Onderzoek en redactie

2011-2013

 

Bekijk de weerhouden gebouwenDeze laan met gebogen tracé ligt in de buurt van de Vijvers van Elsene. Ze begint ter hoogte van de Rode-Kruissquare, loopt langs de Ter Kamerenabdij en eindigt op het grondgebied van de Stad Brussel op het kruispunt gevormd door de Émile De Motlaan, de Terkamerenlaan en de Franklin Rooseveltlaan.

De aanleg van de laan werd samen met die van de Lied van Sotternieënlaan verordend bij K.B. van 16.07.1907 houdende het Projet d'aménagement du quartier de l'Abbaye de la Cambre.

[i] Commune d'Ixelles. Projet d'aménagement du quartier de l'Abbaye de La Cambre[/i], 16.07.1907, GAE/OW 113.

Deze twee straten waren getrokken op initiatief van de gemeente Elsene met het oog op de Wereldtentoonstelling van 1910, die op de Solbosch plaats zou vinden. De rooilijn van de E. Duraylaan, evenals die van de openbare wegen die erop uitmondden, werd nadien gewijzigd bij K.B. van 13.03.1913.

De Duraylaan heette aanvankelijk de Rue Courbe [Gebogenstraat], verwijzend naar haar tracé, en dan de Avenue de la Patrie [Vaderlandslaan]. In 1913 kreeg ze haar huidige naam als eerbetoon aan Émile Duray, openbaar mandataris in Elsene, schepen en dan burgemeester van 1904 tot aan zijn dood in 1918. Dit wordt bevestigd door een gedenkplaat op de balustrade in bewerkte steen die het eigendom van de Ter Kamerenabdij afsluit.

Émile Duraylaan, gedenkplaat ter ere van Émile Duray (foto 2011).

De nieuwe weg werd door het domein van de Ter Kamerenabdij getrokken en isoleerde de Sint-Bonifatiuskapel (gedateerd 1781) aldus van de rest van het kloostercomplex. Na enkele jaren werd de vervallen kapel gered door minister Auguste Liebaerts, die ze liet heropbouwen op zijn eigendom, kasteel Ter Linden (Ternat). De kapel werd in 1931 aan de abdij teruggegeven, bij de restauratie van de tuinen, en op haar huidige locatie ingeplant, aan het einde van de Promenade des Abbesses.

Émile Duraylaan, s.d (Verzameling Dexia Bank-ARB-BHG).

De bebouwing langs de laan dateert hoofdzakelijk uit het midden van de jaren 1920. Onder de luxueuze burgerhuizen ontworpen door befaamde architecten als Adrien Blomme (zie onder meer nr. 6, 18 en 20), Michel Polak (zie nr. 12) of Fernand Petit (zie nr. 2-4 en 14), bevinden zich twee van de vroegste voorbeelden van appartementsgebouwen opgetrokken in het Brussels Gewest: het opmerkelijke Palais de La Cambre, een monumentaal complex ontworpen door architect Camille Damman i.o.v. de Société Belge Immobilière (SBI) tussen 1925-1926 en 1930 (zie nr. 60-62, 64, 66, 68 en Lied van Sotternieënlaan 4-4B) en, op de hoek met de Lied van Sotternieënlaan, het gebouw van de Compagnie Générale d'Entreprise Immobilière (Cogeni) ontworpen door architect Adrien Blomme in 1927 (zie nr. 58). Blomme ontwierp kort nadien voor dezelfde opdrachtgever het ensemble Terkamerendal.

Merken we tot slot op dat, zoals in alle straten in de wijk van de Vijvers van Elsene, deze woningen en gebouwen zijn belast met een erfdienstbaarheid non-aedificandi.

Bronnen

Archieven
GAE/OW Historique des rues (1925).
GAE/OW 113.

Publicaties en studies
BALCERS, W., JAUMAIN, S., “Le Solbosch décroche l'exposition de 1910”, Bruxelles 1910. De l'exposition universelle à l'Université, Racine, Brussel, 2010, pp. 57-58.
DEMEY, Th., L'abbaye de la Cambre, Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, Brussel, 2002 (Brussel, Stad van Kunst en Geschiedenis, 32).
GUILLAUME, A., MEGANCK, M., et al., Atlas van de archeologische ondergrond van het Gewest Brussel: 15 Elsene, Brussel, 2005, p. 79.
HAINAUT, M., BOVY, Ph., Le quartier de la Petite Suisse, Gemeente Elsene, Brussel, 1998 (Op ontdekkingstocht naar de Elsense Geschiedenis, 2), pp. 2, 3.
Ixelles, Ensembles urbanistiques et architecturaux remarquables, ERU, Brussel, 1990, pp. 113-114.
De vijvers van Elsene en omgeving, Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, Brussel, 1994 (Brussel, Stad van Kunst en Geschiedenis, 10).

Tijdschriften
DELABY, E., “La chapelle de Saint-Boniface”, Mémoire d'Ixelles, 16, 1984, s.p.