Typologie(ën)

werkplaats (ambachtelijk)

Ontwerper(s)

L. BRALarchitect1905

Hilde DAEMarchitect1989-1991

Paul ROBBRECHTarchitect1989-1991

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Art nouveau

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2016

id

Urban : 32207
lees meer

Beschrijving

Voormalige magazijnen B. Wolf aîné - Draperies & Nouveautés. Gebouw in art nouveauInternationale beweging (1893 - ca. 1914) als reactie op de ‘neo’-stijlen, maar met sterk lokale verschillen. In België kent de stijl twee stromingen, namelijk de florale art nouveau met Victor Horta als boegbeeld en anderzijds de geometrische art nouveau beïnvloed door Paul Hankar of de Wiener Secession., naar ontwerp van architect L. Bral van 1905; vier bouwlagen en vier traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder plat dak. 

Lijstgevel van Euville en hardsteen, met ruim gebruik van ijzer en glas en een minimum aan dragende elementen. Hoger oplopend linker risalietRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden. met ingang onder oculiKlein rond, ovaal of polygonaal venster., tweezijdige erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. op consoleVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. met zweepslagornament over de eerste twee verdiepingen, hogerop tweelichtenTweedelige lichtopening, door deelzuiltje gesplitst., booglijst en postamenten1. Rechthoekig voetstuk van een standbeeld; - 2. Balkvormige stenen bekroning; - 3. Stenen zijstukken van een balkonborstwering. als bekroning. Drie rechter traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) met slanke muurpenanten doorgetrokken in postamenten en bekroond door een ijzeren balustradeHekwerk van spijlen of balusters.. Opengewerkte begane grond met getoogde ijzeren lateien op pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel.; brede drielichtenGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. over de eerste twee verdiepingen, met gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. deelzuiltjes en respectievelijk gestrekte ijzeren latei en booglijst, drielichtenGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. met pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. op de bovenste verdieping. Typisch houtwerk. Balkenlagen op gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. kolommen in het interieur.

Uitbreiding en aanpassing van een bestaande terugwijkende attiekMuur of bouwlaag boven de kroonlijst die meestal het dak aan het gezicht onttrekt. tot dakappartement, naar ontwerp van architecten P. Robbrecht en H. Daem van 1989, uitgevoerd in 1990-1991, met sculptuur “Camera” door I. Genzken.


Bronnen

Archieven
SAB/OW 389 (1905).