Typologie(ën)

woning of opbrengsthuis (onbepaald)

Ontwerper(s)

H. MAQUET1869-1870

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Neoclassicisme

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2016

id

Urban : 31717
lees meer

Beschrijving

In oorsprong twee gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. enkelhuizen met neoclassicistischeArchitectuurstroming (vanaf eind 18e eeuw tot ca. 1914) met voorliefde voor orde en symmetrie, gekenmerkt door bepleisterde en wit beschilderde lijstgevels die het stadsbeeld uniformiseren. Verhoudingen en vormentaal van deze stroming evolueren met de tijd. inslag, naar ontwerp van architect H. Maquet van 1869-1870.

SouterrainHoge kelder of half verzonken verdieping., drie bouwlagen en samen zes traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken.. Voorheen lijstgevel met stucdecor : schijnvoegenImitatievoeg in metsel - of pleisterwerk, aangebracht om regelmatige verdeling te bewerkstelligen of bijvoorbeeld natuurstenen parement (simili) te suggereren. op de begane grond, door balkons en pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. gemarkeerd middenrisaliet doorgetrokken tot in de bedaking, bewerkte borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. en penantenParement tussen twee muuropeningen (vensters of deuren) in dezelfde bouwlaag., omlijste venstersLicht- en/of luchtopening in een muur., en klassiek hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel. met consolerij en casementen; brede dakkapelUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. met frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening. tusen oeil-de- boeufs. Samengevoegd tot één pand in 1902; grondig verbouwd waarbij herindeling tot vier niveau’s en vlakke cementering, in 1952. Slechts behouden travee-indeling en gevelbekroning.

Bronnen

Archieven
SAB/OW 6062 (1869-1870), 6061 (1902), 61651 (1952).