Typologie(ën)

villa
werkplaats (ambachtelijk)

Ontwerper(s)

V(ictor). STEUVEarchitect1923

V(ictor). STEUVEarchitect1924

François VAN CAMPENHOUTaannemer1926

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Art deco

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2005

id

Urban : 17511
lees meer

Beschrijving

Geheel met woonhuis en verschillende ateliers; voormalig ‘atelier de fine menuiserie et carosserie de luxe' (fijn schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ...  en luxe carrosserie) van de familie Bemels. Terugwijkend van rooilijn en afgescheiden van straat door lage en gecementeerdeMet portlandcement bestrijken. omheining met buissreling tussen stijlen.
Diep gelegen groot atelier van twee bouwlagen en drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) n.o.v. arch. Victor Steuve, 1923. Metalen structuur onder zadeldakDak met twee hellende dakvlakken., zijtraveeën onder plat dak. Bakstenen gevel, nu bepleisterdMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen., met rechthoekige muuropeningen, centrale traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) met groot halfrond vensterLicht- en/of luchtopening in een muur..

Vrijstaande woning met Beaux-Artselementen n.o.v. arch. Victor Steuve, 1924. Oorspronkelijk plan voorzag eenzelfde type woning in Beaux-ArtsstijlArchitectuurstroming (ca. 1905-1930) met reminiscenties aan de grote Franse architectuurstijlen uit de 18e eeuw. Rijk en zorgvuldig gedecoreerde gevels in natuursteen en/of simili of in combinatie met baksteen. Borstweringen en poorten in fraai uitgewerkt smeedwerk. op de rooilijn met hoge bakstenen omheiningmuur (1923). Twee bouwlagen onder pseudo-mansardedak, twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) aan straatzijde, drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) op zijgevel. BepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. en witgeschilderde gevels. Rechthoekige muuropeningen op benedenverdieping; deur aan straatzijde met waaierWaaiervormige roedeverdeling van een bovenlicht, in houtsnijwerk of in smeedijzer.. Korfboogvormige vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. op verdieping. Houten kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). met tandlijst op modillonsRechthoekig kraagstuk, ter versiering van een kroonlijst.. Oorspronkelijk schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ...  met kleine roeden. Zijgevel met later toegevoegd afdak.

Langwerpig atelier van één bouwlaag onder zadeldakDak met twee hellende dakvlakken. n.o.v. Van Campenhout, 1926. Dakconstructie met Polonceauspant. Sterk verbouwde straatgevel, oorspronkelijk volledig beglaasd met houten beschot en halfrond vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. in top. Zijgevel geritmeerd door pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. met oorspronkelijk brede vensterpartijen, heden dichtgemaakt.

Bronnen

Archieven
GASPW/DS 552 (1923), 261 (1924), 39 (1926).