Typologie(ën)

bijgebouwen
burgerwoning

Ontwerper(s)

Jean KONINCKXarchitect1903

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Eclectisme

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2013-2014

id

Urban : 22716
lees meer

Beschrijving

Geheel van twee verschillende burgerhuizen in eclectische stijl, gesigneerd op de benedenverdiepingen “JEAN KONINCKX / ARCHITECTE / Schaarbeek”, 1903.

Gevels in grijs- of roodgekleurde baksteen, versierd met bakstenen in de andere kleur, evenals met hardsteen. Decoratieve baksteenmotieven. VenstersLicht- en/of luchtopening in een muur. op de eerste verdieping onder I-balkIJzeren latei met I-profiel.. GietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ...  bewaard op de benedenverdieping.

Op nr. 51-53, opstand van drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) en vier bouwlagen, de laatste gebouwd in 1983, waarbij de geveltop van de derde traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) werd verwijderd. Inrijpoort en toegangsdeur. Op de verdiepingen, eerste traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) gevat in een arcadeEén of meerdere bogen, steunend op zuilen of pijlers; kan ook blind zijn.. Op de laatste traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. venstersLicht- en/of luchtopening in een muur., in de derde bouwlaag uitspringend op lisenenDecoratieve, uitspringende, verticale geleding, vaak met andere liseen verbonden door boog(fries).; houten erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. (vervangen) bekroond door een terras.
Stal achteraan.

Op nr. 55, gevel met asymmetrische compositieTypische gevelopstand bestaande uit twee ongelijke traveeën; in Brussel komt dit geveltype vaak voor met drie bouwlagen volgens verkleinende ordonnantie; de hoofdtravee is meestal breder, rijker uitgewerkt en wordt verder benadrukt door licht vooruit te springen en/of door één of meer balkons; de kelders zijn meestal hoog, wat zich vertaalt in een hoge onderbouw; het grondplan bestaat over het algemeen uit een aaneenschakeling van kamers.. Balkon. KroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). bewaard.

Bronnen

Archieven
GAS/DS 198-51-55.