Typologie(ën)

woning

Ontwerper(s)

L. NEIRYNCKarchitect1900

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Eclectisme

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2006-2008

id

Urban : 18078
lees meer

Beschrijving

Huis in eclectischeVeel voorkomende stijl (ca. 1850-1914) die inspiratie put uit verschillende architectuurstijlen uit het verleden. Komt door de combinatie van enerzijds verschillende stijlelementen en anderzijds nieuwe technieken en materialen tot een unieke eigentijdse creatie. stijl met asymmetrische compositieTypische gevelopstand bestaande uit twee ongelijke traveeën; in Brussel komt dit geveltype vaak voor met drie bouwlagen volgens verkleinende ordonnantie; de hoofdtravee is meestal breder, rijker uitgewerkt en wordt verder benadrukt door licht vooruit te springen en/of door één of meer balkons; de kelders zijn meestal hoog, wat zich vertaalt in een hoge onderbouw; het grondplan bestaat over het algemeen uit een aaneenschakeling van kamers., n.o.v. architect L. Neirynck, 1900.

Signatuur op sokkelHoge plint van een gevel; fungeert als voetstuk in ordonnantie van de gevel..

Gevel in witte baksteen met elementen in lichtblauwe baksteen en hardsteen. Meeste venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. onder lateiBalkvormig element van hout, steen, beton of metaal dat een muuropening overspant en bovenliggend metselwerk steunt. en ontlastingsboogBoog boven een venster- of deuropening die druk van het muurwerk op de stijlen afwentelt en zo het linteel ontlast.. BoogveldenEen vlak omsloten door de binnenbegrenzing van een boog en de horizontale lijn die de aanzetten verbindt; meestal boven muuropeningen en soms versierd (beeldhouwwerk, blinde traceringen, cementtegels, …)., borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. en friesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). op hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel. met sgraffitiSgraffito (Italiaans, van sgraffiare: krabben), decoratieve muurtechniek waarbij men een donkere pleisterlaag (doorgaans zwart, roetbruin of grijs) met een lichtgekleurde pleisterlaag bedekt; door de bovenste, nog niet verharde, laag weg te nemen volgens een vooraf bepaald grafisch ontwerp ontstaat een verdiepte tekening; de lichtgekleurde pleisterlaag kan bovendien gekleurd worden ‘al fresco’ (op de verse pleister) of ‘al secco’ (op de droge pleister).. Op benedenverdieping van hoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel. glasdeurDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat. met pilastervormige stijl en bekroning van afwisselend kleine consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. en keramische tegels; ijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. Op verdieping houten erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. met boogvormige bovenlichtenBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden. en overstekend dak; gemetselde borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. wellicht van latere datum. HoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel. bekroond met topgevelHoogste deel van een gevel, vaak driehoekig en/of getrapt. met drie venstersLicht- en/of luchtopening in een muur.; laterale smal en onder rondboogBoog waarvan de kromming een halve cirkel beschrijft.; voor centraal vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. terras met houten borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.; hierop rusten twee zuilenCilindervormig steunpunt; vaak voorzien van basis en kapiteel. De kleine en/of dunne variant ervan wordt colonnet genoemd. die uitspringende topgevelHoogste deel van een gevel, vaak driehoekig en/of getrapt. ondersteunen. Deze bestaat uit schorenSchuingeplaatste paal, balk of stijl die iets schraagt, de druk van een belasting opvangt of een zijdelings verband aanbrengt. die boven de glasdeurDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat. een boogConstructie waarvan de beschrijvende lijnen delen van cirkels of gebogen lijnen zijn en waarin alle drukkrachten optreden. vormen. Deze structuur is bekleed met houten panelen1. Dunne (houten) plaat, gevat in een omlijsting van stijlen en regels van deuren, lambriseringen en plafonds; - 2. Gevelversiering in de vorm van een in- (spiegel) of uitspringende (paneel) rechthoekige omlijsting. versierd met ranken en bovenaan belijnd met registerVensterstrook in een topgevel. van keramische tegels. In de top drie gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. rondboogvensters en zuilvormige stijlenVerticale zijden van een opening waarop een boog of latei rust.. Bekroning met vleugelstukkenZijstuk, veelal in voluutvorm, van een topgevel, dakkapel of dakvenster. en gebogen frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening.. TopgevelHoogste deel van een gevel, vaak driehoekig en/of getrapt. loopt op hoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel. voort in drie houten dakvenstersUit het dakvlak opgaand stenen venster dat met de gevel in verbinding staat of er enkel door een kroonlijst van gescheiden is. met stijlenVerticale zijden van een opening waarop een boog of latei rust.. Garage in sokkelHoge plint van een gevel; fungeert als voetstuk in ordonnantie van de gevel. van 1930. Bewaard schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... .

Bronnen

Archieven
SAB/OW 8183 (1900), 35551 (1930).