Typologie(ën)

burgerwoning

Ontwerper(s)

J.-J. VAN DEN ENGarchitect1913

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Beaux-Artsstijl

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2012-2013

id

Urban : 22113
lees meer

Beschrijving

Burgerhuis in Beaux-ArtsstijlArchitectuurstroming (ca. 1905-1930) met reminiscenties aan de grote Franse architectuurstijlen uit de 18e eeuw. Rijk en zorgvuldig gedecoreerde gevels in natuursteen en/of simili of in combinatie met baksteen. Borstweringen en poorten in fraai uitgewerkt smeedwerk. met symmetrische compositieTypische gevelopstand bestaande uit drie gelijke traveeën; in Brussel komt dit geveltype vaak voor met drie bouwlagen volgens verkleinende ordonnantie; de centrale travee wordt in vele gevallen rijker uitgewerkt en benadrukt door haar licht te laten uitspringen en/of door één of meerdere balkons; het grondplan bestaat over het algemeen uit een aaneenschakeling van kamers., gesigneerd rechts op benedenverdieping “J. VAN DEN ENG / ARCH. 1913”. Na de oorlog ontwierp dezelfde architect ook het aanpalende huis (zie nr. 96).

Maakt deel uit van een bijzonder homogene huizenrij in dezelfde stijl, van nr. 78 tot nr. 106.

Witstenen en similiBepleistering ter imitatie van natuursteen. gevel met doorlopende  schijnvoegenImitatievoeg in metsel - of pleisterwerk, aangebracht om regelmatige verdeling te bewerkstelligen of bijvoorbeeld natuurstenen parement (simili) te suggereren. op de benedenverdieping. Boogvormige erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. bekroond door een terras. Decor van schelpen. Garage van latere datum. KroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). en raamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. met gebogen dwarsregelEen dwarsregel deelt het kozijn van een deur of raam horizontaal op. op de benedenverdieping bewaard. Beglaasde deur, borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. en hekwerk van de voortuin in smeedijzerTaai, ‘kneedbaar’ ijzer dat ambachtelijk wordt ‘gesmeed’ (gehamerd bij hoge temperatuur) tot decoratieve bouwonderdelen als tuinhekken, borstweringen… bewaard.

Interieur
Toegang via sas, vleugeldeur naar gang met trappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht. met marmeren vloeren (Carara) en lambriseringWandbetimmering, meestal bestaande uit paneelwerk, aangebracht tegen een binnenmuur (vaak het onderste gedeelte ervan); later ook in marmer, stucwerk, … welke, vanaf de traphelling visueel wordt verder gezet door schildering in faux-marbre. Plafonds in gang met schilderingen op gemaroufleerd doek in Louis XVI-stijl. Aaneenschakeling van drie kamers met plafonds met schilderingen op gemaroufleerd doek in Louis XVI-stijl of in stuc- en/of stafwerkOrnament, bestaande uit een pijp-, riet- of koordvormige vulling van cannelures tot op een derde van hun hoogte. (wintertuin). Bewaarde schoorsteen in salon en wintertuin. Parketvloeren in salon en eetkamer. Veranda met keramiektegels met art-nouveaumotief en friesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). met repetitieve voorstelling van wadende reigers in groengekleurd grisailleGetekende of geschilderde voorstelling in verschillende tinten grijs of bruin. gefabriceerd door Boch frères te La Louvière in 1900-1914.

Bronnen

Archieven
GAS/DS 164-94.