Typologie(ën)
appartementsgebouw
historische lift
historische lift
Ontwerper(s)
Camille DAMMAN – architect – 1925-1926
Camille DAMMAN – architect – 1930
Jacques MASIN – beeldhouwer – 1925
R. & A. HOTTAT – aannemer – 1925-1930
SOCIETE BELGE IMMOBILIERE – bouwpromotor / vastgoedontwikkelaar – 1925-1930
Statut juridique
Procedure tot bescherming sinds 05 oktober 2023
Stijlen
Art deco
Inventaris(sen)
- Actualisatie van de Urgentie-Inventaris (Sint-Lukasarchief - 1993-1994)
- Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
- Het monumentale erfgoed van België. Elsene (DMS-DML - 2005-2015)
- Het monumentale erfgoed van België. Brussel Uitbreiding Zuid (Apeb - 2005-2008)
- Inventaris van de historische liften (Homegrade - DPC)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek
- Esthetisch
- Historisch
- Stedenbouwkundig
Onderzoek en redactie
2011-2013
id
Urban : 21569
Beschrijving
Ensemble van vijf standingvolle appartementsgebouwen, in classicistische art-decostijl, n.o.v. architect Camille Damman i.o.v. de Société Belge Immobilière, nr. 60-62 tot 68 in 1925-1926, nr. 4-4B Lied van Sotternieënlaan in 1930.
Een deel van nr. 66 alsook nr. 68 bevinden zich op het grondgebied van de Stad Brussel.
De maquette van het ensemble (nu verloren) was te zien op de Exposition Internationale des Arts Décoratifs et Industriels Modernes van Parijs in 1925.
Op nr. 60-62, hoekgebouw van zeven bouwlagen onder mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken. van twee bouwlagen opengewerkt met dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap.. Gebogen gevel met tien traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) in (simili-)witsteen, deels versierd met hardstenen elementen. OnderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen. behandeld als voorbouw, met garagepoorten en, ter hoogte van de benedenverdieping, terrassen. Ter hoogte van de vierde en zesde bouwlaag, een reeks terrassen over de hele gevelbreedte. Langs de twee lanen, trapezoïdale gestapelde erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. vanaf de begane grond, op de eerste vijf bouwlagen; die langs de Lied van Sotternieënlaan bevat de hoofdtoegangsportiek (smeedijzeren deur met art-decomotieven).
IJzeren borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. en vensterleuningenLage, versierde leuning boven een onderdorpel, meestal in metaal. met art-decomotieven. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... deels bewaard.
Achteruitbouwstrook die deels is aangelegd als een tuintje dat bijdraagt tot het landelijke karakter van de wijk (oorspronkelijke muurtjes en hekken).
Op nr. 64 en 66, gevel in (simili-)witsteen van acht bouwlagen en tien traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), onder mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken. van twee bouwlagen. OnderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen. met terrassen ter hoogte van de eerste verdieping. Elk appartementenblok heeft een eigen toegang (smeedijzeren deur met art-decomotieven) onder een uitspringende portiek1. Open galerij of zuilengang waarvan het dak op zuilen of arcades rust; - 2. Classicistische ruimte vóór een toegangsdeur die terugspringt of niet gelijk is met de voorgevel; - 3. Samenstel van twee zuilen onder architraaf die overgang tussen twee ruimtes accentueert. bekroond door een terras, versierd met een haut-reliëf. TraveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) per twee behandeld, een op de twee uitspringend. Van de tweede tot de vierde bouwlaag, brede, fijn gecanneleerde pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. onder een hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel. dat als basis dient voor allegorische beelden die de Handel en de Nijverheid voorstellen. VenstersLicht- en/of luchtopening in een muur. achter Frans balkonBorstwering tussen de dagkanten van een naar binnen openslaand venster dat tot de vloer doorloopt. of balkon, enkel of doorlopend , met gemetselde borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. Smeedijzeren borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. en vensterleuningenLage, versierde leuning boven een onderdorpel, meestal in metaal. in art-decostijl. Siermotieven in art-decostijl, beelden en haut-reliëfs van beeldhouwer Jacques Masin. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... deels bewaard.
Achteruitbouwstrook die deels is aangelegd als een tuintje dat bijdraagt tot het landelijke karakter van de wijk (oorspronkelijke muurtjes en hekken).
Op nr. 68, op de hoek met de Terkamerenlaan, opstand in (simili-)witsteen van zeven bouwlagen en twaalf traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken. van twee bouwlagen opengewerkt met dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap., sommige achter balkon. Zijgevels verenigd onder een hoektorentje met koepelBolvormig gewelf op cirkelvormige, elliptische, vierkante of veelhoekige basis.. Ter hoogte van de derde en de vijfde bouwlaag, een reeks doorlopende terrassen over de hele gevelbreedte. Langs de twee lanen, trapezoïdale gestapelde erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. vanaf de begane grond over de eerste vier bouwlagen; die langs de Émile Duraylaan bevat de toegangsportiek (smeedijzeren deur met art-decomotieven). IJzeren borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. en vensterleuningenLage, versierde leuning boven een onderdorpel, meestal in metaal. met art-decomotieven. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... deels bewaard.
Achteruitbouwstrook die deels is aangelegd als een tuintje dat bijdraagt tot het landelijke karakter van de wijk (oorspronkelijke muurtjes en hekken).
Een deel van nr. 66 alsook nr. 68 bevinden zich op het grondgebied van de Stad Brussel.
De maquette van het ensemble (nu verloren) was te zien op de Exposition Internationale des Arts Décoratifs et Industriels Modernes van Parijs in 1925.
Op nr. 60-62, hoekgebouw van zeven bouwlagen onder mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken. van twee bouwlagen opengewerkt met dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap.. Gebogen gevel met tien traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) in (simili-)witsteen, deels versierd met hardstenen elementen. OnderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen. behandeld als voorbouw, met garagepoorten en, ter hoogte van de benedenverdieping, terrassen. Ter hoogte van de vierde en zesde bouwlaag, een reeks terrassen over de hele gevelbreedte. Langs de twee lanen, trapezoïdale gestapelde erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. vanaf de begane grond, op de eerste vijf bouwlagen; die langs de Lied van Sotternieënlaan bevat de hoofdtoegangsportiek (smeedijzeren deur met art-decomotieven).
IJzeren borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. en vensterleuningenLage, versierde leuning boven een onderdorpel, meestal in metaal. met art-decomotieven. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... deels bewaard.
Achteruitbouwstrook die deels is aangelegd als een tuintje dat bijdraagt tot het landelijke karakter van de wijk (oorspronkelijke muurtjes en hekken).
Op nr. 64 en 66, gevel in (simili-)witsteen van acht bouwlagen en tien traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), onder mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken. van twee bouwlagen. OnderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen. met terrassen ter hoogte van de eerste verdieping. Elk appartementenblok heeft een eigen toegang (smeedijzeren deur met art-decomotieven) onder een uitspringende portiek1. Open galerij of zuilengang waarvan het dak op zuilen of arcades rust; - 2. Classicistische ruimte vóór een toegangsdeur die terugspringt of niet gelijk is met de voorgevel; - 3. Samenstel van twee zuilen onder architraaf die overgang tussen twee ruimtes accentueert. bekroond door een terras, versierd met een haut-reliëf. TraveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) per twee behandeld, een op de twee uitspringend. Van de tweede tot de vierde bouwlaag, brede, fijn gecanneleerde pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. onder een hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel. dat als basis dient voor allegorische beelden die de Handel en de Nijverheid voorstellen. VenstersLicht- en/of luchtopening in een muur. achter Frans balkonBorstwering tussen de dagkanten van een naar binnen openslaand venster dat tot de vloer doorloopt. of balkon, enkel of doorlopend , met gemetselde borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. Smeedijzeren borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. en vensterleuningenLage, versierde leuning boven een onderdorpel, meestal in metaal. in art-decostijl. Siermotieven in art-decostijl, beelden en haut-reliëfs van beeldhouwer Jacques Masin. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... deels bewaard.
Achteruitbouwstrook die deels is aangelegd als een tuintje dat bijdraagt tot het landelijke karakter van de wijk (oorspronkelijke muurtjes en hekken).
Op nr. 68, op de hoek met de Terkamerenlaan, opstand in (simili-)witsteen van zeven bouwlagen en twaalf traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken. van twee bouwlagen opengewerkt met dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap., sommige achter balkon. Zijgevels verenigd onder een hoektorentje met koepelBolvormig gewelf op cirkelvormige, elliptische, vierkante of veelhoekige basis.. Ter hoogte van de derde en de vijfde bouwlaag, een reeks doorlopende terrassen over de hele gevelbreedte. Langs de twee lanen, trapezoïdale gestapelde erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. vanaf de begane grond over de eerste vier bouwlagen; die langs de Émile Duraylaan bevat de toegangsportiek (smeedijzeren deur met art-decomotieven). IJzeren borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. en vensterleuningenLage, versierde leuning boven een onderdorpel, meestal in metaal. met art-decomotieven. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... deels bewaard.
Achteruitbouwstrook die deels is aangelegd als een tuintje dat bijdraagt tot het landelijke karakter van de wijk (oorspronkelijke muurtjes en hekken).
Interieur : bewaarde Otis master lift open-schacht.
Op nr. 4-4B Lied van Sotternieënlaan (1930), opstand in (simili-)witsteen van zes traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) en acht bouwlagen onder mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken. van twee bouwlagen, de eerste voorzien van glasdeurenDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat. die toegang geven tot terrassen. De twee laatste traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) springen uit en worden ter hoogte van de kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). benadrukt door een haut-reliëf. Sommige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. achter Frans balkonBorstwering tussen de dagkanten van een naar binnen openslaand venster dat tot de vloer doorloopt. of balkon, enkel of doorlopend , met gemetselde borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. Van de tweede tot de vierde bouwlaag zijn om de twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) gecanneleerde halfzuilenZuil die met het muurwerk verbonden is, maar slechts over de halve dikte uitspringt. geplaatst die worden bekroond door een hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel. dat als basis dient voor drie allegorische beelden. Ter hoogte van de vierde traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), hoofdingang (smeedijzeren deur met art-decomotieven) achter een uitspringende portiek1. Open galerij of zuilengang waarvan het dak op zuilen of arcades rust; - 2. Classicistische ruimte vóór een toegangsdeur die terugspringt of niet gelijk is met de voorgevel; - 3. Samenstel van twee zuilen onder architraaf die overgang tussen twee ruimtes accentueert. bekroond door een terras versierd met haut-reliëf. Smeedijzeren borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust., vensterleuningenLage, versierde leuning boven een onderdorpel, meestal in metaal. en traliewerk in art-decostijl. Beelden en haut-reliëfs die de Handel en de Nijverheid voorstellen van beeldhouwer Jacques Masin.
Achteruitbouwstrook die deels is aangelegd als een tuintje dat bijdraagt tot het landelijke karakter van de wijk (oorspronkelijke muurtjes en hekken).
Op nr. 4-4B Lied van Sotternieënlaan (1930), opstand in (simili-)witsteen van zes traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) en acht bouwlagen onder mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken. van twee bouwlagen, de eerste voorzien van glasdeurenDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat. die toegang geven tot terrassen. De twee laatste traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) springen uit en worden ter hoogte van de kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). benadrukt door een haut-reliëf. Sommige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. achter Frans balkonBorstwering tussen de dagkanten van een naar binnen openslaand venster dat tot de vloer doorloopt. of balkon, enkel of doorlopend , met gemetselde borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. Van de tweede tot de vierde bouwlaag zijn om de twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) gecanneleerde halfzuilenZuil die met het muurwerk verbonden is, maar slechts over de halve dikte uitspringt. geplaatst die worden bekroond door een hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel. dat als basis dient voor drie allegorische beelden. Ter hoogte van de vierde traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), hoofdingang (smeedijzeren deur met art-decomotieven) achter een uitspringende portiek1. Open galerij of zuilengang waarvan het dak op zuilen of arcades rust; - 2. Classicistische ruimte vóór een toegangsdeur die terugspringt of niet gelijk is met de voorgevel; - 3. Samenstel van twee zuilen onder architraaf die overgang tussen twee ruimtes accentueert. bekroond door een terras versierd met haut-reliëf. Smeedijzeren borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust., vensterleuningenLage, versierde leuning boven een onderdorpel, meestal in metaal. en traliewerk in art-decostijl. Beelden en haut-reliëfs die de Handel en de Nijverheid voorstellen van beeldhouwer Jacques Masin.
Achteruitbouwstrook die deels is aangelegd als een tuintje dat bijdraagt tot het landelijke karakter van de wijk (oorspronkelijke muurtjes en hekken).
Bronnen
Archieven
Nr. 60 tot 68: GAE/DS. 113-60-68, 113-62A-68.
Nr. 4-4B Lied van Sotternieënlaan: GAE/DS 130-4.
Publicaties en studies
VAN DIJK, P., Appartementsgebouwen uit het interbellum, Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, Brussel, 1994 (Brussel, Stad van Kunst en Geschiedenis, 43), p. 21.
Nr. 60 tot 68: GAE/DS. 113-60-68, 113-62A-68.
Nr. 4-4B Lied van Sotternieënlaan: GAE/DS 130-4.
Publicaties en studies
VAN DIJK, P., Appartementsgebouwen uit het interbellum, Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, Brussel, 1994 (Brussel, Stad van Kunst en Geschiedenis, 43), p. 21.