Typologie(ën)

appartementsgebouw
historische lift

Ontwerper(s)

Camille DAMMANarchitect1925-1926

Camille DAMMANarchitect1930

Jacques MASINbeeldhouwer1925

R. & A. HOTTATaannemer1925-1930

SOCIETE BELGE IMMOBILIEREbouwpromotor / vastgoedontwikkelaar1925-1930

Juridisch statuut

Procedure tot bescherming sinds 05 oktober 2023

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Art deco

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2011-2013

id

Urban : 21569
lees meer

Beschrijving

Ensemble van vijf standingvolle appartementsgebouwen, in classicistische art-decostijl, n.o.v. architect Camille Damman i.o.v. de Société Belge Immobilière, nr. 60-62 tot 68 in 1925-1926, nr. 4-4B Lied van Sotternieënlaan in 1930.
Een deel van nr. 66 alsook nr. 68 bevinden zich op het grondgebied van de Stad Brussel.

De maquette van het ensemble (nu verloren) was te zien op de Exposition Internationale des Arts Décoratifs et Industriels Modernes van Parijs in 1925.

Émile Duraylaan 60-62, foto van de maquette (verdwenen), GAE/DS 113-62A-68 (1925).

Op nr. 60-62, hoekgebouw van zeven bouwlagen onder mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken. van twee bouwlagen opengewerkt met dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap.. Gebogen gevel met tien traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) in (simili-)witsteen, deels versierd met hardstenen elementen. OnderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen. behandeld als voorbouw, met garagepoorten en, ter hoogte van de benedenverdieping, terrassen. Ter hoogte van de vierde en zesde bouwlaag, een reeks terrassen over de hele gevelbreedte. Langs de twee lanen, trapezoïdale gestapelde erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. vanaf de begane grond, op de eerste vijf bouwlagen; die langs de Lied van Sotternieënlaan bevat de hoofdtoegangsportiek (smeedijzeren deur met art-decomotieven).
IJzeren borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. en vensterleuningenLage, versierde leuning boven een onderdorpel, meestal in metaal. met art-decomotieven. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ...  deels bewaard.
Achteruitbouwstrook die deels is aangelegd als een tuintje dat bijdraagt tot het landelijke karakter van de wijk (oorspronkelijke muurtjes en hekken).

Émile Duraylaan 64 en 66 (foto 2011).

Op nr. 64 en 66, gevel in (simili-)witsteen van acht bouwlagen en tien traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), onder mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken. van twee bouwlagen. OnderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen. met terrassen ter hoogte van de eerste verdieping. Elk appartementenblok heeft een eigen toegang (smeedijzeren deur met art-decomotieven) onder een uitspringende portiek1. Open galerij of zuilengang waarvan het dak op zuilen of arcades rust; - 2. Classicistische ruimte vóór een toegangsdeur die terugspringt of niet gelijk is met de voorgevel; - 3. Samenstel van twee zuilen onder architraaf die overgang tussen twee ruimtes accentueert. bekroond door een terras, versierd met een haut-reliëf. TraveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) per twee behandeld, een op de twee uitspringend. Van de tweede tot de vierde bouwlaag, brede, fijn gecanneleerde pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. onder een hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel. dat als basis dient voor allegorische beelden die de Handel en de Nijverheid voorstellen. VenstersLicht- en/of luchtopening in een muur. achter Frans balkonBorstwering tussen de dagkanten van een naar binnen openslaand venster dat tot de vloer doorloopt. of balkon, enkel of doorlopend , met gemetselde borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. Smeedijzeren borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. en vensterleuningenLage, versierde leuning boven een onderdorpel, meestal in metaal. in art-decostijl. Siermotieven in art-decostijl, beelden en haut-reliëfs van beeldhouwer Jacques Masin. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ...  deels bewaard.
Achteruitbouwstrook die deels is aangelegd als een tuintje dat bijdraagt tot het landelijke karakter van de wijk (oorspronkelijke muurtjes en hekken).

Émile Duraylaan 68, op grondgebied Brussel (foto 2011).

Op nr. 68, op de hoek met de Terkamerenlaan, opstand in (simili-)witsteen van zeven bouwlagen en twaalf traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken. van twee bouwlagen opengewerkt met dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap., sommige achter balkon. Zijgevels verenigd onder een hoektorentje met koepelBolvormig gewelf op cirkelvormige, elliptische, vierkante of veelhoekige basis.. Ter hoogte van de derde en de vijfde bouwlaag, een reeks doorlopende  terrassen over de hele gevelbreedte. Langs de twee lanen, trapezoïdale gestapelde erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. vanaf de begane grond over de eerste vier bouwlagen; die langs de Émile Duraylaan bevat de toegangsportiek (smeedijzeren deur met art-decomotieven). IJzeren borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. en vensterleuningenLage, versierde leuning boven een onderdorpel, meestal in metaal. met art-decomotieven. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ...  deels bewaard.
Achteruitbouwstrook die deels is aangelegd als een tuintje dat bijdraagt tot het landelijke karakter van de wijk (oorspronkelijke muurtjes en hekken).
Interieur : bewaarde Otis master lift open-schacht.

Lied van Sotternieënlaan 4-4B (foto 2011).

Op nr. 4-4B Lied van Sotternieënlaan (1930), opstand in (simili-)witsteen van zes traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) en acht bouwlagen onder mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken. van twee bouwlagen, de eerste voorzien van glasdeurenDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat. die toegang geven tot terrassen. De twee laatste traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) springen uit en worden ter hoogte van de kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). benadrukt door een haut-reliëf. Sommige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. achter Frans balkonBorstwering tussen de dagkanten van een naar binnen openslaand venster dat tot de vloer doorloopt. of balkon, enkel of doorlopend , met gemetselde borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. Van de tweede tot de vierde bouwlaag zijn om de twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) gecanneleerde halfzuilenZuil die met het muurwerk verbonden is, maar slechts over de halve dikte uitspringt. geplaatst die worden bekroond door een hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel. dat als basis dient voor drie allegorische beelden. Ter hoogte van de vierde traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), hoofdingang (smeedijzeren deur met art-decomotieven) achter een uitspringende portiek1. Open galerij of zuilengang waarvan het dak op zuilen of arcades rust; - 2. Classicistische ruimte vóór een toegangsdeur die terugspringt of niet gelijk is met de voorgevel; - 3. Samenstel van twee zuilen onder architraaf die overgang tussen twee ruimtes accentueert. bekroond door een terras versierd met haut-reliëf. Smeedijzeren borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust., vensterleuningenLage, versierde leuning boven een onderdorpel, meestal in metaal. en traliewerk in art-decostijl. Beelden en haut-reliëfs die de Handel en de Nijverheid voorstellen van beeldhouwer Jacques Masin.
Achteruitbouwstrook die deels is aangelegd als een tuintje dat bijdraagt tot het landelijke karakter van de wijk (oorspronkelijke muurtjes en hekken).

Bronnen

Archieven
Nr. 60 tot 68: GAE/DS. 113-60-68, 113-62A-68.
Nr. 4-4B Lied van Sotternieënlaan: GAE/DS 130-4.

Publicaties en studies
VAN DIJK, P., Appartementsgebouwen uit het interbellum, Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, Brussel, 1994 (Brussel, Stad van Kunst en Geschiedenis, 43), p. 21.