Typologie(ën)

herenhuis

Ontwerper(s)

J. CULOTarchitect1865

René PECHERElandschapsarchitect1961

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Neoclassicisme

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2016

id

Urban : 30498
lees meer

Beschrijving

Voormalig Hotel de Spoelberch, sinds 1920 residentie van de ambassadeur van Frankrijk. Herenhuis met neoclassicistische inslag, naar ontwerp van architect J. Culot van 1865, mogelijk met medewerking van architect A. Vanderheggen; drie bouwlagen en vijf traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder zadeldakDak met twee hellende dakvlakken.

Oorspronkelijk bepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. en beschilderde lijstgevel met ruim gebruik van hardsteen voor benedenbouw, omlijstingen en kordons. Bepleistering vervangen door een parementGevel- of muurbekleding. van Anstrudesteen onder leiding van architect R. Théry van 1965. Enkelhuisopstand gemarkeerd door het middenrisaliet; rechthoekige muuropeningen. Begane grond met schijnvoegenImitatievoeg in metsel - of pleisterwerk, aangebracht om regelmatige verdeling te bewerkstelligen of bijvoorbeeld natuurstenen parement (simili) te suggereren., diamantkopsleutels en bewerkte borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust., belijnd door de puilijst; inrijpoort in de linker traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Bovenverdiepingen met geprofileerde vensteromlijstingen : bel-etage gemarkeerd door entablementenHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles. op consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief., balkon met balustradeHekwerk van spijlen of balusters. en consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. in de midden-, panelen met schijven en drop in de zijtraveeën; op de lagere derde bouwlaag neuten, orenUitstekend deel van sommige bouwelementen of -constructies, meestal louter decoratief. en sleutelSluitsteen van een opening; weerhoudt de gewelfstenen in een boog of gewelf., en centrale ijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. HoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel. met architraafHoofdbalk; het onderste, dragende deel van een klassiek hoofdgestel, meestal geleed door banden., friesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). en houten kroonlijst met klossenKraagstuk van een kroonlijst met verfijnd uitgesneden en/of gefreesd hangend element of drop. en tandlijst, op gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. hoekconsoles in het risaliet; centrale dakkapelUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. met schouderstukken, pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. en sleutelSluitsteen van een opening; weerhoudt de gewelfstenen in een boog of gewelf.. Bewaard houtwerk.

Tuinaanleg naar ontwerp van tuinarchitect René Péchère van 1961, doorlopend  tot de Kanselarij (Hertogsstraat nr. 65) : geplaveide voorgrond met waterbekken, omringd door een formele en een “wilde” tuin; karakteristieke
latwerk.


Bronnen

Archieven
SAB/OW 19999 (1865), 77499 (1965). 

Publicaties en studies
PECHERE R., Jardins dessinés, s.l., 1987, pp. 44- 45.