Typologie(ën)

burgerwoning

Ontwerper(s)

Édouard FRANKINETarchitect1900-1910

Stijlen

Art nouveau

Inventaris(sen)

  • Actualisatie van de Urgentie-Inventaris (Sint-Lukasarchief - 1993-1994)
  • Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
  • Urgentie-inventaris van het bouwkundig erfgoed van de Brusselse agglomeratie (Sint-Lukasarchief 1979)
  • Het monumentale erfgoed van België. Sint-Lambrechts-Woluwe (Apeb - 2010-2012)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

  • Artistiek
  • Esthetisch
  • Historisch
  • Stedenbouwkundig

Onderzoek en redactie

2010-2012

id

Urban : 21201
lees meer

Beschrijving

Burgerhuis in art-nouveaustijl, ontworpen ca. 1905 en gesigneerd op de sokkel “ED(ouard) FRANKINET / ARCHITECTE”, in 1936 op de verdieping gewijzigd n.o.v. architect Frans C. Guyot.

Bakstenen gevel, op de benedenverdieping van de hoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel. met breuksteenMetselwerk bestaande uit brokken onregelmatige natuursteen. van gele en groene zandsteen; hardstenen elementen. Gevel van twee-en-een-halve bouwlaag met asymmetrische compositieTypische gevelopstand bestaande uit twee ongelijke traveeën; in Brussel komt dit geveltype vaak voor met drie bouwlagen volgens verkleinende ordonnantie; de hoofdtravee is meestal breder, rijker uitgewerkt en wordt verder benadrukt door licht vooruit te springen en/of door één of meer balkons; de kelders zijn meestal hoog, wat zich vertaalt in een hoge onderbouw; het grondplan bestaat over het algemeen uit een aaneenschakeling van kamers., de laatste bouwlaag toegevoegd in 1936.
Op de hoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel., deur onder afdak met dubbele bewerkte korbelen1. Diagonale houten balk ter ondersteuning van overkragende elementen zoals een luifel, een kroonlijst,…; 2. Balk om de verbinding tussen trekker en spantbeen in een kapspant te versterken. op druipers, bekroond door een cartoucheOmlijsting van een uitspringend vlak in de vorm van ingesneden en omkrullend papier of leer; vaak met opschrift of intern versierd. met vroeger het opschrift “Villa Simone” en een vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. met afgeschuinde latei op impoststijlen en smeedijzeren traliewerk met cirkelmotief. VenstersLicht- en/of luchtopening in een muur. met moneelStenen vensterstijl. op de verdiepingen, die op de eerste onder rondbogen.
Op de hoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel., onderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen. met drielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. met smeedijzeren leuning. Op de verdiepingen, gemetselde trapezoïdale erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. bekroond door een terras met stenen borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. en traliewerk; deze structuur uit 1936 vervangt de oorspronkelijke, die bestond uit een houten erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. in art-nouveaustijl met open muuropeningen en drieledig dak, aangevuld met een dakvensterUit het dakvlak opgaand stenen venster dat met de gevel in verbinding staat of er enkel door een kroonlijst van gescheiden is.. De druipers waarop de erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. rustte, flankeren nog altijd het vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. op de benedenverdieping.
Ankers. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ...  met roedeverdeling op de benedenverdieping bewaard.

Bronnen

Archieven
GASLW/DS 5009 (1936).