Typologie(ën)

burgerwoning

Ontwerper(s)

Édouard FRANKINETarchitect1900-1910

Juridisch statuut

Beschermd sinds 02 april 1999

Stijlen

Art nouveau

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2010-2012

id

Urban : 21184
lees meer

Beschrijving

Burgerhuis in geometrische art-nouveaustijl, gesigneerd op de sokkelHoge plint van een gevel; fungeert als voetstuk in ordonnantie van de gevel. “E(douard). FRANKINET / ARCHITECTE”, die eveneens nr. 17 en 21 ontwierp, ca. 1905.

Maakt deel uit van een bijzonder homogene huizenrij in overwegend eclectischeVeel voorkomende stijl (ca. 1850-1914) die inspiratie put uit verschillende architectuurstijlen uit het verleden. Komt door de combinatie van enerzijds verschillende stijlelementen en anderzijds nieuwe technieken en materialen tot een unieke eigentijdse creatie. stijl, van nr. 5 tot nr. 23.

Gevel in witte baksteen met witstenen elementen. Drie bouwlagen, symmetrisch op de verdiepingen. Op de benedenverdieping, deur onder schuin afdak met korbelen1. Diagonale houten balk ter ondersteuning van overkragende elementen zoals een luifel, een kroonlijst,…; 2. Balk om de verbinding tussen trekker en spantbeen in een kapspant te versterken. en vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. met moneelStenen vensterstijl., en een vensterLicht- en/of luchtopening in een muur., het geheel onder een doorlopende  metalen balk. Op de eerste verdieping, brede en ondiepe erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. met gegroefde stijlenVerticale zijden van een opening waarop een boog of latei rust. op consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. die doorlopen tot naast een terras met houten borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. Borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. van de erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. bekleed met schubben; muuropening met dubbele houten moneelStenen vensterstijl.. Terras voor drie glasdeurenDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat. direct onder de kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement)., met korbelen1. Diagonale houten balk ter ondersteuning van overkragende elementen zoals een luifel, een kroonlijst,…; 2. Balk om de verbinding tussen trekker en spantbeen in een kapspant te versterken. op druiper. SmeedijzerenTaai, ‘kneedbaar’ ijzer dat ambachtelijk wordt ‘gesmeed’ (gehamerd bij hoge temperatuur) tot decoratieve bouwonderdelen als tuinhekken, borstweringen… traliewerk op de sokkelHoge plint van een gevel; fungeert als voetstuk in ordonnantie van de gevel.. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ...  bewaard; raamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. met roedeverdelingDunne houten of metalen staaf in een kozijn waarin glasruiten worden bevestigd..

Inschrijving op de bewaarlijst 02.04.1999.