Typologie(ën)
burgerwoning
Ontwerper(s)
Édouard FRANKINET – architect – 1900-1910
Stijlen
Eclectisme
Art nouveau
Inventaris(sen)
- Urgentie-inventaris van het bouwkundig erfgoed van de Brusselse agglomeratie (Sint-Lukasarchief 1979)
- Actualisatie van de Urgentie-Inventaris (Sint-Lukasarchief - 1993-1994)
- Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
- Het monumentale erfgoed van België. Sint-Lambrechts-Woluwe (Apeb - 2010-2012)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek Het ontwerp van een onroerend goed (gebouw) door een gerenommeerde kunstenaar (architect) kan maar zeer zelden als criterium worden beschouwd. Om het belang van de selectie van dit onroerend goed te beoordelen, en de plaats dat het inneemt in het oeuvre van een kunstenaar (architect), is dit een criterium dat moet worden afgewogen met de architectonische kwaliteit (compositie en interne structuur), de uitvoering (materialen, technische beheersing), de plaats in de architectuurgeschiedenis dewelke een getuigenis zijn van een fase of aspect van landschapsarchitectuur of de bouwkunst in het verleden. Zodoende gelden koppelingen naar volgende criteria: zeldzaamheid (typologie, stijl, materiaalgebruik, bronnen), representativiteit (idem) en integriteit (idem + kwaliteit van uitvoering).
- Esthetisch Het onroerend goed heeft een esthetische waarde als het de waarnemer zintuigelijk prikkelt op een positieve manier (‘ervaring van schoonheid). Historisch gezien werd deze waarde aangewend om waardevolle natuurlijke of semi-natuurlijke gebieden aan te duiden, maar het kan ook gelden voor grote gehelen van gebouwen in een stedelijk gebied, met of zonder natuurlijke elementen, of monumenten die het stadslandschap markeren. Automatisch dringt een afweging met andere waarden zich op, de artistieke in de eerste plaats, maar ook de landschappelijke (integratie van het werk in het stedelijk landschap, oriëntatiepunten in de stad) en stedenbouwkundige waarde (spontane of rationele stedelijke gehelen), en dienen koppelingen naar selectiecriteria worden gemaakt: representativiteit, ensemblewaarde en contextuele waarde. Criteria die met andere (met name artistieke) criteria moeten worden gecombineerd.
- Historisch Het onroerend goed heeft een historische waarde als het getuigt van een bijzondere periode in de geschiedenis van de streek of de gemeente, of als bijzonder belangrijke ouderdom en zeldzame ontwikkeling voor een periode (bv. tuinstad die representatief is voor een bouwwijze die werd toegepast in het kader van de grote bouwcampagnes na de Tweede Wereldoorlog; dorpskernen die de eerste gegroepeerde bouwwerken van de gemeenten van de tweede ring illustreren; Hallepoort als overblijfsel van de tweede omwalling; enz.), of als getuigenis van een bepaalde stedelijke (en/of landschappelijke) ontwikkeling van de stad (bv. gebouwen aan de centrale boulevards of in de Leopoldswijk), of wanneer het een band vertoont met een belangrijke historische figuur - met inbegrip van persoonlijke huizen van architecten en kunstenaarsateliers (b.v. het geboortehuis van Constantin Meunier, het huis van Magritte), of in verband kan worden gebracht met een belangrijke historische gebeurtenis (b.v. huizen van de wederopbouw na het bombardement van 1695, Congreskolom), of een typologische representativiteit vertoont die kenmerkend is voor een commerciële of culturele beroepsactiviteit (bv. kerken, bioscopen, industriële architectuur, apotheken).
- Stedenbouwkundig Sommige bouwkundige goederen spelen, meer dan andere bouwkundige goederen, een prominente rol in de planmatige inrichting van de bebouwde ruimte in het verleden. Meestal determineren zijn andere stedenbouwkundige (plan)vormen zodat er zich een wisselwerking voortdoet tussen bebouwde en niet-bebouwde (of open) ruimte. Die inrichting omvat ook de samenhang tussen verschillende schaalniveaus. Een onroerend goed heeft stedenbouwkundige waarde wanneer het hierin een rol speelt, bijvoorbeeld hoekgebouwen, coherente pleinen of (straatwanden), deskundig ingeplante torens (hoogbouw) en hun relatie tot hun onmiddellijke kwaliteitsvolle omgeving die coherent kan zijn, maar ook contrastrijk, maar ook relicten van stedenbouwkundige concepten en hoe deze architecturaal (en typologisch) zijn of werden ingevuld, zoals bijvoorbeeld de nog bewaarde eclectische stadspaleizen en/of herenhuizen in de Leopoldswijk.
Onderzoek en redactie
2010-2012
id
Urban : 21183
Beschrijving
Burgerhuis in eclectische stijl met invloed van art nouveauInternationale beweging (1893 - ca. 1914) als reactie op de ‘neo’-stijlen, maar met sterk lokale verschillen. In België kent de stijl twee stromingen, namelijk de florale art nouveau met Victor Horta als boegbeeld en anderzijds de geometrische art nouveau beïnvloed door Paul Hankar of de Wiener Secession. en asymmetrische compositieTypische gevelopstand bestaande uit twee ongelijke traveeën; in Brussel komt dit geveltype vaak voor met drie bouwlagen volgens verkleinende ordonnantie; de hoofdtravee is meestal breder, rijker uitgewerkt en wordt verder benadrukt door licht vooruit te springen en/of door één of meer balkons; de kelders zijn meestal hoog, wat zich vertaalt in een hoge onderbouw; het grondplan bestaat over het algemeen uit een aaneenschakeling van kamers., toegeschreven aan architect Édouard Frankinet, die nr. 19 en 21 ontwierp, ca. 1905.
Maakt deel uit van een bijzonder homogene huizenrij in overwegend eclectische stijl, van nr. 5 tot nr. 23.
Gevel in grijze baksteen met witstenen elementen; onderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen. in breuksteenMetselwerk bestaande uit brokken onregelmatige natuursteen. van gele en groene zandsteen. Op de hoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel., vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. van de onderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen. met moneelStenen vensterstijl.; muuropeningen met dubbel kruisvensterVenster, door een moneel en een tussendorpel in vier vlakken verdeeld. in de eerste twee bouwlagen; die in de tweede vormen een trapezoïdale erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. op lampetNeerwaartse beëindiging, afhangende versiering als aanzet van een balkon of erker., bekroond door een terras met verdwenen stenen borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. van een loggiaOverdekte, halfopen ruimte; schaduwrijke inham in de gevel van een gebouw. onder hoefijzerboogBoog die meer dan een halve cirkel beschrijft; boog in de vorm van een hoefijzer.. Op de toegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht., venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. van de verdiepingen met doorlopende moneelStenen vensterstijl., die op de eerste verdieping met tussendorpelStenen dorpel die een deur of venster horizontaal in tweeën deelt.. Decor van archivoltenGeprofileerde of versierde omlijsting van een boog. en hoefijzerbogenBoog die meer dan een halve cirkel beschrijft; boog in de vorm van een hoefijzer. met lauwerkrans. Kooflijst. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... met roedeverdeling bewaard. Beglaasde smeedijzeren deur, wellicht recenter, bekroond door een markies1. Beglaasde metalen of houten afdak; 2. Opvouwbaar zonnescherm boven raam of deur. en een vensterLicht- en/of luchtopening in een muur..
Inschrijving op de bewaarlijst 02.04.1999.
Maakt deel uit van een bijzonder homogene huizenrij in overwegend eclectische stijl, van nr. 5 tot nr. 23.
Gevel in grijze baksteen met witstenen elementen; onderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen. in breuksteenMetselwerk bestaande uit brokken onregelmatige natuursteen. van gele en groene zandsteen. Op de hoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel., vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. van de onderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen. met moneelStenen vensterstijl.; muuropeningen met dubbel kruisvensterVenster, door een moneel en een tussendorpel in vier vlakken verdeeld. in de eerste twee bouwlagen; die in de tweede vormen een trapezoïdale erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. op lampetNeerwaartse beëindiging, afhangende versiering als aanzet van een balkon of erker., bekroond door een terras met verdwenen stenen borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. van een loggiaOverdekte, halfopen ruimte; schaduwrijke inham in de gevel van een gebouw. onder hoefijzerboogBoog die meer dan een halve cirkel beschrijft; boog in de vorm van een hoefijzer.. Op de toegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht., venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. van de verdiepingen met doorlopende moneelStenen vensterstijl., die op de eerste verdieping met tussendorpelStenen dorpel die een deur of venster horizontaal in tweeën deelt.. Decor van archivoltenGeprofileerde of versierde omlijsting van een boog. en hoefijzerbogenBoog die meer dan een halve cirkel beschrijft; boog in de vorm van een hoefijzer. met lauwerkrans. Kooflijst. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... met roedeverdeling bewaard. Beglaasde smeedijzeren deur, wellicht recenter, bekroond door een markies1. Beglaasde metalen of houten afdak; 2. Opvouwbaar zonnescherm boven raam of deur. en een vensterLicht- en/of luchtopening in een muur..
Inschrijving op de bewaarlijst 02.04.1999.