Typologie(ën)
opbrengsthuis
café/brasserie/taverne
café/brasserie/taverne
Ontwerper(s)
A. DANTHINE – 1892
Franz VAN RUYSKENSVELDE – architect – 1943
Stijlen
Eclectisme
Modernisme
Inventaris(sen)
- Bouwen door de eeuwen heen in Brussel. Stad Brussel (1989-1993)
- Permanente actualisatie van de inventaris van het Bouwkundig Erfgoed (DPC-DCE)
- Urgentie-inventaris van het bouwkundig erfgoed van de Brusselse agglomeratie (Sint-Lukasarchief 1979)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek
- Esthetisch
- Historisch
- Sociaal
- Stedenbouwkundig
Onderzoek en redactie
2016
id
Urban : 31957
Beschrijving
Opbrengsthuis
in eclectische stijl naar ontwerp van architect A. Danthine, 1892.
Vier bouwlagen + entresol en dertien onder meer gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder mansardedak. BepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. gevel met schijnvoegenImitatievoeg in metsel - of pleisterwerk, aangebracht om regelmatige verdeling te bewerkstelligen of bijvoorbeeld natuurstenen parement (simili) te suggereren. en horizontaliserende opbouw onder meer gemarkeerd door gekorniste lijsten en doorlopende balkons met gietijzeren borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. – al of niet gebuiktMet een buik staand; welvend oppervlak dat een ongelijkmatige boogwerking vertoont. – op gegroefde consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief.. Hoger opgetrokken hoektraveeTravee op de hoek (meestal 45°) van een gebouw. uitlopend op een vierzijdig koepeldakDak waarvan de buitenomtrek die van een koepel is. met lantaarn; verticaal gevelritme binnen de registersVensterstrook in een topgevel. aangegeven door risalieten en pilasters, kolossaal met Ionisch kapiteelKopstuk van een zuil, pijler of pilaster; algemeen om de gedragen last op een smaller draagvlak over te brengen. over de via gestapelde erkers geaccentueerde tweede en derde bouwlaag. Opengewerkte begane grond en entresol met puilijst, gedeeltelijk verbouwd. Rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. onder meer in stucomlijsting. Eenvoudig hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel.; talrijke dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap., aan de hoofdgevel verrijkt met gebroken frontonsFronton waarvan het middendeel is doorbroken. en klauwstukken.
In nr. 6 bar L’Archiduc opent haar deuren in 1937 en wordt ingericht naar ontwerp van architect Franz Van Ruyskensvelde, 1943.
Vier bouwlagen + entresol en dertien onder meer gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder mansardedak. BepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. gevel met schijnvoegenImitatievoeg in metsel - of pleisterwerk, aangebracht om regelmatige verdeling te bewerkstelligen of bijvoorbeeld natuurstenen parement (simili) te suggereren. en horizontaliserende opbouw onder meer gemarkeerd door gekorniste lijsten en doorlopende balkons met gietijzeren borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. – al of niet gebuiktMet een buik staand; welvend oppervlak dat een ongelijkmatige boogwerking vertoont. – op gegroefde consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief.. Hoger opgetrokken hoektraveeTravee op de hoek (meestal 45°) van een gebouw. uitlopend op een vierzijdig koepeldakDak waarvan de buitenomtrek die van een koepel is. met lantaarn; verticaal gevelritme binnen de registersVensterstrook in een topgevel. aangegeven door risalieten en pilasters, kolossaal met Ionisch kapiteelKopstuk van een zuil, pijler of pilaster; algemeen om de gedragen last op een smaller draagvlak over te brengen. over de via gestapelde erkers geaccentueerde tweede en derde bouwlaag. Opengewerkte begane grond en entresol met puilijst, gedeeltelijk verbouwd. Rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. onder meer in stucomlijsting. Eenvoudig hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel.; talrijke dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap., aan de hoofdgevel verrijkt met gebroken frontonsFronton waarvan het middendeel is doorbroken. en klauwstukken.
In nr. 6 bar L’Archiduc opent haar deuren in 1937 en wordt ingericht naar ontwerp van architect Franz Van Ruyskensvelde, 1943.
Bronnen
Archieven
SAB/OW 9088 (1892).