Typologie(ën)

woning
herenhuis
bijgebouwen

Ontwerper(s)

Édouard ELLEarchitect1899

Stijlen

Eclectisme

Inventaris(sen)

  • Actualisatie van de Urgentie-Inventaris (Sint-Lukasarchief - 1993-1994)
  • Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
  • Urgentie-inventaris van het bouwkundig erfgoed van de Brusselse agglomeratie (Sint-Lukasarchief 1979)
  • Het monumentale erfgoed van België. Brussel Uitbreiding Oost (Apeb - 2006-2009)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

  • Artistiek
  • Esthetisch
  • Historisch
  • Stedenbouwkundig

Onderzoek en redactie

2006-2008

id

Urban : 18061
lees meer

Beschrijving

Geheel van drie analoge huizen in eclectische stijl met asymmetrische compositieTypische gevelopstand bestaande uit twee ongelijke traveeën; in Brussel komt dit geveltype vaak voor met drie bouwlagen volgens verkleinende ordonnantie; de hoofdtravee is meestal breder, rijker uitgewerkt en wordt verder benadrukt door licht vooruit te springen en/of door één of meer balkons; de kelders zijn meestal hoog, wat zich vertaalt in een hoge onderbouw; het grondplan bestaat over het algemeen uit een aaneenschakeling van kamers., n.o.v. architect Édouard Elle, i.o.v. Dufourny, hoofdingenieur en directeur Bruggen en Wegen, 1899.

Nr. 29. Herenhuis op doorlopend  perceel uitgevend op Van Campenhoutstraat nr. 34. Aan deze kant werden in hetzelfde jaar en voor dezelfde eigenaar een omheiningmuur en een koetshuis onder topgevelHoogste deel van een gevel, vaak driehoekig en/of getrapt. gebouwd; laatstgenoemde werd later vergroot. In 1947 betrok het Belgisch Instituut voor Normalisatie het pand. Het breidde zijn kantoren uit tot nr. 27, 31 en 33-55 en maakte hiervoor op elke verdieping muuropeningen in de scheidingsmuren.

Bakstenen gevels met bepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. en hardstenen elementen. Sokkels met breuksteenMetselwerk bestaande uit brokken onregelmatige natuursteen.. ImpostvenstersVenster boven een deur en ervan gescheiden door een stenen dorpel, een entablement of een muurvlak.. HoofdtraveeënBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel. bekroond met dakvensterUit het dakvlak opgaand stenen venster dat met de gevel in verbinding staat of er enkel door een kroonlijst van gescheiden is. onder getrapte gevel of tuitgevelPuntgevel bekroond met smalle rechthoekige hals; bij zeventiende eeuwse voorbeelden vaak steunend op schouderstukken.. Op toegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht. kleine dakkapelUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. onder tentdak. Bewaard schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... .

Brabançonnelaan 27 (foto 2007).

Nr. 27 en 31. Op benedenverdieping metalen borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. of balustradeHekwerk van spijlen of balusters.; balkon op verdieping. VenstersLicht- en/of luchtopening in een muur. op verdieping met hardstenen hoekkettingAfwisselende opeenvolging van lange en korte zijden van natuurstenen hoekblokken of neggen (geprofileerd) in een bakstenen gevel.. HoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel. op verdiepingen geflankeerd door pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel.. In derde bouwlaag gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. venstersLicht- en/of luchtopening in een muur., op nr. 27 alleen op hoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel.. Borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. en friesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). op hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel. met decor van witte baksteen. Jaartal ‘1899' boven vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. van eerste of tweede verdieping.
Nr. 27. VenstersLicht- en/of luchtopening in een muur. op benedenverdieping onder korfboogBoog samengesteld uit een aantal ineenvloeiende cirkelbogen die samen nagenoeg een liggende ellips vormen., die op verdiepingen onder latei en geornamenteerd timpaanMonumentaal driehoekig of segmentvormig boogveld, meestal besloten in een fronton; vaak rijkelijk versierd.. TuitgevelPuntgevel bekroond met smalle rechthoekige hals; bij zeventiende eeuwse voorbeelden vaak steunend op schouderstukken. met twee gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. dakvenstersUit het dakvlak opgaand stenen venster dat met de gevel in verbinding staat of er enkel door een kroonlijst van gescheiden is..
Nr. 31. VenstersLicht- en/of luchtopening in een muur. op tweede verdieping onder rondboogBoog waarvan de kromming een halve cirkel beschrijft.. DakvensterUit het dakvlak opgaand stenen venster dat met de gevel in verbinding staat of er enkel door een kroonlijst van gescheiden is. in trapgevelGevel met een driehoekige bekroning die trapsgewijs versmalt..

Brabançonnelaan 31 (foto 2007).

Nr. 29. Benedenverdieping in hardsteen met breuksteenMetselwerk bestaande uit brokken onregelmatige natuursteen. van roze steen. Deur onder entablementHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles.; impostvensterVenster boven een deur en ervan gescheiden door een stenen dorpel, een entablement of een muurvlak. met tussenstijl en onder frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening.. SouterrainHoge kelder of half verzonken verdieping. en benedenverdieping met drielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere.; venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. op benedenverdieping onder boogConstructie waarvan de beschrijvende lijnen delen van cirkels of gebogen lijnen zijn en waarin alle drukkrachten optreden. en doorlopende  archivoltGeprofileerde of versierde omlijsting van een boog., gescheiden door zuilen; centraal vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. met smeedijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. Op verdiepingen van hoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel. dubbele kruisvenstersVenster, door een moneel en een tussendorpel in vier vlakken verdeeld.; trapezoïdale erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. op lampetNeerwaartse beëindiging, afhangende versiering als aanzet van een balkon of erker.; borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. met balustersVaasvormige spijl van een borstwering.; in derde bouwlaag vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. waarvan balustersVaasvormige spijl van een borstwering. werden gesloopt, onder boogveldEen vlak omsloten door de binnenbegrenzing van een boog en de horizontale lijn die de aanzetten verbindt; meestal boven muuropeningen en soms versierd (beeldhouwwerk, blinde traceringen, cementtegels, …). met cartoucheOmlijsting van een uitspringend vlak in de vorm van ingesneden en omkrullend papier of leer; vaak met opschrift of intern versierd. van vrouwelijk profiel. TuitgevelPuntgevel bekroond met smalle rechthoekige hals; bij zeventiende eeuwse voorbeelden vaak steunend op schouderstukken. met dakvensterUit het dakvlak opgaand stenen venster dat met de gevel in verbinding staat of er enkel door een kroonlijst van gescheiden is. onder geornamenteerd boogveldEen vlak omsloten door de binnenbegrenzing van een boog en de horizontale lijn die de aanzetten verbindt; meestal boven muuropeningen en soms versierd (beeldhouwwerk, blinde traceringen, cementtegels, …). en ronde cartoucheOmlijsting van een uitspringend vlak in de vorm van ingesneden en omkrullend papier of leer; vaak met opschrift of intern versierd. met initialen ‘D C'. VenstersLicht- en/of luchtopening in een muur. van toegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht. onder kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement)., die van tweede bouwlaag onder gebogen frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening..

Brabançonnelaan 29 (foto 2007).

Interieur. Ondanks de verbouwing tot kantoren, heeft het gebouw grotendeels zijn oorspronkelijke uitzicht behouden. Inkomhal volledig bekleed met Carraramarmer en imitatiemarmer. Monumentale eiken trap; muren in similiBepleistering ter imitatie van natuursteen.. Op benedenverdieping drie kamers in enfilade met oorspronkelijke sierlijsten. Aan straatkant in voormalige salon, schouw waarvan schoorsteenmantelHouten of natuurstenen bekleding rond de opening of mond van een schouw. is verdwenen, maar met bewaarde posten versierd met twee exotische vrouwenfiguren, de ene met boogConstructie waarvan de beschrijvende lijnen delen van cirkels of gebogen lijnen zijn en waarin alle drukkrachten optreden., de andere met pijlkoker. De schouwmond is getooid met een plaat waarop de Liefdadigheid is afgebeeld en met vuurvaste tegels met Bijbelse taferelen. Twee hoge houten gecanneleerde zuilen met composiet kapiteelKopstuk van een zuil, pijler of pilaster; algemeen om de gedragen last op een smaller draagvlak over te brengen. scheiden de centrale kamer van die aan de tuinkant. Laatstgenoemde kamer uitgevend op terras met balustradeHekwerk van spijlen of balusters.. Twee grootste vertrekken op eerste verdieping met rood marmeren schouwen in regence-stijl.

Bronnen

Archieven
SAB/OW 8226 (1899); Van Campenhoutstraat 34: 23491 (1899), 59676 (1949).