Typologie(ën)

opbrengsthuis

Ontwerper(s)

Stijlen

Laat-eclecticisme
Beaux-Artsstijl
Art deco

Inventaris(sen)

  • Permanente actualisatie van de inventaris van het Bouwkundig Erfgoed (DPC-DCE)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

  • Artistiek
  • Esthetisch
  • Historisch
  • Stedenbouwkundig

Onderzoek en redactie

2014-2016

id

Urban : 29099
lees meer

Beschrijving

Geheel van twee gelijkaardige opbrengsthuizen in laat-eclectische stijl met invloeden uit de Beaux-ArtsstijlArchitectuurstroming (ca. 1905-1930) met reminiscenties aan de grote Franse architectuurstijlen uit de 18e eeuw. Rijk en zorgvuldig gedecoreerde gevels in natuursteen en/of simili of in combinatie met baksteen. Borstweringen en poorten in fraai uitgewerkt smeedwerk. en de art decoTendens tot de geometrisering van vormen en architecturale ornamenten die zich uitdrukt in het materiaal- en kleurgebruik.. Opgetrokken in drie verschillende bouwfases door dezelfde eigenaar maar n.o.v. twee verschillende architecten; de nr. 41 n.o.v. architecten L. Leroy en G. Darteville, 1931 en de nr. 43-45 n.o.v. architect Auguste Vandennieuwenborg, in 1946 voor de eerste twee bouwlagen, in 1952 verhoogd met een derde bouwlaag en mansarde naar analogie met het nr. 41.

Dit geheel vormt de aanvang van een homogene huizenrij in dezelfde stijl van nr. 41 tot nr. 53.

Drie bouwlagen en vijf traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder mansarde. Gevlamde bakstenen gevel met witstenen en similiBepleistering ter imitatie van natuursteen. elementen op hoge hardstenen plint. Driehoekige erker op eerste verdieping van de zijdelingse traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) bekroond door terras met ijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. waarin glasdeurDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat.. Hierboven dakvensterUit het dakvlak opgaand stenen venster dat met de gevel in verbinding staat of er enkel door een kroonlijst van gescheiden is. met glasdeurDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat. en afgesneden hoeken achter Frans balkonBorstwering tussen de dagkanten van een naar binnen openslaand venster dat tot de vloer doorloopt.. Vensteropeningen telkens gevat in een witstenen nis met hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel..

Benedenverdieping op nr. 41 met portiekingang met mozaïekvloer waarin band en halve zon. Smeedijzeren deur geflankeerd door twee kleine venstersLicht- en/of luchtopening in een muur.. Garagepoort in rechtertravee.

Benedenverdieping op nr. 43-45 met rechthoekige smeedijzeren deur, en twee vensters, het rechts oorspronkelijk als garage, gewijzigd in huidig venster (1996).

Bronnen

Archieven
GAV/DS 11097 (1931), 14018 (1939), 14629 (1946), 15891 (1952), 21968 (1996).