Typologie(ën)

beeldhouwwerk en herdenkingsmonument
fontein

Ontwerper(s)

Edouard FIERSbeeldhouwer1866

Henri BEYAERTarchitect1866

Pierre-Louis DUNIONbeeldhouwer1866

Georges HOUTSTONTbeeldhouwer1866

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Eclectisme

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2016

id

Urban : 36244
lees meer

Beschrijving

Fontein in eclectische stijl, ontworpen door architect Henri Beyaert en de beeldhouwers Edouard Fiers, Pierre-Louis Dunion en Georges Houtstont, ter ere van Charles de Brouckère, Brussels burgemeester van 1848 tot 1860. Het op 12.10.1866 ingehuldigde monument stond oorspronkelijk aan de Naamse Poort. In 1957, toen de kleine ring werd heraangelegd in het vooruitzicht van Expo 58, werd de fontein in een magazijn opgeslagen, en in 1978 kreeg ze een nieuwe bestemming, op de Jan Palfynsquare.

Het monument bestaat uit een architectuur in Euvillesteen met beeldhouwwerken in wit marmer. In het midden van een groot rechthoekig waterbekken met afgeschuinde hoeken bevindt zich een tweede bekken, ovaal en met een rand met een fries van schelpen onderbroken door leeuwenkoppen op consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. en mascaronsGehouwen versiering onder de vorm van een (fantastisch) mensen- of dierenmasker. met fabeldieren. Centraal verrijst een imposante zuil waarvan de ribben met een gevleugelde kariatideOndersteuning in de vorm van een vrouwenfiguur, hetzij met onderlichaam, hetzij met taps toelopende pijler of pilaster (herme). met leeuwenkop zijn versierd. De zuil wordt bekroond door een marmeren groep gevormd door drie putti die lauwerkransen vasthouden, een ontwerp van Dunion.
Op het voorvlak van de pijler1. Muurstut zonder entasis (kromming), mogelijk met basis en kapiteel; - 2. Massief gemetseld of betonnen steunelement met gewoonlijk rechthoekige doorsnede (vb. bruggepijler,…) bevindt zich een nis met het door Fiers ontworpen marmeren borstbeeld van de burgemeester, en op de achterzijde een ovaal paneel in hetzelfde materiaal waarop de belangrijkste etappes in de carrière van Charles de Brouckère van 1815 tot 1860 zijn gegraveerd. Beide vlakken hebben het wapenschild van Brussel en een cartoucheOmlijsting van een uitspringend vlak in de vorm van ingesneden en omkrullend papier of leer; vaak met opschrift of intern versierd. die op het ene vlak de naam en de functie van de burgemeester vermeldt en op het andere de plaats en datum van zijn geboorte en overlijden.
Voor elk van de zijvlakken bevindt zich een door Fiers ontworpen marmeren beeldengroep met de voorstelling van respectievelijk Neptunus en Amphitrite op een door dolfijnen voortgetrokken zeewagen. Sinds de fontein opnieuw is geplaatst, zijn de twee godheden hun attributen kwijt. De groepen op de pijler1. Muurstut zonder entasis (kromming), mogelijk met basis en kapiteel; - 2. Massief gemetseld of betonnen steunelement met gewoonlijk rechthoekige doorsnede (vb. bruggepijler,…) worden bekroond door een halfrond bekken op lampetNeerwaartse beëindiging, afhangende versiering als aanzet van een balkon of erker., met een banderol met de opschriften “ENERGIE” resp. “INTELLIGENCE”; het wordt van water voorzien door een mannelijke mascaronGehouwen versiering onder de vorm van een (fantastisch) mensen- of dierenmasker. op een schelp. De algemene decoratie van de fontein is van de hand van Houtstont. De overvloed aan waterstralen op de fontein is waarschijnlijk een verwijzing naar het waterdistributiesysteem dat tijdens het mandaat van de burgemeester in Brussel werd ingevoerd.

Bronnen

Archieven
SAB/OW 84731 (1975).

Publicaties en studies
DEROM, P., Les sculptures de Bruxelles. Catalogue raisonné, Galerie Patrick Derom, Brussel, 2002, p. 103.
DE ROOSE, F., Les fontaines de Bruxelles, Racine, Brussel, 1999, pp. 47-48.
MEIRSSCHAUT, P., Les sculptures de plein air à Bruxelles, guide explicatif, E. Bruylant, Brussel, 1900, pp. 26-27.
VAN NIEUWENHUYSEN, P., Toponymie van Laken (doctoraatsverhandeling in de Germaanse Filologie), UCL, Louvain-la-Neuve, 1998, p. 689.

Tijdschriften
“Jan Palfynsquare * 1020 8261 Jan Palfynsquare”, LACA Tijdingen, jaargang 21, 2, april-juni 2010, pp.
27-29.