Typologie(ën)

opslagplaats/loods
liefdadigheidsinstelling

Ontwerper(s)

E. HENDRICKX1875-1879

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Eclectisme

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2016

id

Urban : 32048
lees meer

Beschrijving

Voormalig Maison de Secours. Complex in eclectischeVeel voorkomende stijl (ca. 1850-1914) die inspiratie put uit verschillende architectuurstijlen uit het verleden. Komt door de combinatie van enerzijds verschillende stijlelementen en anderzijds nieuwe technieken en materialen tot een unieke eigentijdse creatie. stijl naar ontwerp van architect E. Hendrickx van 1875, gebouwd in 1876-1879. Opgericht door de Conseil Général d’Hospices et de Secours (huidige O.C.M.W.) ten behoeve van de Comités de Charité, met onder meer dispensarium en raadzaal, voorts bestemd voor de bedeling van brood, steenkool en kleding aan noodlijdenden. Gebouwen gegroepeerd rondom een binnenplaats, met hoofdvleugel aan de Schuitenkaai, inkom en conciërgewoning in Sint-Andriesstraat nr. 1, en pakhuis in Oppemstraat nr. 45. Hoofdgebouw met drie bouwlagen en vijf en een halve traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder zadeldakDak met twee hellende dakvlakken.. Overwegend natuurstenen lijstgevel, de bovenverdiepingen verlevendigd met baksteen, op hardstenen plintHoge plint van een gevel; fungeert als voetstuk in ordonnantie van de gevel.. Symmetrische opstandBouwkundige tekening op schaal van een verticaal vlak van een gevel, een binnenmuur,…; in ruime zin het verticaal vlak van een gevel of muur. met nadrukkelijke kordongeleding. Begane grond geritmeerd door brede steekbogenBoog die minder dan een halve cirkel beschrijft; boog in de vorm van een cirkelsegment. Bij vensters spreekt men dan van een getoogd venster of steekboogvenster., met alternerend ingeschreven deuren - schouderbogig in de uiterste traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) - met stoep en venstersLicht- en/of luchtopening in een muur.. Versmallende bovenvensters met doorgetrokken lekdrempels en ingediepte borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust., getoogdBoog die minder dan een halve cirkel beschrijft; boog in de vorm van een cirkelsegment. Bij vensters spreekt men dan van een getoogd venster of steekboogvenster. met sluitsteenSluitsteen van een opening; weerhoudt de gewelfstenen in een boog of gewelf. en waterlijstVooruitspringende rand in het gevelvlak die regenwater buiten gevel laat afdruppelen. op de eerste verdieping, schouderbogig op de tweede. Typische ijzeren sierankers(Smeedijzeren) bouwonderdeel waarmee de uiteinden van een balk in een muur worden bevestigd; soms ook louter decoratief. als onderbreking van de kordonsUitspringende, horizontale geleding over de hele breedte van een gevel, om verdiepingen te markeren of als verlenging van de (lek)dorpels.. KroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). met tandlijst op bewerkte consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief., aansluitend bij de pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. en hoekblokkenAfwisselende opeenvolging van lange en korte zijden van natuurstenen hoekblokken of neggen (geprofileerd) in een bakstenen gevel. van de bovenste verdieping, bekroond door een blindeZonder opening; blind venster, schijnopening. attiekMuur of bouwlaag boven de kroonlijst die meestal het dak aan het gezicht onttrekt.. Centrale dakkapelUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. met pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel., driehoekig frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening. en bolornament; getrapteGevel met een driehoekige bekroning die trapsgewijs versmalt. aandaken.

Inkom en conciërgewoning met twee bouwlagen en twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder zadeldakDak met twee hellende dakvlakken.. Gelijkaardige, soberder opstandBouwkundige tekening op schaal van een verticaal vlak van een gevel, een binnenmuur,…; in ruime zin het verticaal vlak van een gevel of muur., met steek- en schouderboogopeningen.

Pakhuis met twee bouwlagen en drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder zadeldakDak met twee hellende dakvlakken. (Polonceauspant). OpstandBouwkundige tekening op schaal van een verticaal vlak van een gevel, een binnenmuur,…; in ruime zin het verticaal vlak van een gevel of muur. van baksteen afgewisseld met breuksteenMetselwerk bestaande uit brokken onregelmatige natuursteen. in cyclopisch verband, op hardstenen plintHoge plint van een gevel; fungeert als voetstuk in ordonnantie van de gevel.. GetoogdeBoog die minder dan een halve cirkel beschrijft; boog in de vorm van een cirkelsegment. Bij vensters spreekt men dan van een getoogd venster of steekboogvenster. inrijpoort en getraliede benedenvensters; schouderbogig bovenvenster in de puntvormig verhoogde middentravee onder omlopende kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement)..

Bronnen

Archieven
SAB/OW 7973 (1875-1879).


Tijdschriften
L’Emulation, 1879, pl. 21-23.