Typologie(ën)

burgerwoning

Ontwerper(s)

V(ictor). STEUVEarchitect1911

Stijlen

Eclectisme
Neo-Vlaamse renaissance

Onderzoek en redactie

2005

id

Urban : 17485
lees meer

Beschrijving

Twee woningen in eclectische stijl met neo-Vlaamse renaissance-elementen i.o.v. en n.o.v. arch. Victor Steuve, 1911. Bakstenen gevel met witstenen elementen op hardstenen plint.

Nr. 115 met drie bouwlagen en drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Rechthoekige muuropeningen tussen kolossale pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel.. Op benedenverdieping opengewerkte houten deur onder impostvensterVenster boven een deur en ervan gescheiden door een stenen dorpel, een entablement of een muurvlak.. Cirkelvormige centrale erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. met balustersVaasvormige spijl van een borstwering. in borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. Tweede bouwlaag bekroond door houten kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement).. In derde bouwlaag drie venstersLicht- en/of luchtopening in een muur., elk onder frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening.. Houten kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement).. Garage (1949). Oorspronkelijke deur met dito smeedwerk.

Nr. 117 met twee bouwlagen en twee verspringende traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder mansarde. In hoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel. getralied tweelicht in souterrainHoge kelder of half verzonken verdieping., op verdiepingen getoogde venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. onder waterlijstVooruitspringende rand in het gevelvlak die regenwater buiten gevel laat afdruppelen., in tweede bouwlaag vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. boven smal paneel met neuten. In toegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht. op benedenverdieping rechthoekige opengewerkte houten deur naast smal vensterLicht- en/of luchtopening in een muur., beide getralied en binnen gemeenschappelijke omlijsting bekroond door entablementHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles. onder ontlastingsboogBoog boven een venster- of deuropening die druk van het muurwerk op de stijlen afwentelt en zo het linteel ontlast.. Op verdiepingen resp. getoogd vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. onder waterlijstVooruitspringende rand in het gevelvlak die regenwater buiten gevel laat afdruppelen. en rechthoekig vensterLicht- en/of luchtopening in een muur.. Houten kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). op vier consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. in hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel.. Mansarde met links grote dakkapelUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. en rechts klein rechthoekige dakkapelUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. onder tentdak. Oorspronkelijk schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ...  met roeden.

Bronnen

Archieven
GASPW/DS 115: 103 (1911), 61 (1949); 117: 61 (1911).