Typologie(ën)

kantoorgebouw

Ontwerper(s)

Henri VANDEVELDarchitect1883-1910

Constant BOSMANSarchitect1883-1910

Paul BONDUELLEarchitect1927-1935

Raymond MOENAERTarchitect1959

André BELPALMEarchitect1961

ENGEMAaannemer1927-1935

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Eclectisme
Modern classicisme
Art deco
Modernisme

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2007-2009

id

Urban : 19295
lees meer

Beschrijving

Kantoren van Solvay op doorlopende  percelen.

Prins Albertstraat 31, <a href='/nl/glossary/183' class='info'>opstand<span>Bouwkundige tekening op schaal van een verticaal vlak van een gevel, een binnenmuur,…; in ruime zin het verticaal vlak van een gevel of muur.</span></a>, ([i]L’émulation[/i], 12, 1885, pl. 46).

Oudste deel n.o.v. arch. C. Bosmans en H. Vandenveld, 1883. Oorspronkelijk symmetrische opbouw van drie bouwlagen en tien traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Enkel zes terugspringende traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) bewaard met Engelse kelder afgesloten door smeedijzerenTaai, ‘kneedbaar’ ijzer dat ambachtelijk wordt ‘gesmeed’ (gehamerd bij hoge temperatuur) tot decoratieve bouwonderdelen als tuinhekken, borstweringen… hekwerk. Witstenen gevel met hardstenen elementen. Benedenverdieping met doorlopende  hardstenen banden. Rechthoekige muuropeningen met hardstenen omlijsting, op benedenverdieping getralied en op eerste verdieping onder hardstenen entablementHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles..

Prins Albertstraat 31, grondplannen, ([i]L’émulation[/i], 12, 1885, pl. 45).

In 1899 en 1910 verzorgden dezelfde architecten uitbreidingen in dezelfde stijl, waarvan enkel deel van gevel in Koninklijke Prinsstraat is bewaard.

Solvaycomplex tussen Keienveldstraat, Koninklijke Prinsstraat, Elsense Steenweg en Gewijde Boomstraat, luchtfoto (Brussel UrbIS ® © - Verdeling: CIBG, Kunstlaan 20, 1000 Brussel).

Grote uitbreiding en interne verbouwingswerken n.o.v. arch. Paul Bonduelle, 1927-1935. Deel van de gevels in beide straten worden bewaard maar links en rechts uitgebreid en geplaatst onder leien mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken. met terugspringende dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap..

Koninklijke Prinsstraat 20-22, <a href='/nl/glossary/183' class='info'>opstand<span>Bouwkundige tekening op schaal van een verticaal vlak van een gevel, een binnenmuur,…; in ruime zin het verticaal vlak van een gevel of muur.</span></a> van uitbreidingen rechts van de oude burelen, GAE/DS 257-31-33 (1927).

Aan Prins Albertstraat wordt terugspringend volume bewaard en links en rechts uitgebreid met respectievelijk zes- en veertien traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) in vergelijkbare stijl. Linkervleugel heeft nog oorspronkelijk uitzicht bewaard met op eerste verdieping alternerend spel van venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. al of niet onder entablementHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles.. Hoofdingang wordt verplaatst naar links, naar deur tussen Dorische zuilenCilindervormig steunpunt; vaak voorzien van basis en kapiteel. De kleine en/of dunne variant ervan wordt colonnet genoemd. en onder zwaar entablementHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles., allen in hardsteen.

Koninklijke Prinsstraat 20-22, <a href='/nl/glossary/183' class='info'>opstand<span>Bouwkundige tekening op schaal van een verticaal vlak van een gevel, een binnenmuur,…; in ruime zin het verticaal vlak van een gevel of muur.</span></a> van uitbreidingen links van de oude burelen, GAE/DS 257-31-33 (1927).

Aan Koninklijke Prinsstraat wordt gevel uit 1899 ingesloten door uitbreidingen in classicistischeArchitectuurstroming (vanaf eind 18e eeuw tot ca. 1914) met voorliefde voor orde en symmetrie, gekenmerkt door bepleisterde en wit beschilderde lijstgevels die het stadsbeeld uniformiseren. Verhoudingen en vormentaal van deze stroming evolueren met de tijd. stijl met lichte art-decoaccenten.
Nivellerende onderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen. met getraliede keldervensters. Meestal drie bouwlagen, hoogste als attiekverdiepingVerdieping (soms halve verdieping), gelegen net boven de kroonlijst of als terugspringende hoogste verdieping van een gebouw.  op getandeLijst met kleine repetitieve kubusvormige elementen (tanden); guttae hebben de vorm van een afgeknotte kegel en bevinden zich eerder onder aan een console of triglief. stenen kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement)., enkel eerste vijf traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) met vier bouwlagen. Gevels om de vijf traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) geritmeerd door licht risalietRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden. met drielichtenGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. met Dorische deelzuilenZuiltje dat een vensteropening verdeelt ter ondersteuning van een latei of de onderverdelende bogen. en op attiekverdiepingVerdieping (soms halve verdieping), gelegen net boven de kroonlijst of als terugspringende hoogste verdieping van een gebouw.  centraal vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. tussen halfronde nissenUitsparing in de dikte van een muur, kan rechthoekig zijn of onder een boog, achtervlak kan vlak, segmentvormig, halfrond of gebogen zijn; diepe nis voor standbeeld., eerste risalietRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden. voorzien van poort onder mijterboogBoog gevormd door twee schuin tegen elkaar geplaatste schenkels.. Gevels in lichtgekleurde baksteen en witsteen. Rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur.. Op eerste verdieping alternerende borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. met gebeeldhouwde guirlandesGehouwen of gesneden slinger van bloemen, bladen of vruchten. Als festoen, vaak met linten en opgehangen aan strikken met neerhangende uiteinden.  of taferelen die verwijzen naar de bezigheden van de groep Solvay.

Tweede uitbreiding in klassiek modernistischeInternationale stijl (vanaf ca. 1920) waarbij het functionele primeert op de vorm. Wordt gekenmerkt door een rationeel grondplan, eenvoudige geometrische vormen, platte daken en het gebruik van moderne materialen zoals gewapend beton. stijl n.o.v. arch. R. Moenaert, 1959.
Witstenen gevels met aan beide straten dezelfde opbouw: onderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen. met getraliede venstersLicht- en/of luchtopening in een muur., vensterregistersDoorlopende horizontale aaneenschakeling van vensters. van twee of drie bouwlagen tussen monumentaleZuilen of pilasters die over de volle hoogte of over meer dan één verdieping opgaan, onafhankelijk van de door vensters en bouwlagen gegeven maten. pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. en twee attiekverdiepingenVerdieping (soms halve verdieping), gelegen net boven de kroonlijst of als terugspringende hoogste verdieping van een gebouw.  waarvan hoogste terugspringend.

Keienveldstraat nr. 58. Laatste uitbreiding in modernistischeInternationale stijl (vanaf ca. 1920) waarbij het functionele primeert op de vorm. Wordt gekenmerkt door een rationeel grondplan, eenvoudige geometrische vormen, platte daken en het gebruik van moderne materialen zoals gewapend beton. stijl n.o.v. arch. A. Belpalme, 1961.
Complex bestaande uit zijvleugels van vijf bouwlagen en hogere terugspringende dwarsvleugel van zeven bouwlagen.

Bronnen

Archieven
GAE/DS 256-7-9; 256-31; 256-33-35; 257-12-18; 257-32-34.
Tijdschriften
BOSMANS, C., VANDEVELD, H., 'Bureaux Solvay et Cie, r. du Prince Albert, Ixelles (1883)', L'Émulation, 12, 1885, pl. 45-46.