Typologie(ën)
herenhuis
Ontwerper(s)
E. L'HOMME – 1877
E. L'HOMME – 1875
Juridisch statuut
Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024
Stijlen
Eclectisme
Neorenaissance
Inventaris(sen)
- Urgentie-inventaris van het bouwkundig erfgoed van de Brusselse agglomeratie (Sint-Lukasarchief 1979)
- Permanente actualisatie van de inventaris van het Bouwkundig Erfgoed (DPC-DCE)
- Bouwen door de eeuwen heen in Brussel. Stad Brussel (1989-1993)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek Het ontwerp van een onroerend goed (gebouw) door een gerenommeerde kunstenaar (architect) kan maar zeer zelden als criterium worden beschouwd. Om het belang van de selectie van dit onroerend goed te beoordelen, en de plaats dat het inneemt in het oeuvre van een kunstenaar (architect), is dit een criterium dat moet worden afgewogen met de architectonische kwaliteit (compositie en interne structuur), de uitvoering (materialen, technische beheersing), de plaats in de architectuurgeschiedenis dewelke een getuigenis zijn van een fase of aspect van landschapsarchitectuur of de bouwkunst in het verleden. Zodoende gelden koppelingen naar volgende criteria: zeldzaamheid (typologie, stijl, materiaalgebruik, bronnen), representativiteit (idem) en integriteit (idem + kwaliteit van uitvoering).
- Esthetisch Het onroerend goed heeft een esthetische waarde als het de waarnemer zintuigelijk prikkelt op een positieve manier (‘ervaring van schoonheid). Historisch gezien werd deze waarde aangewend om waardevolle natuurlijke of semi-natuurlijke gebieden aan te duiden, maar het kan ook gelden voor grote gehelen van gebouwen in een stedelijk gebied, met of zonder natuurlijke elementen, of monumenten die het stadslandschap markeren. Automatisch dringt een afweging met andere waarden zich op, de artistieke in de eerste plaats, maar ook de landschappelijke (integratie van het werk in het stedelijk landschap, oriëntatiepunten in de stad) en stedenbouwkundige waarde (spontane of rationele stedelijke gehelen), en dienen koppelingen naar selectiecriteria worden gemaakt: representativiteit, ensemblewaarde en contextuele waarde. Criteria die met andere (met name artistieke) criteria moeten worden gecombineerd.
- Historisch Het onroerend goed heeft een historische waarde als het getuigt van een bijzondere periode in de geschiedenis van de streek of de gemeente, of als bijzonder belangrijke ouderdom en zeldzame ontwikkeling voor een periode (bv. tuinstad die representatief is voor een bouwwijze die werd toegepast in het kader van de grote bouwcampagnes na de Tweede Wereldoorlog; dorpskernen die de eerste gegroepeerde bouwwerken van de gemeenten van de tweede ring illustreren; Hallepoort als overblijfsel van de tweede omwalling; enz.), of als getuigenis van een bepaalde stedelijke (en/of landschappelijke) ontwikkeling van de stad (bv. gebouwen aan de centrale boulevards of in de Leopoldswijk), of wanneer het een band vertoont met een belangrijke historische figuur - met inbegrip van persoonlijke huizen van architecten en kunstenaarsateliers (b.v. het geboortehuis van Constantin Meunier, het huis van Magritte), of in verband kan worden gebracht met een belangrijke historische gebeurtenis (b.v. huizen van de wederopbouw na het bombardement van 1695, Congreskolom), of een typologische representativiteit vertoont die kenmerkend is voor een commerciële of culturele beroepsactiviteit (bv. kerken, bioscopen, industriële architectuur, apotheken).
- Stedenbouwkundig Sommige bouwkundige goederen spelen, meer dan andere bouwkundige goederen, een prominente rol in de planmatige inrichting van de bebouwde ruimte in het verleden. Meestal determineren zijn andere stedenbouwkundige (plan)vormen zodat er zich een wisselwerking voortdoet tussen bebouwde en niet-bebouwde (of open) ruimte. Die inrichting omvat ook de samenhang tussen verschillende schaalniveaus. Een onroerend goed heeft stedenbouwkundige waarde wanneer het hierin een rol speelt, bijvoorbeeld hoekgebouwen, coherente pleinen of (straatwanden), deskundig ingeplante torens (hoogbouw) en hun relatie tot hun onmiddellijke kwaliteitsvolle omgeving die coherent kan zijn, maar ook contrastrijk, maar ook relicten van stedenbouwkundige concepten en hoe deze architecturaal (en typologisch) zijn of werden ingevuld, zoals bijvoorbeeld de nog bewaarde eclectische stadspaleizen en/of herenhuizen in de Leopoldswijk.
Onderzoek en redactie
2016
id
Urban : 32417
Beschrijving
Nrs. 58-60-62 Drie gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. herenhuizen in eclectische stijl met
neo-Lodewijk XlII-inslag, naar ontwerp van architect E. L’Homme (Parijs) van 1875.
Symmetrisch opgebouwd gevelfront, lijstgevels met enkelhuisopstand volgens spiegelbeeldschema, met sterke horizontale belijning, breder middenpand volledig van natuursteen, zijpanden met verwerking van baksteen; drie bouwlagen en telkens drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder mansardedak (leien). Begane grond met steekboogopeningen en balustradeHekwerk van spijlen of balusters. onder de vensters : rijkere behandeling in middenpand met oculusKlein rond, ovaal of polygonaal venster. boven de inrijpoort en vensters in bewerkte omlijsting met palmettenVersiering in de vorm van een palmblad. en guirlandes; sokkelvormend in zijpanden met schijnvoegenImitatievoeg in metsel - of pleisterwerk, aangebracht om regelmatige verdeling te bewerkstelligen of bijvoorbeeld natuurstenen parement (simili) te suggereren. en diamantkopsleutels. Rechthoekige bovenvensters in oplopende geblokte omlijsting waarop pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel., met entablementenHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles., gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. balkons op beletage, bewerkte borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. op derde bouwlaag. Beëindiging door kroonlijst met klossenKraagstuk van een kroonlijst met verfijnd uitgesneden en/of gefreesd hangend element of drop.. Gebogen dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. met waterlijstVooruitspringende rand in het gevelvlak die regenwater buiten gevel laat afdruppelen. en sleutelSluitsteen van een opening; weerhoudt de gewelfstenen in een boog of gewelf.. volgens ontwerp markant interieur in nr. 60 met onder meer beglaasde hal, trappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht. en overkoepelde biljartzaal. Recent gerenoveerd door Stad Brussel.
Nr. 64. Herenhuis in eclectische stijl, opgetrokken door J.-B.A. Mosnier, naar ontwerp van architect E. L’Homme van 1877.
Drie bouwlagen en drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken. (leien). Lijstgevel van natuursteen met enkelhuisopstand ; verzorgd decor, voornamelijk bewerkte consoles, cartouchesOmlijsting van een uitspringend vlak in de vorm van ingesneden en omkrullend papier of leer; vaak met opschrift of intern versierd., friezenHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). en rankwerkVersiering bestaande uit een buigzame, slingerende tak, versierd met lofwerk.. Linkerrisaliet van twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), geblokt op begane grond, met rijkere behandeling en middenpaneel op bovenverdieping, uitlopend in ruim getrapt dakvensterUit het dakvlak opgaand stenen venster dat met de gevel in verbinding staat of er enkel door een kroonlijst van gescheiden is. met gebogen frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening. en vaas; horizontale geleding door gevelbreed balkon van beletage. Omlijste rondboogdeur met cartouche en bovenlichtBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden. in rechtertravee, benedenvensters verbouwd tot winkelraam. Rechthoekige bovenvensters met geprofileerde of pilasteromlijsting, entablement op beletage. Gekorniste kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). waarop attiekMuur of bouwlaag boven de kroonlijst die meestal het dak aan het gezicht onttrekt. ; rechterdakkapel met driehoekig frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening.. Gietijzeren balkon- en vensterleuningenLage, versierde leuning boven een onderdorpel, meestal in metaal.. Recent gerenoveerd door Stad Brussel.
Symmetrisch opgebouwd gevelfront, lijstgevels met enkelhuisopstand volgens spiegelbeeldschema, met sterke horizontale belijning, breder middenpand volledig van natuursteen, zijpanden met verwerking van baksteen; drie bouwlagen en telkens drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder mansardedak (leien). Begane grond met steekboogopeningen en balustradeHekwerk van spijlen of balusters. onder de vensters : rijkere behandeling in middenpand met oculusKlein rond, ovaal of polygonaal venster. boven de inrijpoort en vensters in bewerkte omlijsting met palmettenVersiering in de vorm van een palmblad. en guirlandes; sokkelvormend in zijpanden met schijnvoegenImitatievoeg in metsel - of pleisterwerk, aangebracht om regelmatige verdeling te bewerkstelligen of bijvoorbeeld natuurstenen parement (simili) te suggereren. en diamantkopsleutels. Rechthoekige bovenvensters in oplopende geblokte omlijsting waarop pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel., met entablementenHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles., gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. balkons op beletage, bewerkte borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. op derde bouwlaag. Beëindiging door kroonlijst met klossenKraagstuk van een kroonlijst met verfijnd uitgesneden en/of gefreesd hangend element of drop.. Gebogen dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. met waterlijstVooruitspringende rand in het gevelvlak die regenwater buiten gevel laat afdruppelen. en sleutelSluitsteen van een opening; weerhoudt de gewelfstenen in een boog of gewelf.. volgens ontwerp markant interieur in nr. 60 met onder meer beglaasde hal, trappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht. en overkoepelde biljartzaal. Recent gerenoveerd door Stad Brussel.
Nr. 64. Herenhuis in eclectische stijl, opgetrokken door J.-B.A. Mosnier, naar ontwerp van architect E. L’Homme van 1877.
Drie bouwlagen en drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken. (leien). Lijstgevel van natuursteen met enkelhuisopstand ; verzorgd decor, voornamelijk bewerkte consoles, cartouchesOmlijsting van een uitspringend vlak in de vorm van ingesneden en omkrullend papier of leer; vaak met opschrift of intern versierd., friezenHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). en rankwerkVersiering bestaande uit een buigzame, slingerende tak, versierd met lofwerk.. Linkerrisaliet van twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), geblokt op begane grond, met rijkere behandeling en middenpaneel op bovenverdieping, uitlopend in ruim getrapt dakvensterUit het dakvlak opgaand stenen venster dat met de gevel in verbinding staat of er enkel door een kroonlijst van gescheiden is. met gebogen frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening. en vaas; horizontale geleding door gevelbreed balkon van beletage. Omlijste rondboogdeur met cartouche en bovenlichtBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden. in rechtertravee, benedenvensters verbouwd tot winkelraam. Rechthoekige bovenvensters met geprofileerde of pilasteromlijsting, entablement op beletage. Gekorniste kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). waarop attiekMuur of bouwlaag boven de kroonlijst die meestal het dak aan het gezicht onttrekt. ; rechterdakkapel met driehoekig frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening.. Gietijzeren balkon- en vensterleuningenLage, versierde leuning boven een onderdorpel, meestal in metaal.. Recent gerenoveerd door Stad Brussel.
Bronnen
Archieven
SAB/OW: 58-60-62: 1238 en 54945 (1875); 64: 54945 (1877)..