Typologie(ën)

herenhuis

Ontwerper(s)

Henri MAQUETarchitect1900-1903

Statut juridique

Beschermd sinds 28 januari 1993

Stijlen

Neorenaissance

Inventaris(sen)

  • Bouwen door de eeuwen heen in Brussel. Stad Brussel (1989-1993)
  • Permanente actualisatie van de inventaris van het Bouwkundig Erfgoed (DPC-DCE)
  • Urgentie-inventaris van het bouwkundig erfgoed van de Brusselse agglomeratie (Sint-Lukasarchief 1979)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

  • Artistiek
  • Esthetisch
  • Historisch
  • Stedenbouwkundig

Onderzoek en redactie

2016

id

Urban : 30497
lees meer

Beschrijving

Oorspronkelijk samenstel van twee herenhuizen, in eclectische stijl met neo-Italiaanse-renaissance-inslag, naar ontwerp van architect Henri Maquet van 1900 - voor de stallingen van 1902 —, voltooid in 1903.

Monumentaal gevelfront in palazzostijl, opgetrokken uit natuur- en hardsteen, verwant met het voormalige Hotel d’Assche door architect Alphonse Balat van 1856-1858 (Wetenschapsstraat nr. 33). Symmetrische opstand gemarkeerd door een middenrisaliet; drie bouwlagen en elf traveeën onder gedrukt zadeldakDak met twee hellende dakvlakken.. Markant gebruik van bossageIn oorsprong een gevelbehandeling waarbij ruwgehakte, rechthoekige blokken natuursteen uit de loodlijn steken en de gevel op die manier een fors, rustiek (rustica) karakter verleent; later op gevel vormelijk geïmiteerd door middel van uitspringend al dan niet bepleisterde bakstenen blokken of banden (doorlopende schijnvoegen)., balustraden en frontons als geveldecor, klassieke ordenopeenvolging in het risalietRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden.. Begane grond belijnd door sokkel met bossageIn oorsprong een gevelbehandeling waarbij ruwgehakte, rechthoekige blokken natuursteen uit de loodlijn steken en de gevel op die manier een fors, rustiek (rustica) karakter verleent; later op gevel vormelijk geïmiteerd door middel van uitspringend al dan niet bepleisterde bakstenen blokken of banden (doorlopende schijnvoegen). en een klassiek hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel.. Rechthoekige benedenvensters in geriemde en geblokte omlijsting, met hanekam, entablementHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles. en lekdrempel op uitgelengde consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief., boven souterrainvensters. Geblokte rondbogige inrijpoorten met imposten, sluitsteen
en schamppalen in de midden- en laatste travee, eerst genoemde met rijkere cartouchesleutel en geflankeerd door gecanneleerde Dorische zuilen met hoge sokkel en triglief waarop balkon; links aanpalende portiek1. Open galerij of zuilengang waarvan het dak op zuilen of arcades rust; - 2. Classicistische ruimte vóór een toegangsdeur die terugspringt of niet gelijk is met de voorgevel; - 3. Samenstel van twee zuilen onder architraaf die overgang tussen twee ruimtes accentueert.. Rechthoekige bovenvensters in geprofileerde en oplopende geblokte omlijsting. Op de bel-etage met doorlopende balustrade met diamantkoppenPiramidaal ornament (3 of 4 zijden), onder andere gebruikt in banden en friezen., lamberkijnfries en alternerend driehoekige en gebogen frontonsDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening. met palmetVersiering in de vorm van een palmblad. en consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief.. Op de lagere derde bouwlaag met paneel met bijenmotief en drop op borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. en entablement. Middenrisaliet geaccentueerd door Ionische zuilen en Corinthische pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel., en rijkere frontonsDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening.. Breed hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel. met architraaf en kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). op consolerij en schijven, en attiekbalustrade. Eenvoudige achtergevel.

Rijk interieur in neo-Lodewijkstijlen.

Complex van stallingen en aanhorigheden met twee bouwlagen en bedaking, van bak- en natuursteen, aan de westzijde van het binnenplein.


Bronnen

Archieven
SAB/OW 2287 (1900-1903).

Tijdschriften

L’Emulation, 1904, pl. 42-43, 1910, pl. 9-10.