Onderzoek en redactie
2022-2023
Bekijk de weerhouden gebouwenDe Wemmelse Steenweg verbindt het kruispunt van de Jetse Steenweg met de Léon Théodorstraat met dat van de Fernande Volralstraat, de René Reniersstraat en de Dieleghemse Steenweg. Verschillende straten kennen er hun aanvang of monden er op uit zoals de Henri Werriestraat en de Sint-Pieterskerkstraat. De spoorlijn Jette – Dendermonde doorbreekt het noordelijk gedeelte van de straat. Het laatste straatgedeelte doorkruist het Koning Boudewijnpark.
Deze 15e eeuwse weg behoort tot één van de oudste hoofdwegen van de gemeente. Ze verbond Brussel met Wemmel via de abdij van Dieleghem. Een tweede noord-zuid gerichte verbindingsweg ging via het historisch dorpscentrum van Jette richting Wemmel (huidige Léon Théodorstraat). Beide wegen kruisten elkaar op het huidige Koningin Astridplein. Volgens de Ferrariskaart (1771-1778) bevonden zich op het einde van de Wemmelse Steenweg, nabij de Molenbeek, verschillende herbergen en boerderijen. Eén hiervan was de – thans verdwenen - herberg-brouwerij Den Langenvondel die zich langs de huidige Dupréstraat bevond en wellicht uit het begin van de 16e eeuw dateert. Een middeleeuwse motte – het kasteel van Meuzegem - bevond zich ten westen van deze herberg-brouwerij en kan geïdentificeerd worden als een domein in het bezit van de heren van Jette (de families van Coudenberg, de Kinschot en de Rivieren). Bij de aanleg van de spoorlijn medio 19e eeuw werd het kasteel afgebroken.
Twee getuigen van het landelijk karakter van de steenweg zijn de herberg De Wilg (16e eeuw) (zie nr. 164) en de boerderij op nr. 194-194a (midden 19e eeuw, zie dit nr.). De eerste bestond uit een grote boerderij met brouwerij in het bezit van de familie Werrie, terwijl de tweede werd uitgebaat door een kleine boer. Ook het industrieel gebouw achteraan het perceel van nr. 289 met voormalige graanschuur en paardenstallen (1910) verwijst naar de verdwenen landbouwactiviteiten langs de steenweg.
Vanaf het einde van de 19e en het begin van de 20e eeuw wordt de steenweg intens bebouwd met arbeiderswoningen zoals de huizenrij op nr. 47 t.e.m. 53 (1899) en burgerwoningen in neoclassicistische stijl zoals deze op nr. 20 (1905), 79 (1875), 81 en 117 of in eclectische stijl zoals het geheel gevormd door de nr. 201 en 203. Enkele woningen worden op de benedenverdieping voorzien van handelszaken of cafés. Voorbeelden hiervan zijn het nr. 48 (zie dit nr.) en het nr. 238. De vrijstaande woning met riante tuin op nr. 213 (zie dit nr.) dateert van 1887 en werd gebouwd in opdracht van Henri Werrie die een groot aantal terreinen en gebouwen – waaronder de herberg De Wilg (zie nr. 164) – in de straat en wijk bezat. Zij waren onder andere bouwheer voor de homogene huizenrij in neoclassicistische stijl op nr. 178 tot en met 188 (zie deze nr.).
Tijdens het interbellum werden een groot aantal gebouwen sterk gerenoveerd of afgebroken en vervangen. Zo werd op de hoek gevormd door de Koningin Astridplein en de Pierre Timmermansstraat in 1932 door de Société Coopérative Ouvrière Maison du Peuple de bouwaanvraag ingediend voor het bouwen van een opbrengsthuis met winkels (groenten, apotheek en drogist) en huurappartementen op de verdieping, naar een ontwerp van de ‘huisarchitect’ Richard Pringiers. Het gebouw werd sterk verbouwd en huisvest er de Socialistische Mutualiteit. Aansluitend, in het begin op de steenweg op nr. 10, een modernistische appartementsgebouw met bewaarde centrale, rondboogvormige inkom, geflankeerd door twee puien, uit 1952. Voorts citeren we de art deco woning op nr. 138 (architect Em. Hanssens, 1938) die een sterke verbouwing is van een eind 19e eeuwse woning. De korte huizenrij op nr. 84, 86 en 88 zijn dan weer identiek aan deze in de nabijgelegen Walen- en de Vlamingenstraat die gebouwd werden voor rekening van Maisons économiques (zie Walenstraat nrs. 1 t.e.m. 63, nrs. 2 t.e.m. 60 en Vlamingenstraat nrs. 2 t.e.m. 74).
Op het einde van de Wemmelse Steenweg werden in de jaren 1960-1970 verschillende gebouwen afgebroken om plaats te maken voor het nieuwe Koning Boudewijnpark dat volgens een gemeentelijke beslissing van 1977 werd gecreëerd zodoende een oost-westelijk georiënteerd park te creëren in verbinding met het Laarbeekbos, het Poelbos en het Dielegembos. De voormalige smidse op nr. 306 grenst aan dit park en doet vandaag dienst als onderdak voor de parkwachters van Leefmilieu Brussel (zie dit nr.).
Bronnen
Archieven
GAJ/DS 10: 6603 (1932); 20: 3017 (1905); 47, 49, 51, 53: sn (1899); 79: 152 (1875); 84: 5018 (1928); 86: 5002 (1927); 88: 5044 (1928); 289: 3615 (1910).
Publicaties en studies
CULOT, M. (o.l.v.), Jette. Inventaire visuel de l’architecture industrielle à Bruxelles, AAM, Brussel, 1980-1982, fiche 8 en 15.
CABUY, Y., DEMETER, S., LEUXE, F., Atlas van de archeologische ondergrond van het Gewest Brussel, 5, Jette, MRBC – MRAH, Brussel, 1994, pp. 69-70, 66-70.
PAULUS, G., Jette, Guides des communes de la Région Bruxelloise, CFC-éditions, Bruxelles, 2000, pp. 13.