Typologie(ën)

werkplaats (ambachtelijk)
burgerwoning

Ontwerper(s)

Louis G. HAGEarchitect1925-1926

Louis G. HAGEarchitect1910

Arthur HAGEarchitect1910

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Eclectisme

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2022-2023

id

Urban : 24914
lees meer

Beschrijving

Industrieel geheel bestaande uit opbrengstwoningen (1925-1926) langs de straatzijde (nr. 243a tot 247-249) waarachter industriële gebouwen (1925) naar ontwerp van architecten Louis G. Hage en Arthur Hage. Op nr. 251 bevond zich de directeurswoning voor Ed. Van Huyneghem uit 1910.

Nr. 243a, 245 en 247-249. Opbrengsthuizen in laat-eclectische stijl met asymmetrische compositieTypische gevelopstand bestaande uit twee ongelijke traveeën; in Brussel komt dit geveltype vaak voor met drie bouwlagen volgens verkleinende ordonnantie; de hoofdtravee is meestal breder, rijker uitgewerkt en wordt verder benadrukt door licht vooruit te springen en/of door één of meer balkons; de kelders zijn meestal hoog, wat zich vertaalt in een hoge onderbouw; het grondplan bestaat over het algemeen uit een aaneenschakeling van kamers. volgens spiegelbeeldschema. Gevlamde bakstenen gevel met witstenen elementen op hardstenen plint. HoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel. met balkon op verdieping en met gemetst dakvensterUit het dakvlak opgaand stenen venster dat met de gevel in verbinding staat of er enkel door een kroonlijst van gescheiden is.. Getoogde venstersLicht- en/of luchtopening in een muur., rechthoekige deur naast getralied dito vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. onder gezamenlijke ontlastingsboogBoog boven een venster- of deuropening die druk van het muurwerk op de stijlen afwentelt en zo het linteel ontlast..
Op nr. 247-249 korfboogvormige inrijpoort onder drielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere..
Bewaard ijzerwerkVerzameling van alle metalen elementen van een gebouw. voor borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. en keldervensters.

Nijverheidsgebouwen achteraan rond een binnenkoer en met een achterkoer. Geheel van één of twee bouwlagen onder plat dak. Grote rechthoekige muuropeningen, op de benedenverdieping deels met afgesneden hoeken. Volgens oorspronkelijk bouwplan deden de gebouwen aan de rechterzijde van de binnenkoer dienst als garage, aan de linkerzijde als burelen en de L-vormige gebouwen achteraan als fabriek en magazijnen.

Nr. 251. Burgerwoning in eclectische stijl naar een ontwerp van architect Louis G. Hage, gebouwd in opdracht van de industrieel Ed. Van Huyneghem, 1910.

Twee bouwlagen onder mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken.. Lichtgekleurde bakstenen gevel met hardstenen elementen op dito plint. Rechthoekige muuropeningen op de benedenverdieping; als drielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. in de hoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel., met sgraffiti in de timpanenMonumentaal driehoekig of segmentvormig boogveld, meestal besloten in een fronton; vaak rijkelijk versierd. met jaartal: ‘ANNO’ en ‘1910’. Getoogde muuropeningen op de verdiepingen. Rechthoekige (vervangen) erker bekroond door terras met (vervangen) borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. Gemetst dakvensterUit het dakvlak opgaand stenen venster dat met de gevel in verbinding staat of er enkel door een kroonlijst van gescheiden is. van glasdeur, kleine dakkapelUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. in toegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht.. Bewaarde vleugeldeur gedeeltelijk opengewerkt en betralied met verwerking van de initialen van de opdrachtgever ‘ED’ en VH’; glas-in-lood in bovenlichtBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden..


Bronnen

Archieven
GAJ/DS 243a, 245, 247-249: 4257 (1925), 4518 (1926); 251: 3040 (1910).

Publicaties en studies
CULOT, M. (o.l.v.), Jette. Inventaire visuel de l’architecture industrielle à Bruxelles, AAM, Brussel, 1980-1982, fiche 15.