Typologie(ën)

burgerwoning

Ontwerper(s)

Jh. BAUDOUINarchitect1924

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Laat-eclecticisme

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2014-2016

id

Urban : 29026
lees meer

Beschrijving

Burgerwoning in laat-eclectische stijl n.o.v. architect Jh. Baudouin , 1924.

Halfopen bebouwing van drie bouwlagen, straatgevel met twee ongelijke traveeën onder schilddakDak met twee driehoekige dakvlakken aan de smalle zijde en twee trapeziumvormige aan de lange zijde..

Bakstenen gevel met elementen in similiBepleistering ter imitatie van natuursteen., blauwe en witte hardsteen. Hoekkettingen in parementGevel- of muurbekleding. en als vensteromlijstingen. Rechthoekige muuropeningen op benedenverdieping, korfboogvormig op de verdiepingen. Garagepoort en drie kleine vierkante vensters op begane grond.
Langs straat, tweede traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) in risalietRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden. onder klokvormige topgevelHoogste deel van een gevel, vaak driehoekig en/of getrapt.. Twee loggia’s met gebogen stenen balusterborstweringen. Gebogen welfsteen op eerste verdieping, stenen latei met gestileerde hoekconsoles op tweede verdieping. Drielicht met stenen stijlen in klokgevelGevel waarvan de top klokvormig is..
Eerste traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) met op tweede verdieping gebogen erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. met drielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. onder afdakje. Dakkapel met vleugelstukken.
Zijgevel met afgesneden hoektraveeTravee op de hoek (meestal 45°) van een gebouw. en schoorsteenmantelHouten of natuurstenen bekleding rond de opening of mond van een schouw. in licht risalietRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden.. Deur onder korfboogvormig impostvensterVenster boven een deur en ervan gescheiden door een stenen dorpel, een entablement of een muurvlak. en welfsteen. Op verdiepingen boogvormige vensters. Omheining met ijzeren hek op breukstenenMetselwerk bestaande uit brokken onregelmatige natuursteen. plint. KroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). met guttae, overig schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ...  vervangen naar oorspronkelijk model.

Bronnen

Archieven
GAV/DS 8408 (1924), 22942 (2002).