Typologie(ën)

hotel

Ontwerper(s)

E. CARPENTIERarchitect1874

Marcel LAMBRICHSarchitect1979-1982

Louis SAMAINbeeldhouwer

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Neorenaissance
Neobarok
Eclectisme

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2016

id

Urban : 32410
lees meer

Beschrijving

Vrijstaand complex in eclectischeVeel voorkomende stijl (ca. 1850-1914) die inspiratie put uit verschillende architectuurstijlen uit het verleden. Komt door de combinatie van enerzijds verschillende stijlelementen en anderzijds nieuwe technieken en materialen tot een unieke eigentijdse creatie. stijl met Franse neorenaissance- en neobarokkeNeobarok (ca 1860-1914): Historiserende architectuur die verwijst naar de barok (17e tot 18e eeuw) en die naar haar vormentaal teruggrijpt door middel van het gebruik van voluut- en klokgevels, kolossale pilasters, zware decoratie (bossage, zware omlijstingen, enz.). inslag, naar ontwerp van architect E. Carpentier van 1874.

Samenstel van monumentaalZuilen of pilasters die over de volle hoogte of over meer dan één verdieping opgaan, onafhankelijk van de door vensters en bouwlagen gegeven maten., rijk geornamenteerd kopgebouw en soberder uitgewerkte achterliggende constructie. Beeldbepalende architectuur op de samenkomst van Emile Jacqmainlaan en Adolphe Maxlaan, in de aslijn van de Anspachlaan, doorlopend  tot de Sint-Michielsstraat. Gerenoveerd onder leiding van
‘Bureau d’architecture Marcel Lambrichs’ (architecten M. Lambrichs, C. Grochowski, P. De Lavaleye, B. Czys) in 1979-1982 : gevelrestauratie, inwendige kaalslag en wederopbouw met appartementen, kantoren en winkels.

Kopgebouw met natuurstenen parementGevel- of muurbekleding., overvloedig versierd met beeldhouwwerk door L. Samain; vier bouwlagen + entresol en driemaal drie brede traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken. (leien). Tot in de details geïnspireerd op de pasticherende uitbreiding van het Parijse
Louvre door architecten L.T.J. Visconti en H. Lefuel uit 1852- 1857. Oorspronkelijk hoger afgeknot tentdakDak met vier dakvlakken die in één punt samenkomen (tentdak); onttopt tot een vierzijdig plat dak vormt het een paviljoendak. met dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. en dubbele rij œil-de-bœufs, bekroond met beeldengroep «Le Festin» in gedreven koper door Samain; door brand verwoest in 1901 en vervolgens in vereenvoudigde vorm wederopgebouwd. Symmetrische opstandBouwkundige tekening op schaal van een verticaal vlak van een gevel, een binnenmuur,…; in ruime zin het verticaal vlak van een gevel of muur., gemarkeerd door middenrisaliet, met horizontale indeling in drie registersVensterstrook in een topgevel.. OnderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen. geritmeerd door geblokte pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. met zwaarder geboste sokkelHoge plint van een gevel; fungeert als voetstuk in ordonnantie van de gevel. en belijnd door puilijst op consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief.; ten dele gereconstrueerd. Centraal geblokt rondboogportaal met genieën in de zwikkenHoekstuk tussen een boog en de omlijsting waarin de boog gevat is. ; aan weerszijden rondbogenBoog waarvan de kromming een halve cirkel beschrijft. waarboven in voorgevel ronde oculiKlein rond, ovaal of polygonaal venster. geflankeerd door allegorieën van Schilder-, Beeldhouwkunst, Muziek en Architectuur en bekroond door trofeeënNabootsing van oorlogs- of jachttrofeeën die oorspronkelijk werden opgehangen; later veelal als zuiver decoratief motief gebruikt met dezelfde onderwerpen of uitgebreid met zinnebeelden van de kunsten, de ambachten,… van Kunst, Nijverheid en Wetenschap. Eerste twee bovenverdiepingen geritmeerd door kolossaleZuilen of pilasters die over de volle hoogte of over meer dan één verdieping opgaan, onafhankelijk van de door vensters en bouwlagen gegeven maten., gecanneleerdeParallelle, gootvormige decoratieve groeven op een zuil of pilaster., Corinthische, in middenrisaliet gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. zuilenCilindervormig steunpunt; vaak voorzien van basis en kapiteel. De kleine en/of dunne variant ervan wordt colonnet genoemd. met bijkomend rankwerkVersiering bestaande uit een buigzame, slingerende tak, versierd met lofwerk. onderaan op de schachtDe ruimte waarin de liftkooi en/of het tegengewicht bewegen, begrensd door de wanden, het plafond en de bodem van de put. De schacht kan gesloten of gedeeltelijk open zijn. , en pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel.; breed hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel. gevormd door architraafHoofdbalk; het onderste, dragende deel van een klassiek hoofdgestel, meestal geleed door banden., friesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). met rankwerkVersiering bestaande uit een buigzame, slingerende tak, versierd met lofwerk., putti en guirlandesGehouwen of gesneden slinger van bloemen, bladen of vruchten. Als festoen, vaak met linten en opgehangen aan strikken met neerhangende uiteinden. , en kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). met klossenKraagstuk van een kroonlijst met verfijnd uitgesneden en/of gefreesd hangend element of drop. en tandlijst. Hoge rechthoekige deurvensters op bel-etage in bewerkte omlijsting met onder meer eierprofiel en vlechtwerkDecoratieve stilering van gevlochten werk, in het bijzonder van banden, koorden,…, bekroond door spiegel1. Dunne (houten) plaat, gevat in een omlijsting van stijlen en regels van deuren, lambriseringen en plafonds; - 2. Gevelversiering in de vorm van een in- (spiegel) of uitspringende (paneel) rechthoekige omlijsting. en alternerend driehoekig en gebogen frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening. waarin vrouwenhoofd op consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief.. Aansluitend rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. van lage derde bouwlaag omlijst door arabeskenOrnament met slingerende grondlijn, bekleed met bladeren, bloemen, vruchten, gedeelten van mensen- of dierenbeelden in grillige vormen, maar op sierlijke wijze geschikt en aaneengestrengeld. en entablementHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles.. respectievelijk ijzeren balkons en leuningen. Vierde bouwlaag opgevat als attiekMuur of bouwlaag boven de kroonlijst die meestal het dak aan het gezicht onttrekt., met postamenten1. Rechthoekig voetstuk van een standbeeld; - 2. Balkvormige stenen bekroning; - 3. Stenen zijstukken van een balkonborstwering., acanthusfries, kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). en balustradeHekwerk van spijlen of balusters. met hoekvazen; rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. in riemomlijsting met orenUitstekend deel van sommige bouwelementen of -constructies, meestal louter decoratief., entablement en vrouwenhoofd. Middenrisaliet doorlopend  in dakvensterUit het dakvlak opgaand stenen venster dat met de gevel in verbinding staat of er enkel door een kroonlijst van gescheiden is., gemarkeerd door twee aan twee gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. kariatidenOndersteuning in de vorm van een vrouwenfiguur, hetzij met onderlichaam, hetzij met taps toelopende pijler of pilaster (herme)., allegorieën van de Seizoenen, waarop bewerkt entablement en driehoekig frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening. met oculusKlein rond, ovaal of polygonaal venster. tussen genieën en putti; vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. zoals op derde bouwlaag.

Aansluitend lagere bepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. en beschilderde vleugels ; vier bouwlagen + entresol, tweemaal negentien op twaalf traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken. (leien). Klassieke opstandBouwkundige tekening op schaal van een verticaal vlak van een gevel, een binnenmuur,…; in ruime zin het verticaal vlak van een gevel of muur. met horizontale geleding en alternerend ritme; geknikt ten oosten, afgeschuindSchuine vlakke kant aan een houten of stenen bouwonderdeel. ten noordwesten. Begane grond oorspronkelijk met schijnvoegenImitatievoeg in metsel - of pleisterwerk, aangebracht om regelmatige verdeling te bewerkstelligen of bijvoorbeeld natuurstenen parement (simili) te suggereren. en alternerend winkeldeuren en -ramen, belijnd door puilijst ; heden grotendeels gereconstrueerd in gewijzigde ordonnantie. Entresol met overeenkomstig smalle en bredere venstersLicht- en/of luchtopening in een muur.. Bovenverdiepingen met regelmatige registersVensterstrook in een topgevel. van rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. met geriemde omlijsting en lekdrempel, in verkleinende ordonnantie. Eerste verdieping belijnd door rankwerkfries. TraveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) alternerend geaccentueerd door balkons met ijzeren hek, doorlopend  in cordons, en respectievelijk gebogen frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening. met leeuwenkoppen, en entablementHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles. met maskerkop tussen rankwerkvoluten op eerste twee verdiepingen; hogerop dakkapelUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. met pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel., entablementHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles. en bewerkt gebogen frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening.. Tussenliggende traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) met bijkomende orenUitstekend deel van sommige bouwelementen of -constructies, meestal louter decoratief. op eerste en derde verdiepingen, entablementHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles. op tweede. Beëindiging door acanthusfries en kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement)..

SAB/OW 3592 (1874); P.P., 967.