Typologie(ën)

burgerwoning

Ontwerper(s)

INCONNU - ONBEKEND1900-1905

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Eclectisme met pittoresk karakter

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2014-2016

id

Urban : 28814
lees meer

Beschrijving

Geheel van drie bijna identieke burgerhuizen in eclectischeVeel voorkomende stijl (ca. 1850-1914) die inspiratie put uit verschillende architectuurstijlen uit het verleden. Komt door de combinatie van enerzijds verschillende stijlelementen en anderzijds nieuwe technieken en materialen tot een unieke eigentijdse creatie. stijl met pittoreskCottagestijl (eind 19e tot midden 20e eeuw): Verwijst naar de Engelse ‘cottage’ en is aldus geinspireerd op landelijke architectuur. Gekenmerkt door het decoratief aanwenden van hout in puntgevels, balkons, loggia’s, enz. Pittoreske vormgeving en volumewerking vaak benadrukt in het dakenspel. karakter, ca. 1900.

OpstandenBouwkundige tekening op schaal van een verticaal vlak van een gevel, een binnenmuur,…; in ruime zin het verticaal vlak van een gevel of muur. met asymmetrische compositieTypische gevelopstand bestaande uit twee ongelijke traveeën; in Brussel komt dit geveltype vaak voor met drie bouwlagen volgens verkleinende ordonnantie; de hoofdtravee is meestal breder, rijker uitgewerkt en wordt verder benadrukt door licht vooruit te springen en/of door één of meer balkons; de kelders zijn meestal hoog, wat zich vertaalt in een hoge onderbouw; het grondplan bestaat over het algemeen uit een aaneenschakeling van kamers. in roodgekleurde baksteen, versierd met banden in geelgekleurde baksteen en elementen in hardsteen. De meeste muuropeningen zijn getoogdBoog die minder dan een halve cirkel beschrijft; boog in de vorm van een cirkelsegment. Bij vensters spreekt men dan van een getoogd venster of steekboogvenster.. ToegangstraveeënTravee waarin de toegang is ondergebracht. met verspringende bouwlagen in risalietRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden., op nr.245 bekroond door een tentdakDak met vier dakvlakken die in één punt samenkomen (tentdak); onttopt tot een vierzijdig plat dak vormt het een paviljoendak., op nr.247 door een geveltop met pittoreskeCottagestijl (eind 19e tot midden 20e eeuw): Verwijst naar de Engelse ‘cottage’ en is aldus geinspireerd op landelijke architectuur. Gekenmerkt door het decoratief aanwenden van hout in puntgevels, balkons, loggia’s, enz. Pittoreske vormgeving en volumewerking vaak benadrukt in het dakenspel. houten kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement).. Op de eerste verdieping van de hoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel., glasdeurDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat. achter een ijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. en beschermd door een afdak, op de tweede verdieping, per drie gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. venstersLicht- en/of luchtopening in een muur.. Op de toegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht., Frans balkonBorstwering tussen de dagkanten van een naar binnen openslaand venster dat tot de vloer doorloopt. met ijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. ter hoogte van de tweede verdieping. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ...  grotendeels bewaard.


Bronnen

Archieven
GAV/DS 245: 21121 (1990).