Typologie(ën)
architectenwoning
Ontwerper(s)
Constant BOSMANS – architect – 1907
Henri VANDEVELD – architect – 1907
Juridisch statuut
Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024
Stijlen
Eclectisme
Art nouveau
Inventaris(sen)
- Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
- Het monumentale erfgoed van België. Schaarbeek (Apeb - 2010-2015)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek Het ontwerp van een onroerend goed (gebouw) door een gerenommeerde kunstenaar (architect) kan maar zeer zelden als criterium worden beschouwd. Om het belang van de selectie van dit onroerend goed te beoordelen, en de plaats dat het inneemt in het oeuvre van een kunstenaar (architect), is dit een criterium dat moet worden afgewogen met de architectonische kwaliteit (compositie en interne structuur), de uitvoering (materialen, technische beheersing), de plaats in de architectuurgeschiedenis dewelke een getuigenis zijn van een fase of aspect van landschapsarchitectuur of de bouwkunst in het verleden. Zodoende gelden koppelingen naar volgende criteria: zeldzaamheid (typologie, stijl, materiaalgebruik, bronnen), representativiteit (idem) en integriteit (idem + kwaliteit van uitvoering).
- Esthetisch Het onroerend goed heeft een esthetische waarde als het de waarnemer zintuigelijk prikkelt op een positieve manier (‘ervaring van schoonheid). Historisch gezien werd deze waarde aangewend om waardevolle natuurlijke of semi-natuurlijke gebieden aan te duiden, maar het kan ook gelden voor grote gehelen van gebouwen in een stedelijk gebied, met of zonder natuurlijke elementen, of monumenten die het stadslandschap markeren. Automatisch dringt een afweging met andere waarden zich op, de artistieke in de eerste plaats, maar ook de landschappelijke (integratie van het werk in het stedelijk landschap, oriëntatiepunten in de stad) en stedenbouwkundige waarde (spontane of rationele stedelijke gehelen), en dienen koppelingen naar selectiecriteria worden gemaakt: representativiteit, ensemblewaarde en contextuele waarde. Criteria die met andere (met name artistieke) criteria moeten worden gecombineerd.
- Historisch Het onroerend goed heeft een historische waarde als het getuigt van een bijzondere periode in de geschiedenis van de streek of de gemeente, of als bijzonder belangrijke ouderdom en zeldzame ontwikkeling voor een periode (bv. tuinstad die representatief is voor een bouwwijze die werd toegepast in het kader van de grote bouwcampagnes na de Tweede Wereldoorlog; dorpskernen die de eerste gegroepeerde bouwwerken van de gemeenten van de tweede ring illustreren; Hallepoort als overblijfsel van de tweede omwalling; enz.), of als getuigenis van een bepaalde stedelijke (en/of landschappelijke) ontwikkeling van de stad (bv. gebouwen aan de centrale boulevards of in de Leopoldswijk), of wanneer het een band vertoont met een belangrijke historische figuur - met inbegrip van persoonlijke huizen van architecten en kunstenaarsateliers (b.v. het geboortehuis van Constantin Meunier, het huis van Magritte), of in verband kan worden gebracht met een belangrijke historische gebeurtenis (b.v. huizen van de wederopbouw na het bombardement van 1695, Congreskolom), of een typologische representativiteit vertoont die kenmerkend is voor een commerciële of culturele beroepsactiviteit (bv. kerken, bioscopen, industriële architectuur, apotheken).
- Stedenbouwkundig Sommige bouwkundige goederen spelen, meer dan andere bouwkundige goederen, een prominente rol in de planmatige inrichting van de bebouwde ruimte in het verleden. Meestal determineren zijn andere stedenbouwkundige (plan)vormen zodat er zich een wisselwerking voortdoet tussen bebouwde en niet-bebouwde (of open) ruimte. Die inrichting omvat ook de samenhang tussen verschillende schaalniveaus. Een onroerend goed heeft stedenbouwkundige waarde wanneer het hierin een rol speelt, bijvoorbeeld hoekgebouwen, coherente pleinen of (straatwanden), deskundig ingeplante torens (hoogbouw) en hun relatie tot hun onmiddellijke kwaliteitsvolle omgeving die coherent kan zijn, maar ook contrastrijk, maar ook relicten van stedenbouwkundige concepten en hoe deze architecturaal (en typologisch) zijn of werden ingevuld, zoals bijvoorbeeld de nog bewaarde eclectische stadspaleizen en/of herenhuizen in de Leopoldswijk.
Onderzoek en redactie
2010-2012
id
Urban : 20989
Beschrijving
Op de hoek met de Vergotestraat, persoonlijke woning van architect Constant Bosmans, in eclectische stijl met art-nouveau-inslag, n.o.v. architecten Constant Bosmans en Henri Vandeveld, 1907.
Het huis werd grondig verbouwd in 1939 n.o.v. architect Cyril Van Lierde, die de laatste bouwlaag wijzigde en een nieuwe toevoegde, en het dak dat deels een mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken. werd in 1985 (n.o.v. architect Frédéric Maury).
Gevel in witte steen en similiBepleistering ter imitatie van natuursteen.. Vijf bouwlagen en twee ongelijke traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) aan de Vergotestraat en één traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) aan de square die na 1939 gedeeltelijk blindZonder opening; blind venster, schijnopening. werd gemaakt. Het oorspronkelijke deel van de gevel wordt gekenmerkt door steekboogvormige muuropeningen met lichtjes holle omlijsting. Op de benedenverdieping, twee toegangsdeuren, de eerste het resultaat van de transformatie van een vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. (misschien in 1939). Twee getraliede venstersLicht- en/of luchtopening in een muur., allebei ingekort, het eerste, dat een lunet vormt in de druiper van de gestapelde erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld., voor op de bouw van een garagepoort in 1939. In de eerste twee bouwlagen, venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. op de linkertravee binnen één enkele omlijsting. Op de tweede traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), gebogen gestapelde erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. in elke bouwlaag, met vijf gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. muuropeningen met verdwenen tussendorpelsStenen dorpel die een deur of venster horizontaal in tweeën deelt., bekroond door een terras met ijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. die een stenen borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. vervangt (1939). Op de hoek, halfzuilZuil die met het muurwerk verbonden is, maar slechts over de halve dikte uitspringt. op bewerkte druiper op de verdiepingen. Oorspronkelijk decor grotendeels verdwenen. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... (behalve het raamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. op de linkertravee op de verdiepingen) en ijzerwerkVerzameling van alle metalen elementen van een gebouw. vervangen.
Het huis werd grondig verbouwd in 1939 n.o.v. architect Cyril Van Lierde, die de laatste bouwlaag wijzigde en een nieuwe toevoegde, en het dak dat deels een mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken. werd in 1985 (n.o.v. architect Frédéric Maury).
Gevel in witte steen en similiBepleistering ter imitatie van natuursteen.. Vijf bouwlagen en twee ongelijke traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) aan de Vergotestraat en één traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) aan de square die na 1939 gedeeltelijk blindZonder opening; blind venster, schijnopening. werd gemaakt. Het oorspronkelijke deel van de gevel wordt gekenmerkt door steekboogvormige muuropeningen met lichtjes holle omlijsting. Op de benedenverdieping, twee toegangsdeuren, de eerste het resultaat van de transformatie van een vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. (misschien in 1939). Twee getraliede venstersLicht- en/of luchtopening in een muur., allebei ingekort, het eerste, dat een lunet vormt in de druiper van de gestapelde erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld., voor op de bouw van een garagepoort in 1939. In de eerste twee bouwlagen, venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. op de linkertravee binnen één enkele omlijsting. Op de tweede traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), gebogen gestapelde erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. in elke bouwlaag, met vijf gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. muuropeningen met verdwenen tussendorpelsStenen dorpel die een deur of venster horizontaal in tweeën deelt., bekroond door een terras met ijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. die een stenen borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. vervangt (1939). Op de hoek, halfzuilZuil die met het muurwerk verbonden is, maar slechts over de halve dikte uitspringt. op bewerkte druiper op de verdiepingen. Oorspronkelijk decor grotendeels verdwenen. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... (behalve het raamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. op de linkertravee op de verdiepingen) en ijzerwerkVerzameling van alle metalen elementen van een gebouw. vervangen.
Bronnen
Archieven
GAS/DS 274-27.
Tijdschriften
L'Émulation, 1910, pl. XIII.