Typologie(ën)

woning of opbrengsthuis (onbepaald)
gelijkvloers met handelszaak

Ontwerper(s)

Henri RIECKarchitect1877

Juridisch statuut

Beschermd sinds 08 augustus 1988

Stijlen

Neo-Vlaamse renaissance
Eclectisme

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2016

id

Urban : 30531
lees meer

Beschrijving

Rijhuis in eclectischeVeel voorkomende stijl (ca. 1850-1914) die inspiratie put uit verschillende architectuurstijlen uit het verleden. Komt door de combinatie van enerzijds verschillende stijlelementen en anderzijds nieuwe technieken en materialen tot een unieke eigentijdse creatie. stijl met neo-Vlaamse-renaissance-inslag, naar ontwerp van architect H. Rieck van 1877; drie bouwlagen + entresol en drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder zadeldakDak met twee hellende dakvlakken..

Lijstgevel van bak-, natuur- en hardsteen. linker risalietRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden., ter hoogte van de entresol gemarkeerd door een
trapezoïdale erker met balustraden, fraai houten raamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. en cartouchesOmlijsting van een uitspringend vlak in de vorm van ingesneden en omkrullend papier of leer; vaak met opschrift of intern versierd., op acanthusconsoles; ernaast een breed steekboogvensterBoog die minder dan een halve cirkel beschrijft; boog in de vorm van een cirkelsegment. Bij vensters spreekt men dan van een getoogd venster of steekboogvenster., oorspronkelijk met doorlopende  balustradeHekwerk van spijlen of balusters.. rechthoekige bovenvensters in geblokte omlijsting, achtereenvolgens met pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. en geriemd, met hanenkamVlakke samengestelde latei, waarvan de stenen als boogstenen functioneren; in ruime zin slaat de term ook op een boog met een getrapte (pseudo-) boogrug.; ondiepe balkons met diamantkoppostamenten en ijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. Klassiek hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel. met consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. met wortelmotief(Renaissance)ornament in de vorm van een afhangende, halve kegel of een rechtstaande wortel.; in het ontwerp met boogfriesReeks van kleine (decoratieve) bogen, vaak steunend op kraagstenen.. Oorspronkelijk zwaar geblokte begane grond met privé-inkom en winkelpui, heden verbouwd.


Bronnen

Archieven
SAB/OW 20739 (1877).