Typologie(ën)

kazerne

Ontwerper(s)

M.-B. MEYERS1848-1852

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Neo-Tudor

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2016

id

Urban : 32802
lees meer

Beschrijving

Infanteriekazerne in neo-Tudorstijl, naar ontwerp van geniekapitein M.-B. Meyers, opgetrokken in 1848-1852. Benaming naar het voorheen op de hoek van Oppemstraat en de Witte de Haelenstraat gelegen kasteel van Ansillon, waarvan de gebouwen dateerden uit 17e en 18e eeuw, dat in 1775 voor militaire bestemming door de Oostenrijkse regering werd aangekocht, en in 1810 als kazerne overgedragen aan de Stad Brussel. In 1848 werd een overeenkomst afgesloten tussen de ministers van Oorlog en Binnenlandse Zaken en de Stad Brussel, waarbij laatst genoemde zich verbond tot de bouw van een nieuwe infanteriekazerne voor twaalfhonderd manschappen. Uit ingezonden en in opdracht van het stadsbestuur uitgewerkte projecten werden deze van de architecten J.-P. Cluysenaar, L. Spaak en geniekapitein M.-B. Meyers door de Stad weerhouden. Het departement van Oorlog, in laatste instantie, opteerde voor het project Meyers. De initiële plannen werden echter nog herhaaldelijk gewijzigd. Aanbesteding en aanvang van de funderingswerken in 1848. Eerste gewijzigd ontwerp voor de gevelopstanden in complexe neo-Byzantijnse stijl, en definitieve versie in vereenvoudigde neo-Tudorstijl, van 1849. Ruwbouw aanbesteed in 1850, opgeleverd in 1851; voltooiing en inhuldiging van de kazerne in 1852.

Karabinierskazerne tot 1894, vervolgens fusilierskazerne van het 9de Linie tot 1940. Na de Duitse bezetting gevangenis voor incivieken. Van 1950 tot 1985 Centrum voor Recrutering en Selectie van de Belgische Krijgsmacht. Vanaf 1986 Onthaalcentrum voor kandidaat politiekvluchtelingen.

Oorspronkelijk hoofdgebouw met drie vleugels in U-vorm rond een voorplein met hoofdingang en wachtpost ten westen, het geheel omschreven door een omheiningsmuur waartegen lage dienstgebouwen met zij-ingang ten noorden en zuiden. Uitbreiding met oostvleugel aan de Passendalestraat, naar ontwerp van architect P.V. Jamaer, in 1865-1868. Verdere uitbreidingen met noordvleugel aan Houthulstbosstraat en kleinere zuidvleugel aan de Witte de Haelenstraat in begin 20e eeuw. Diverse meer recente verbouwingen. Gestrenge architectuur met “burcht”-achtige allure conform de 19e-eeuwse opvatting van militaire bouwkunst. Opgetrokken overwegend uit baksteen, met schaarse verwerking van hardsteen voornamelijk voor sokkel, kordons, dorpelsHorizontaal bouwonderdeel van een venster of deur (onderdorpel, tussendorpel, bovendorpel)., korbelen1. Diagonale houten balk ter ondersteuning van overkragende elementen zoals een luifel, een kroonlijst,…; 2. Balk om de verbinding tussen trekker en spantbeen in een kapspant te versterken., dekstenen en sommige omlijstingen.

Wachtpost met rondboogportaal onder boogfriesReeks van kleine (decoratieve) bogen, vaak steunend op kraagstenen. en gekanteelde bekroning, geflankeerd door
octogonale gestuikte en gekanteelde torens op vierkante basis, waarin manshoge rondboognissen met wapen van de Stad Brussel. Hoofdgebouw met symmetrische opstand van drie bouwlagen onder zadeldakDak met twee hellende dakvlakken.. Noord- en zuidvleugel met uitspringende hoekpaviljoenen aan beide uiteinden, gemarkeerd door middenrisalieten aan de drie zijden en een gekanteelde bekroning op korbelen1. Diagonale houten balk ter ondersteuning van overkragende elementen zoals een luifel, een kroonlijst,…; 2. Balk om de verbinding tussen trekker en spantbeen in een kapspant te versterken.. Oostvleugel met centrale doorgang gemarkeerd door een monumentaal frontispice: flankerende traptorens, opengewerkte galerij in de bijkomende bovenste geleding en gekanteelde bekroning op korbelen1. Diagonale houten balk ter ondersteuning van overkragende elementen zoals een luifel, een kroonlijst,…; 2. Balk om de verbinding tussen trekker en spantbeen in een kapspant te versterken.. Ritmering van het gevelveld door lisenenDecoratieve, uitspringende, verticale geleding, vaak met andere liseen verbonden door boog(fries). met boogfriesReeks van kleine (decoratieve) bogen, vaak steunend op kraagstenen.. Begane grond aan het binnenplein opengewerkt met een omlopende rondboogarcade op hardstenen kolommen. Steekboogvensters en rondboogvormige tweelichtenTweedelige lichtopening, door deelzuiltje gesplitst. in steekboognissen, met waterlijstVooruitspringende rand in het gevelvlak die regenwater buiten gevel laat afdruppelen., op de bovenverdiepingen. Gevelbeëindiging door een klassiek hoofdgestel met eenvoudige kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement).. Resten van de omheiningsmuur met zelfde lisenen, schietgaten en één bewaard hoekpostament (noordwest kant).

Uitbreidingsvleugels met drie bouwlagen en schilddakDak met twee driehoekige dakvlakken aan de smalle zijde en twee trapeziumvormige aan de lange zijde., met gelijkaardige opstand, de oostvleugel geritmeerd door middenrisalieten met bekronende arkeltorentjes, de noordvleugel door midden- en hoekpaviljoenen met gekanteelde bekroning. Zuidvleugel met eenvoudiger opstand, gemarkeerd door een afgeschuinde hoekpartij.


Bronnen

Archieven
SAB/AA 1848, vol. 45B, 1850, vol. 47, rep. 326-327, 1865, rep. 1559-1591, 1866, rep. 130-131, 1867, rep. 590-597, 591-601-603, 592-598; 593-599.

Publicaties en studies
MEYERS M.-B., Plans, coupes et élévations d’une caserne pour trois bataillons d’infanterie, construite par l’administration communale de Bruxelles, Brussel, 1851.


Tijdschriften
SORGELOOS C, De staat van het kazernement te Brussel in 1848 en de bouw van het Klein Kasteeltje (Gemeentekrediet van België, 1981, 135, p. 37-52).