinger van gehouwen of gesneden vruchten en loofwerk, vaak met neerhangende uiteinden., met weinig gemarkeerde sluitsteen en gebogen waterlijst op voluutjes; voorheen bekronende rocaille1. Schelp- of rotsachtig, asymetrisch ornament, waaraan rococo haar naam dankt. - 2. Tuinfolies of rotsachtige tuinconstructies..
Interieur verbouwd.
Op de binnenplaats : L-vormig achterhuis van twee bouwlagen en drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Eenvoudige hardstenen spiegelboogdeur met geprofileerd beloop, neuten, schelpen in de zwikkenHoekstuk tussen een boog en de omlijsting waarin de boog gevat is. en vrouwenhoofd als sluitsteen; steekboogvensters en dito deur in geblokte omlijsting. Fraaie hardstenen pomp; zelfde steenhouwersmerk.
Bronnen
Websites
BALat KIK-IRPA
