Typologie(ën)
burgerwoning
Ontwerper(s)
INCONNU - ONBEKEND – 1927
Stijlen
Traditionalisme
Inventaris(sen)
- Actualisatie van de Urgentie-Inventaris (Sint-Lukasarchief - 1993-1994)
- Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
- Het monumentale erfgoed van België. Elsene (DMS-DML - 2005-2015)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek
- Esthetisch
- Historisch
- Stedenbouwkundig
Onderzoek en redactie
2011-2013
id
Urban : 21563
Beschrijving
Burgerwoning in traditionalistische stijl, gebouwd i.o.v. de Compagnie Générale d'Entreprises Immobilières (COGENI), 1927.
Drie bouwlagen en twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) op de verdiepingen. Gevel in oranjekleurige baksteen met witstenen elementen. Witstenen benedenverdieping met centrale glasdeurDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat. achter een terras met een opengewerkte stenen borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust., met in de onderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen. de garagepoort. Op de linkertravee, licht inspringende trapezoïdale gestapelde erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. op de verdiepingen. Rondboogvormige muuropeningen op de benedenverdieping, rechthoekige op de verdiepingen, waar ze van een smeedijzeren vensterleuningLage, versierde leuning boven een onderdorpel, meestal in metaal. zijn voorzien. DakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap.; links onder tentdak. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... deels bewaard.
Achteruitbouwstrook met oorspronkelijk traliewerk.
Drie bouwlagen en twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) op de verdiepingen. Gevel in oranjekleurige baksteen met witstenen elementen. Witstenen benedenverdieping met centrale glasdeurDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat. achter een terras met een opengewerkte stenen borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust., met in de onderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen. de garagepoort. Op de linkertravee, licht inspringende trapezoïdale gestapelde erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. op de verdiepingen. Rondboogvormige muuropeningen op de benedenverdieping, rechthoekige op de verdiepingen, waar ze van een smeedijzeren vensterleuningLage, versierde leuning boven een onderdorpel, meestal in metaal. zijn voorzien. DakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap.; links onder tentdak. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... deels bewaard.
Achteruitbouwstrook met oorspronkelijk traliewerk.
Bronnen
Archieven
GAE/DS 113-44.