Typologie(ën)

woning

Ontwerper(s)

L. HUBINarchitect1876

Juridisch statuut

Afgebroken en/of verbouwd

Stijlen

Neoclassicisme

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

1993-1995

id

Urban : 15020
lees meer

Beschrijving

Herenhuis in neoclassicistische stijl met drie bouwlagen en drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder zadeldakDak met twee hellende dakvlakken. waarvoor bouwaanvraag van 1876, n.o.v. arch. L. HUBIN die er tevens eigenaar van was.

Bepleisterde en beschilderde lijstgevel, horizontaal geleed door kordonlijsten. Middentravee begrensd door pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. in de eerste twee bouwlagen, met gestileerde bossageIn oorsprong een gevelbehandeling waarbij ruwgehakte, rechthoekige blokken natuursteen uit de loodlijn steken en de gevel op die manier een fors, rustiek (rustica) karakter verleent; later op gevel vormelijk geïmiteerd door middel van uitspringend al dan niet bepleisterde bakstenen blokken of banden (doorlopende schijnvoegen). in de eerste bouwlaag. Begane grond op blauwe hardstenen plint waarin twee getraliede keldervensters. Hierboven twee rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. met panelen en neuten op de borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. ; rechts vleugeldeur met bovenlichtBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden. ; licht verdiepte muuropeningen. Bel-etage met drie rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. waarvan centraal deurvenster onder fraaie cartoucheOmlijsting van een uitspringend vlak in de vorm van ingesneden en omkrullend papier of leer; vaak met opschrift of intern versierd. (met symbolen - onder andere passer - die naar de architectuur kunnen verwijzen) ; balkon met fraaie leuning op uitgelengde voluutconsoles ; guirlandedecoratie op de pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. ; muuropeningen in vlakke omlijsting en panelen op de borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. Dito opstand in de derde bouwlaag, deurvenster binnen geblokte omlijsting onder entablementHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles. ; balkon op gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief.. HoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel. met geriemde architraafHoofdbalk; het onderste, dragende deel van een klassiek hoofdgestel, meestal geleed door banden. en friesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). met spiegels. Gekorniste kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). met tandlijst en klossenKraagstuk van een kroonlijst met verfijnd uitgesneden en/of gefreesd hangend element of drop. ; fraaie consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. boven de centrale traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...).

Bronnen

Archieven
GAEtt./OW 48738 (1876).